In dit opleidingsonderdeel leert de student de principes van arbeidsstudie in de confectie-industrie kennen met aandacht voor methodestudie.

Studie van damesbovenstukken (jurk en top). De student leert de verschillende modeltypes kennen. De verschillende afwerkingsmogelijkheden worden onder de loep genomen met studie en opmaak van de bijhorende snijpatronen. De afwerkingsmogelijkheden worden steeds in relatie gezien tot de gestelde kwaliteitseisen, kostprijs en segment. De student gaat hierbij ook zelf op zoek naar verschillende afwerkingsmogelijkheden en werkt diverse deelstukoefeningen uit.

Studie en berekening van garenverbruik i.f.v. opmaak van de B.O.M. en kostprijsberekening. Verschillende methodes voor het berekenen van garenverbruik worden onder de loep genomen.

Studie van de vest (blazer/mantel) met speciale aandacht voor de opmaak van de specifieke snijpatronen waaronder de snijpatronen voor bovenstof, voering en tussenvoering.

Het technisch dossier wordt verder bestudeerd. Hoe wordt het technisch dossier in de eigenlijke praktijk en bij mode- en confectiebedrijven gebruikt? Wat zijn de verschillen in uitzicht en omvang van het technisch dossier van bedrijf tot bedrijf?

Theorie en oefeningen zijn lineair opgebouwd.

Theorie:
- Arbeidsstudie
- Opmaak snijpatronen (bovenstof, voering en tussenvoering) voor de klassieke vest.
- Berekening garenverbruik
- Verdere studie technisch dossier: verschil uitzicht en omvang van het technisch dossier van bedrijf tot bedrijf.
- Studie van damesbovenstuk (jurk en top): verschillende modeltypes, verschillende afwerkingsmogelijkheden i.f.v. van kostprijs, kwaliteitsniveau en segment.

Oefeningen:
Theorie en oefeningen zijn lineair opgebouwd.
- Productanalyse van een damesbovenstuk (jurk en top) met de verschillende deelstukbewerkingen (voering, sluiting, zak, hals – en armuitsnijding , mouw, zoom, … ) die nodig zijn om het stuk af te werken.
- Opmaak snijpatronen en uitwerking van een eigen model, gesteund op een industriële afwerking en productie.
- Uitwerken van een gedeeltelijk technisch dossier voor de jurk en top.
- Verdere focus op technische product specificaties rekening houdend met het internationaal vakjargon in lijn met de ISO- normering.

BZL:
- Opmaken van de snijpatronen (bovenstof, voering en tussenvoering) voor een vest of mantel (basismodel).

(geslaagd of gedelibereerd voor Prototyping 1 OF geslaagd voor Afwerkingstechnieken 1 OF geslaagd of gedelibereerd voor Industriële confectietechnieken 1) EN (geslaagd of gedelibereerd voor Prototyping 2 OF geslaagd of gedelibereerd voor Industriële confectietechnieken 2) EN (simultaan te volgen met Prototyping 3 OF geslaagd of gedelibereerd voor Industriële Confectietechnieken 3).

De eindcompetenties van Prototyping 1 en 2 bereikt hebben en prototyping 3 gevolgd hebben..

AC 07.1: De student zorgt ervoor dat zijn werk beantwoordt aan de gestelde eisen.
Indicator 7.1.1: De student legt zelf de eisen vast voor een complexe taak en oriënteert zijn gedrag daarop. Hij stelt autonoom verbeterdoelen met het oog op kwaliteitsindicatoren. (niveau 3)

AC 08.1: De student stuurt zijn eigen leerproces aan.
Indicator 8.1.1: De student stuurt zijn eigen leerproces voortdurend bij met het oog op de noden die hij zelf vaststelt binnen zijn omgeving. (niveau 2)

ABC 02.1: De student lost werk gerelateerde problemen effectief op.
Indicator 2.1.1: De student analyseert autonoom een complex probleem vanuit verschillende invalshoeken en formuleert een oplossing. (niveau 4)

BC 03.4: De student vervaardigt collectiestukken resp. kledingstukken rekening houdend met de gewenste kwaliteit en prijsklasse
Indicator 3.4.2: De student stelt nieuwe en verbeterde afwerkingen samen en past deze in de praktijk toe. (niveau 3)

Indicator 3.4.3: De student past een snijpatroon aan en stelt het op punt rekening houdend met de produceerbaarheid. (niveau 4)

BC 04.1: De student kent alle technische specificaties en kwaliteitseisen voor het opstellen van een technisch dossier en past dit toe in de praktijk
Indicator 4.1.2: De student stelt een technisch dossier op rekening houdend met de normering. (niveau 3)

BC 04.4: De student kent de normen m.b.t. kwaliteitscontrole en voert deze uit
Indicator 4.4.1: De student is op de hoogte van de kwaliteitseisen en voert de gepaste analyses uit ter controle en interpreteert de testresultaten. (niveau 3)

BZL, cases, hoorcollege, Paper/werkstuk/opdracht , werkcollege, Onderwijsleergesprek, Oefeningen, Portfolio

De studenten kunnen een afspraak maken met de docent voor het bekomen van bijkomende uitleg.

Maximum aantal te behalen punten: 100

Theorie: 45 ptn
Periodegebonden evaluatie: schriftelijk examen met open vragen en/of meerkeuzevragen
Kennis verworven tijdens de oefeningenlessen en BZL, behoren eveneens tot de te kennen leerstof
Mogelijkheid tot tweede examenkans

Oefeningen: 40 ptn
Niet-periodegebonden evaluatie: werkstukken/ portfolio + tussentijdse toetsen zijn mogelijk
Geen mogelijkheid tot tweede examenkans

BZL: 15 ptn
Niet-periodegebonden evaluatie: portfolio/oefeningen.
Geen mogelijkheid tot tweede examenkans

Tijdens de Oefeningen en BZL is aanwezigheid verplicht.

Oefenboek, nodige templates en aanvullende info via Chamilo.

Syllabus: 15 euro
Materiaal stoffen en toebehoren 65 euro

Consulteer de facultaire aanvullingen op het onderwijs- en examenreglement voor de regeling van deze en overige bijzondere studiekosten

t130 productietechnologie, t480 technologie van andere producten