Stagelessen in de stageschool onder begeleiding van een mentor, vakdidacticus en pedagoog

Intake, supervisie, coaching en individuele feedback aan de onderwijsinstelling door de vakdidacticus en pedagoog

Aanmaak en bijhouden van een individueel stagedossier/portfolio

Algemeen:
De student verdiept zijn eigen didactische kennis en vaardigheden en wendt deze aan om onderwijs in de kunsten te geven.
De student ontwikkelt een persoonlijke onderwijsstijl, kan de sterktes en zwaktes van het eigen onderwijskundig functioneren analyseren, hierover reflecteren en zichzelf bijsturen.
De student is in staat een adequate leeromgeving te creëren waarbij theoretische inzichten getoetst worden aan de praktijk.
De doelstellingen zijn geënt op de functionele gehelen zoals beschreven in de basiscompetenties van de leraar.

Specifiek:
• De student kan relevante leerlingkenmerken (individuele en groepsdynamische) achterhalen en de beginsituatie inschatten.
• De student kan de doelstellingen van een geobserveerde les afleiden en de doelstellingen voor de eigen les concreet formuleren.
• De student kan variëren in werkvormen afhankelijk van vooropgestelde doelstellingen.
• De student kan de interactie tussen de leerkracht en de leerlingen analyseren en heeft oog voor de relatie tussen de leerlingen onderling.
• De student ontwikkelt een aangepaste interactie met de leerlingen/doelgroep en vertoont leerling-gerichte attitudes.
• De student heeft aandacht voor de tijdsindeling van de les en kan een efficiënt lesverloop creëren, in overeenstemming met een vooropgestelde tijdsplanning.
• De student kan evaluatiemethoden identificeren en feedbackmomenten inbouwen.
• De student bevordert het psychisch en fysiek welzijn van de leerlingen.
• De student kan een lesvoorbereiding die alle noodzakelijke onderdelen bevat, uitwerken.
• De student bouwt vakexpertise op.

PRE-SERVICE STAGE:

 

1. Stage in het Deeltijds Kunstonderwijs: de student geeft stagelessen in de eigen discipline en in de omringende vakken.
• Stagelessen: 34u

2. Keuzestage: de student geeft stagelessen in een vak naar keuze en in een onderwijsomgeving naar keuze
• Stagelessen: 6u

3. Observaties: de student observeert lessen in verschillende categorieën
• Observaties: 36u: observaties eigen mentor: minimum 4u
observaties andere mentor: minimum 4u
observaties groepslessen: minimum 4u
PEER-obseravties: minimum 4u
Het aantal vereiste uren wordt aangevuld door observaties naar keuze uit bovenstaande categoriën

4. Mesotaken: de student doet activiteiten eigen aan een leerkracht maar buiten het klaslokaal
• Meso-activiteiten: 2 taken

IN-SERVICE STAGE (LIO):

 
1. Lessen met voorbereidingen en reflecties: de student geeft de stagelessen in eigen klas en maakt er voorbereidingen en reflecties van.
• Voorbereide lessen: 60 lessen

2. (PEER)-observaties: de student observeert lessen van andere lesgevers
• (peer)-observaties: 16u

3. Mesotaken: de student doet activiteiten eigen aan een leerkracht maar buiten het klaslokaal
• Meso-activiteiten: 4 taken

LIO baan (leraar in opleiding)
De praktijk kan als een pre-servicetraining (stage) worden opgevat of als een in-service-training. In dit laatste geval gaat het om een ingroei- of LIO-baan. De student-leraren met een LIO-baan hebben 70% van een voltijdse betrekking (500 uren of 13 lesuren per week in het onderwijs) en dit voor het volledige academiejaar waarin de LIO stage wordt opgenomen. Voor de studenten met een LIO-baan wordt er een specifiek begeleidingstraject opgezet met terugkeermomenten van intervisie en reflectie. Voor studenten met minstens 35% (250 uren of 7 uren per week) van een voltijdse opdracht is er een combinatie van een in-service en een pre-service traject mogelijk.

Elke stage kan pas starten wanneer er vooraf geldige stageovereenkomsten getekend werden.
Alle inhoudelijke informatie en afspraken over de onderwijsstage worden bij het begin van het academiejaar toegelicht en schriftelijk meegedeeld. De ‘Handleiding onderwijsstage’ wordt gepubliceerd op Chamilo en is te bestellen bij de cursusdienst van de School of Arts.
Voor studenten met een LIO-baantraject gelden aparte afspraken, eveneens vermeld in de ‘Handleiding onderwijsstage’.

De algemene academische competenties die verwacht worden van de academische bachelor of master in de muziek

Voldoen aan de taalvoorwaarden zoals beschreven in de onderwijs – en examenregeling

In dit opleidingsonderdeel wordt gewerkt aan de basiscompetenties van de leraar:

• De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen:
De student kan:
- de beginsituatie van de leerlingen inschatten
- doelstellingen kiezen en formuleren
- leerinhouden en leerervaringen selecteren, structureren en vertalen in leeractiviteiten
- aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen
- individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen
- een krachtige leeromgeving realiseren
- een observatie en evaluatie voorbereiden
- product en proces evalueren ifv bijsturing, remediëring, differentiatie
- een leer- en ontwikkelingsproces opzetten en begeleiden (ook vakoverschrijdend)
- omgaan met de diversiteit van een leergroep

• De leraar als opvoeder:
De student kan:
- een positief leerklimaat creëren
- de emancipatie van de leerlingen bevorderen
- de individuele ontplooiing bevorderen
- actuele ontwikkelingen in een pedagogische context plaatsen
- adequaat omgaan met sociaal-emotionele problemen of gedragsmoeilijkheden
- het fysiek en geestelijk welzijn van de leerlingen bevorderen

