Maatschappelijk, internationaal en intercultureel participeren
Internationale en interculturele leermiddelen opzoeken. 3.2 W&I

Professionaliseren
Vakkennis, methodieken en technologieën hanteren in de onderwijspraktijk.  4.1 T
Informatiekanalen met betrekking tot het onderwijsvak en vakdidactiek inzetten. 4.2 T

Krachtige leeromgeving
De aanwezige diversiteit aangrijpen om gedifferentieerd te werken binnen pijlers van het didactisch model. 7.2 T
Mogelijkheden van extra-muros en externe partners in kaart brengen. 8.2 W&I
Leeractiviteiten vak/leergebiedspecifiek vormgeven volgens de opgebouwde leerlijnen. 9.3 T
Leeractiviteiten vormgeven volgens vakoverschrijdende eindtermen. 9.3 T
Leerlijnen binnen de (vak)inhouden en (vak)didactiek bespreken. 9.3 W&I
Toetsen, opdrachten en vaardigheidstesten ontwerpen. 9.5 T

Dit opleidingsonderdeel kent zowel een coherente verticale als horizontale afstemming ten aanzien van andere opleidingsonderdelen.

Verticale afstemming via het leerresultaatlijnen – model:
Modeltraject 1:
Onderwijsvak Nederlands 1
Onderwijsvak Nederlands 2
Praktijk 1: assisteren
Modeltraject 3:
Onderwijsvak Nederlands 5
Bachelorproef
Praktijk 3: beginnende leraar zijn
Praktijk 3: in diverse contexten werken
Horizontale afstemming:
Onderwijsvak Nederlands 3
De leraar als taalleraar
Diverse en krachtige leeromgeving
De leraar in interactie
Assistent in diverse contexten
Onderzoek binnen leerdomeinen
Praktijk 2: vakleraar Nederlands worden
Individueel ontwikkelingstraject 2

Het opleidingsonderdeel is opgebouwd uit volgende onderdelen:

Vakkennis en –vaardigheden:

Werken met jeugdboeken in het middelbaar onderwijs, vervolg en zelfstandig lezen en bespreken van recente jeugdboeken en poëziebundel voor jongeren                                                                                                                                              Nog te lezen: een non-fictieboek terzake en 5 artikelen
Theoretische en praktische verwerkingsmogelijkheden van (jeugd)poëzieteksten voor de eerste en de tweede graad
Spellingregels en –afspraken: verdieping
Woord- en zinsleer: verdieping
Flexionele en lexicale morfologie, ontlening, woordschepping en woordverlies
Taalzorg: taalcorrectie en gepast formuleren deel 4
Correcte schooltaalwoorden, deel 4
Romananalyse: handleiding voor de interpretatie van literair proza in het middelbaar onderwijs
Uitdieping van een stroming om zo te komen tot een algemeen overzicht van de Nederlandse letterkunde, met aandacht voor de achtergronden van de literaire ontwikkelingen en representatieve teksten
Taalbeheersing: uitgangspunt zijn teksten van studenten, aandacht voor stijl, woordgebruik, tekststructuur, zinsbouw, leesgemak, leestekens, opmaak, grammatica en spelling

Vakdidactiek en -methodiek:

De vier vaardigheden: verdieping via lezen en bestuderen van artikelen uit vaktijdschriften
Leerinhouden eerste en tweede graad secundair onderwijs luisteren en spreken
Opstellen van poëzielessen voor de eerste en de tweede graad en activerende lessen
Beoordelingsschema’s voor mondelinge opdrachten
Verschillende technieken voor leespromotie
De mondelinge taalvaardigheid in de tweede graad: voordracht, debat, discussie, interview
De leerplannen van de tweede graad: een globale benadering
Differentiëren (basis)
Evaluatie - Verbeteren
Extra muros: bijwonen van bijscholing(en), bezoek aan het poëziecentrum

Credit voor of vrijgesteld voor
Nederlands 1 en Nederlands 2

Het is niet mogelijk om een olod uit de tweede trajectschijf op te nemen indien de student voor alle van de hiernavolgende olods uit de eerste trajectschijf een tekort behaalde: Er staan als leraar, Praktijk 1: exploreren of Praktijk 1: assisteren, Individueel ontwikkelingstraject 1, Algemene didactiek en een tekort voor Onderwijsvak X1+X2 (één van beide onderwijsvakken over de hele lijn). In dat geval dient de student eerst de olods uit de eerste trajectschijf te hernemen en is het nog niet mogelijk om olods op te nemen uit de tweede trajectschijf.

