Hogeschool Gent
Geraard de Duivelstraat 5 - 9000 Gent
Tel: 09 243 33 33 - E-mail: info@hogent.be
Website: www.hogent.be
Project 3: Procesinnovatie30416/4156/1819/1/87
Studiegids

Project 3: Procesinnovatie

30416/4156/1819/1/87
Academiejaar 2018-19
Komt voor in:
  • Bachelor in de modetechnologie, trajectschijf 2
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 6 studiepunten
Gewicht: 6,00
Totale studietijd: 180,00 uren
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.03.2019 (Semester 2)

Onderwijsorganisatie (studietijd)

Onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten
Begeleid zelfstandig/extern werk120,00 uren
Werkcollege12,00 uren
Zelfstudie48,00 uren
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Men kan dit opleidingsonderdeel enkel mits aparte toelating volgen binnen een creditcontract.
Titularis: Goens Marieke
Andere docenten: Bronselaer Karlijn, De Smet Inge, Godefroidt Frank, Pluym Carine, Weyers Filip
Taalvak: Nee
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 2

Doelstellingen

Een belangrijk deel van de economische groei van een bedrijf wordt bereikt door slimmer te produceren, t.t.z. door met dezelfde hoeveelheid arbeid en kapitaal meer toegevoegde waarde creëren. Een van de middelen om dit te bereiken is procesinnovatie. De studenten leren om het productieproces van een innovatief, duurzaam product te optimaliseren zodat dit een significant effect heeft op de output (het afgeleverde product), kwaliteit en/of kosten. Het eerste prototype wordt geoptimaliseerd en productierijp gemaakt.

Daarnaast simuleren ze het opzetten van een eigen bedrijf dat hun product in de markt zet. Ze maken hiervoor een business plan en een financieel plan.

De afsluitende presentatie gebeurt gedeeltelijk in het Frans waardoor de studenten voeling krijgen met het communiceren in een geglobaliseerde sector.

Inhoud

Voorbereiden en in praktijk toepassen van theorie en aangeleerde technieken.
Een buitenlandse studiereis behoort tot de mogelijkheden.

De studenten vertrekken van een eigen casus.
Op basis van eerder aangeleerde theorie en technieken verwerven ze verder inzicht in de productieprocessen en de apparatuur in de mode-industrie. Met hun kennis van productielogistiek, productiviteitstechnieken en arbeidsanalyse gaan ze aan de slag om de processen te optimaliseren.
Ze analyseren en verklaren de gevolgen van de keuze van een bepaald proces en apparatuur op de werkverdeling, het productieverloop en de kostprijs.

Ze leren een business plan opmaken.
Tijdens de begeleidingsmomenten Frans wordt aangeleerd om hun resultaten te communiceren in het Frans.

Volgtijdelijkheid (VT)

((eerder ingeschreven voor Patroontekenen 1 EN (geslaagd of gedelibereerd voor Prototyping 1 OF geslaagd voor Afwerkingstechnieken 1)) OF geslaagd of gedelibereerd voor Industriële confectietechnieken 1) EN ((geslaagd of gedelibereerd voor Prototyping 2 EN eerder ingeschreven voor Patroontekenen 2 EN eerder ingeschreven voor CAD 1) OF geslaagd of gedelibereerd voor Industriële confectietechnieken 2) EN (geslaagd of gedelibereerd voor Industriële Confectietechnieken 3 OF simultaan te volgen met Prototyping 3) EN (geslaagd of gedelibereerd voor Industriële Confectietechnieken 4 OF simultaan te volgen met Prototyping 4) EN simultaan te volgen met Procesbeheer EN (geslaagd of gedelibereerd voor Prototyping functioneel textiel OF geslaagd of gedelibereerd voor Confectiemachines 1 OF geslaagd of gedelibereerd voor Confectiemachines 2) EN (simultaan te volgen met Project 2: Smart Design OF eerder ingeschreven voor Project 2: Smart Design).

Begincompetenties

De eindcompetenties behaald hebben van Prototyping 1, Prototyping 2, Prototyping Functioneel Textiel, Patroontekenen 1, Patroontekenen 2.

Procesbeheer, Marketing en Smart Design gevolgd hebben.

Eindcompetenties

AC 03.1: De student reflecteert over zijn eigen functioneren.
Indicator 3.1.1: De student reflecteert kritisch over zichzelf en geeft zijn sterktes en zwaktes helder aan. De student formuleert spontaan verbeterdoelen en stuurt uit zichzelf zijn eigen aanpak bij op basis van feedback en nieuwe inzichten. (niveau 3)

AC 03.2: De student is constructief kritisch ingesteld en heeft oog voor alternatieve werkwijzen.
Indicator 3.2.1: De student werkt een alternatieve aanpak uit (methode, materialenkeuze,…) en schat ook van deze aanpak de consequenties in. (niveau 3)