• De leraar als inhoudelijk expert:
De student kan:
- domeinspecifieke kennis en vaardigheden beheersen, verbreden en verdiepen
- domeinspecifieke kennis en vaardigheden aanwenden
- een geïntegreerd aanbod aanbieden

• De leraar als organisator:
De student kan:
- een gestructureerd leerklimaat bevorderen
- een doelgericht en efficiënt lesverloop creëren, dat past in een korte- en langetermijnplanning.
- op een correcte manier administratieve taken uitvoeren
- een klasruimte aangenaam en functioneel inrichten

• De leraar als innovator en onderzoeker: 

De student kan:
- het eigen functioneren bevragen en bijsturen
- op basis van feedback het eigen handelen bijsturen
- op de hoogte blijven van vakliteratuur en resultaten van onderwijsonderzoek die relevant zijn voor de eigen praktijk
- vernieuwende elementen integreren in de eigen onderwijspraktijk

• De leraar als partner van ouders en verzorgers:
De student kan:
- zich informeren en discreet omgaan met gegevens over de leerling
- via observatie zicht krijgen op informatie en advies geven aan de ouders/voogd over de jongere

• De leraar als lid van een schoolteam:
De student kan:
- overleggen en samenwerken (met de mentor, medestudenten en binnen het schoolteam)
- binnen het team overleg plegen over de taakverdeling en deze naleven
- de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak bespreekbaar maken (met de mentor, medestudenten en binnen het team)

• De leraar als cultuurparticipant
De student kan:
- actuele thema’s en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen

Aan het eind van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- leerlinggerichte attitudes te ontwikkelen, vertrekkend vanuit respect voor ieders unieke persoonlijkheid en geïnspireerd door een open en ondogmatische houding t.a.v. diverse vormen en stijlen van artistieke expressie.
- daadwerkelijk aandacht te hebben voor de diversiteit in leeraanpak, leermogelijkheden en leerhindernissen, persoonlijkheid en sociale en culturele verschillen bij de leerlingen. De student weet hiermee op een efficiënte manier rekening te houden tijdens de onderwijs – en vormingsactiviteiten.
- kennis en inzicht m.b.t. de diverse onderwijs- en vormingsprocessen in het artistiek onderwijs te ontwikkelen.
- vaardigheden en technieken aan te wenden nodig voor onderricht, vorming en organisatie in het artistiek onderwijs.
- sociaalvaardig op te treden in de omgang met leerlingen, collega’s en leidinggevenden.
- inzichten en vaardigheden af te toetsen en te verfijnen in de praktijk van het artistiek onderwijs- en vormingsproces.
- een persoonlijke onderwijs- en vormingsstijl te ontwikkelen.
- te reflecteren over het eigen handelen in de onderwijs- en vormingsomgeving.
- op voorbeeldige wijze het Nederlands als onderwijstaal te hanteren.
- volgende attitudes uit te breiden:
o het beslissingsvermogen te ontwikkelen
o de relationele gerichtheid aan te scherpen
o een kritische ingesteldheid te hebben
o leergierig te zijn
o een sterk organisatievermogen te hebben
o samen te werken
o verantwoordelijkheid op te nemen
o flexibel te zijn

Op afspraak individuele begeleiding

Ondersteuning bij de aanmaak van het stagedossier/portfolio

Stages worden beoordeeld d.m.v. permanente evaluatie door:
- stagebegeleiders: vakdidactici verbonden aan de SLO.
- (vak)mentoren: leraren van de hospiteerklassen of medewerkers van scholen en instellingen waar de student in het kader van zijn stage meewerkt aan projecten
- pedagoog verbonden aan de SLO

De student houdt voor alle onderdelen van de stage een individueel stagedossier/portfolio bij.
Dit dossier maakt integraal deel uit van de stage en wordt als dusdanig meegenomen in eindbeoordeling van de stage. Instructies betreffende dit dossier zijn te vinden in de 'Handleiding onderwijsstage'. Deze handleiding is beschikbaar bij de cursusshop van de Hogeschool Gent en op Chamilo bij de documenten van de cursus ‘Onderwijsstage’.

Tussentijds wordt door de stagebegeleiders en pedagoog in samenspraak met de student een stand van zaken opgemaakt. Het stageverloop wordt geëvalueerd op basis van lesevaluaties. Desgewenst en op basis van deze permanente evaluatie, kan dit leiden tot het toevoegen van stagemomenten aan de door de student geplande stagereeks. Indien nodig worden extra opdrachten specifiek voor de individuele stagecontext geformuleerd. Hiervan wordt door de student een verslag gemaakt, dat wordt toegevoegd aan het stagedossier/portfolio.

De eindbeoordeling van de stage gebeurt door de stagebegeleiders en pedagoog. Zij vormen de stagecommissie. Voorafgaand aan de eindbeoordeling vindt er een eindbespreking met de student plaats. De stagecommissie evalueert de mate waarin de eindcompetenties van dit opleidingsonderdeel verworven zijn en voegt deze evaluatie toe aan het portfolio van de student. De eindbeoordeling van de stage resulteert in een puntenscore (op /20) met motivering.

Individueel stagedossier/portfolio

'Handleiding onderwijsstage' op Chamilo en te bestellen via de cursusshop.

Verplaatsingskosten naar de stageplaatsen 

Kosten fotokopieën

Eventuele aankoop van partituren

(simultaan te volgen met Vakdidactiek theorie: jazz/pop EN simultaan te volgen met Vakdidactiek praktijk) OF geslaagd voor Vakdidactiek theorie: jazz/pop OF geslaagd voor Vakdidactiek praktijk.