De arbeidsmarkt vraagt om afgestudeerden die naast een gedegen vakkennis ook beschikken over communicatieve vaardigheden en het vermogen tot samenwerking en tot analytisch en probleemoplossend denken. Jezelf kennen en het reflecteren op het eigen gedrag is van wezenlijk belang voor een goede communicatie met de collega's en de klanten. Met praktijkgeoriënteerde opdrachten in het bedrijf of een onderwijsinstelling wordt specifiek aandacht besteed aan het ontwikkelen van een brede beroepsbekwaamheid.

De stageopdracht is multidisciplinair opgebouwd vanuit verschillende studieonderdelen. De studenten bestuderen en integreren de leerinhouden van de diverse opleidingsonderdelen die bij de stageopdracht aan bod komen. In het derde jaar ligt de klemtoon op de beroepsbekwaamheid en het kennis maken met een reële werksfeer. Van de studenten wordt verwacht dat ze volwaardig kunnen functioneren in hun stagebedrijf.

binnen trajectschijf 1 al minstens 60 studiepunten afgewerkt hebben EN binnen trajectschijf 2 al minstens 60 studiepunten afgewerkt hebben EN binnen trajectschijf 3 voor minstens 30 studiepunten ingeschreven zijn EN simultaan te volgen met Bachelorproef.

Kerncompetenties

ingesteldheid tot levenslang leren

+ alle algemene en algemene beroepsgerichte competenties die binnen de opleiding worden nagestreefd:


denk- en redeneervaardigheid (AC1)
het verwerven en verwerken van informatie (AC2)
het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken (AC3)
creativiteit (AC4)
het kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken (AC5)
het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken (AC6)
nauwkeurigheid (AC7)
zin voor initiatief (AC8)

teamgericht kunnen werken (AB1)
oplossingsgericht kunnen werken in de zin van zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen van zinvolle oplossingsstrategieën (AB2)
het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk (AB3)
zelfstandigheid en besluitvaardigheid (AB4)
kwaliteits-, milieu- en veiligheidsbewustzijn (AB5)

zie stagebundel/digitaal leerplatform

Iedere student wordt individueel begeleid door een stagebegeleider (hogeschool) en een stagementor (bedrijf). De stagebegeleider geeft (waar hij kan) bijstand bij technische problemen en volgt de stage stipt administratief op (wekelijks doornemen weekverslagen, feedback geven,...)
De stagebegeleider bezoekt minstens twee keer het stagebedrijf. Er wordt minstens één tussentijds evaluatieformulier opgesteld ( tijdens de eerste helft van de stageperiode ). Er wordt één eindevaluatie opgesteld via een tweede bezoek. De evaluaties worden opgesteld in samenspraak met de stagementor. De student krijgt steeds feedback.

De studenten kunnen voor vragen en begeleiding ook terecht bij de stagecoördinator van de opleiding en/of bij de administratief stagecoördinator van de faculteit.

Bij buitenlandse stages kan een stagebezoek vervangen worden door telefonisch contact, email, skype.

Eerste examenkans

Deel 1: praktijk (75%)
Tussentijdse evaluatie1:30%
Eindevaluatie: 70%

Deze evaluatie gebeurt gezamenlijk door stagebegeleider (hogeschool) en stagementor (bedrijf).

Bemerking: de tussentijdse evaluaties zijn formatief en sturen het leerproces bij.

Deel 2 : verslaggeving en samenwerking (25 %)

Weekrapporten (en indien van toepassing logboek en portfolio) : 60%
Samenwerking (en indien van toepassing zelfreflectie) : 40 %

Deze evaluaties gebeuren door de stagebegeleider (hogeschool).

Tweede examenkans:

Geen mogelijkheid tot tweede examenkans.

De infobundel Stage en alle ander richtlijnen zijn terug te vinden op Chamilo.

De verplaatsingskosten van en naar het bedrijf.