AC 04.1: De student werkt projectmatig.
Indicator 4.1.1: De student zorgt voor realistische en relevante doelstellingen door rekening te houden met de beschikbare tijd en middelen, en met onvoorziene omstandigheden. De student plant en structureert complexe werkzaamheden op een methodische, realistische en soepele manier. De student focust en beheerst het verloop van de werkzaamheden. (niveau 3)

AC 04.2: De student stuurt aan en neemt medeverantwoordelijkheid op voor collectieve resultaten.
Indicator 4.2.1: De student bevordert het doelgericht handelen bij anderen. Hij brengt samenwerkingsverbanden tot stand en handhaaft die. Hij neemt medeverantwoordelijkheid op voor het bepalen, opvolgen en bijsturen van collectieve resultaten. (niveau 3)

AC 05.1: De student kent en past het (internationaal) vakjargon correct toe.
Indicator 5.1.1: De student past systematisch (internationaal) vakjargon correct toe en actualiseert voortdurend zijn vakjargon, aangepast aan de gespecialiseerde (internationale) context waarin hij zich bevindt. (niveau 2)

AC 05.2: De student communiceert mondeling en schriftelijk helder en overtuigend, aangepast aan het niveau van zijn doelgroep.
Indicator 5.2.1: De student verduidelijkt zijn visie en beargumenteert overtuigend zijn standpunten. Hij verdedigt die ten aanzien van een brede of gespecialiseerde doelgroep. (niveau 2)

AC 06.1:
De student is creatief.
Indicator 6.1.1: De student wendt autonoom en op basis van praktijkonderzoek nieuwe methoden en hulpmiddelen aan om niet vertrouwde complexe problemen op te lossen. (niveau 2)

ABC 01.1: De student staat open voor de inbreng van anderen en levert een constructieve bijdrage binnen een multidisciplinair team.
Indicator 1.1.1: De student levert in het kader van een complexe opdracht een constructieve inbreng in een multidisciplinair team. Hij toont respect voor de inbreng van anderen. Hij is opbouwend, assertief en handelt integer ten opzichte van zijn teamleden. (niveau 3)

ABC 01.2: De student organiseert zijn werkzaamheden met het oog op gestelde deadlines en komt afspraken binnen een team na.
Indicator 1.2.1: De student organiseert zelfstandig complexe werkzaamheden zodat hij met het oog op verschillende deadlines de juiste prioriteiten stelt. De student anticipeert op toekomstige taken en komt afspraken na. (niveau 2)

BC 03.1: De student kent de modesector en de verschillende afdelingen binnen een confectiebedrijf en heeft inzicht in de productieflow.
Indicator 3.1.1: De student kent de structuur en productieflow van een confectiebedrijf zowel nationaal als binnen een internationale context. (niveau 4)

BC 06.1: De student analyseert en optimaliseert bestaande werk- en productiemethodes.
Indicator 6.1.1: De student analyseert het bestaande productieproces en werkmethodiek en formuleert verbetervoorstellen. (niveau 3)

Indicator 6.1.2: De student detecteert de knelpunten binnen een productieafdeling en formuleert voorstellen voor een efficiëntere flow. (niveau 4)

BC 07.2: De student analyseert en verwerkt onderzoeksresultaten en formuleert verbetersuggesties.
Indicator 7.2.1: De student analyseert en verwerkt onderzoeksresultaten. (niveau 3)

Onderwijsorganisatie (omschrijving)

Projectwerk
Cases
Excursie
Atelier, labo, practica
Zelfstudie
Oefeningen
Portfolio

Begeleiding

Afstemmingen kunnen gebeuren met de lectoren tijdens de ateliers, oefeningensessies en begeleidingsmomenten. Op afspraak kan buiten de voorziene contacturen bijkomend worden overlegd met de lectoren.

Presentatie Frans: er worden 3 sessies georganiseerd: sessie 1: algemene inleiding, waar de student ook vragen kan stellen; sessie 2 en 3: begeleiding per groep.

Evaluatie

Maximum te behalen punten : 120

Productevaluatie: totaal 70 punten

       Productanalyse, documenten en producten: 25
       Procesanalyse en optimalisatie: 45

Procesevaluatie: totaal 50 punten

       Presentatie Frans en Nederlands: 20
       Begeleidingsproces en zelfreflectie: 10
       Peer assessment: 20

Mogelijkheid tot tweede examenkans voor productevaluatie, niet voor procesevaluatie.
De tweede examenkans bestaat uit een individuele opdracht.

Boeken en syllabi

2. Syllabi
Projecthandleiding ProcesinnovatieVerplicht
  • Auteur: Alexandra De Raeve
  • Editie: 2018-2019

Studiekosten

Geraamde totaalprijs: € 44 (zonder studiereis), € 694 (met studiereis)

Excursie: € 20
Studiereis: € 650
Prototype: stof en benodigdheden € 20
Handleiding project 4: € 4

Consulteer de facultaire aanvullingen op het onderwijs- en examenreglement voor de regeling van deze en overige bijzondere studiekosten

Trefwoorden

t130 productietechnologie, t480 technologie van andere producten, h360 vreemdetalenonderwijs