Dit opleidingsonderdeel ondersteunt de leerresultaten die een vertaling zijn van de niveaudescriptoren leidend tot de graad van bachelor in het hoger professioneel onderwijs uit de Codex Hoger Onderwijs.

OLR
04 Autonoom een eigen levenslang ervaringsleren nastreven
07 Diversiteit als uitgangspunt en als meerwaarde voor het didactisch-pedagogisch handelen in de
onderwijspraktijk gebruiken
08 Ondernemend een dynamisch en innoverende leeromgeving creëren in al zijn facetten
09 Vakinhoudelijke en didactische expertise integreren om op maat leerkansen voor alle leerlingen te creëren
dOLR
04.1 Actuele methodieken en technologie in de eigen onderwijspraktijk integreren
04.2 Eigen vakspecifieke en didactische expertise continu vernieuwen
07.2 Doelstellingen, werkvormen, leerinhouden, leeractiviteiten en evaluatievormen op maat van elke leerling
uitwerken.
07.4 De aanwezige contextuele diversiteit van het kind en van de school constructief betrekken door te
differentiëren in de klas- en op school.
08.2 Authentieke ervaringen hanteren als context voor het leerproces
09.3 Een coherente samenhang nastreven in het onderwijsaanbod zowel vakspecifiek als vakoverschrijdend
09.5 Passende evaluatie en/of assessment organiseren bij het onderwijsleerproces

Dit opleidingsonderdeel ondersteunt, gelinkt aan haar inhoudelijke eigenheid, de mogelijkheid tot implementatie van internationale gastsprekers en/of bezoeken in internationale context.

Werkvormen
Hoorcollege met interactieve en activerende elementen – gastspreker - demonstratie
Werkcollege: interactievorm onderwijsgesprek - begeleide oefeningen - begeleid zelfstandig werk - groepswerk - opdracht gestuurd onderwijs - microteaching
Portfolio

Blended learning
Studiedag - excursie

Eerste examenkans

Schriftelijk en mondeling examen met open en gesloten vragen, opdrachten, werkstuk
Schriftelijk examen (55% van de totale beoordeling)
Mondeling examen (25% van de totale beoordeling)
Opdrachten (20% van de totale beoordeling) praktijkopdrachten o.m.: lesvoorbereiding, administratieve taken, microteachings, reflecties, stageverslag.
Vanuit de visie van taalontwikkelend opleiden is taal een onderdeel bij alle opdrachten.
Het aantal vragen bij het schriftelijk en mondeling examen wordt bepaald naar haalbaarheid binnen de voorziene examineringstijd. Er wordt duidelijk aangegeven op welk gedeelte van de leerinhoud het examen zich richt.
Bijzondere bepalingen: Cf. OER Hogeschool Gent 2018-2019 en FOER Mens en Welzijn 2018-2019
Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de student, wil hij slagen voor dit opleidingsonderdeel, aanwezig te zijn tijdens de aangeboden lessen, actief te participeren tijdens de aangeboden didactische werkvormen, de voorgestelde opdrachten uit te werken en de deadlines te respecteren m.b.t. de taken en opdrachten.
Op het mondeling examen en bij de schriftelijke opdrachten wordt niet alleen de strikte vakinhoud of opdracht geëvalueerd. Als de student blijk geeft van onvoldoende taalvaardigheid op het gebied van de uitspraak, woordkeuze, spelling, interpunctie of zinsbouw, kan tot 20% van het maximale puntentotaal afgetrokken worden.

Tweede examenkans
Voor de tweede examenkans worden dezelfde evaluatievormen en dezelfde verdeling percentage beoordeling aangewend als in de eerste examenkans.
Het aantal vragen bij het schriftelijk en mondeling examen wordt bepaald naar haalbaarheid binnen de voorziene examineringstijd. Er wordt duidelijk aangegeven op welk gedeelte van de leerinhoud het examen zich richt.
Bijzondere bepalingen: Cf. OER Hogeschool Gent 2018-2019 en FOER Mens en Welzijn 2018-2019
Op het mondeling examen en bij de schriftelijke opdrachten wordt niet alleen de strikte vakinhoud of opdracht geëvalueerd. Als de student blijk geeft van onvoldoende taalvaardigheid op het gebied van de uitspraak, woordkeuze, spelling, interpunctie of zinsbouw, kan tot 20% van het maximale puntentotaal afgetrokken worden.

Vanuit de visie van taalontwikkelend opleiden is taal een onderdeel bij alle opdrachten.