Toegepaste mechanica oefeningen is noodzakelijk voor het verwerven van de nodige competenties in verband met geautomatiseerde installaties te begrijpen en aan te passen.
De student leert op een gestructureerde manier automatiseringsproblemen op te lossen.
Hij leert tevens de juiste automatiseringskeuzes te maken.
De oefeningen worden gebruikt om extra inzicht te verschaffen in de theoretische opgedane kennis.

Er worden labo's georganiseerd betreffende de geziene theorie pneumatica om op die manier de link te kunnen leggen tussen de theorie en de praktijk gelinkt aan de milieusector. Ze dienen daarbij schema’s te lezen , aan te passen en op te stellen. Ze leren kritisch situaties te evalueren en moeten op basis daarvan programma’s schrijven voor PLC toepassingen en servo toepassingen.
• Oefeningen op elektrische signaalgevers en sensoren en signaalomzetting.
• Oefeningen op pneumatische en elektropneumatische schakeltechniek.
• Oefeningen op logische schakelingen.
• Oefeningen op volgordeschakelingen bistabiele ventielen /pneumatisch en elektropneumatisch.
• Aansturen en schrijven van programma’s voor verschillende PLC-sturingen.
• Schrijven van programma’s voor servo-pneumatische assen.

Beschikken over de eindcompetenties van het opleidingsonderdeel Fysica is wenselijk.

ABC 02.1: De student lost werkgerelateerde problemen effectief op.
Indicator 1: De student analyseert autonoom een complex probleem vanuit verschillende invalshoeken en formuleert een oplossing.

AC 01.1: De student analyseert en ziet verbanden, met het oog op het oplossen van sectorgebonden vraagstellingen.
Indicator 1: De student verzamelt en interpreteert zelfstandig relevante gegevens en wendt geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aan om niet vertrouwde complexe vraagstellingen op te lossen.
AC 01.1.2: Kan zelfstandig verbanden leggen tussen verschillende kennisaspecten.
 
AC 06.2: De student is ondernemend.
Indicator 1: De student neemt autonoom beslissingen in functie van de berekende risico’s die hij waarneemt binnen een complexe context.

BCALG03.2: De student beheert apparatuur.
Indicator 3: De student is bekwaam om plannen en technische documenten te lezen en deze te gebruiken/implementeren in een werkveldgerelateerde context.

praktische oefeningen

Eerste examenkans
Niet-periodegebonden evaluatie

Tweede examenkans
Door de verscheidenheid aan competenties die dient te worden afgetoetst in de verschillende domeinen van dit dOLOD kan geen tweede examenkans georganiseerd worden.

Indien een student afwezig is op 1 deelopleidingsonderdeel kan er geen examencijfer voor het samengesteld opleidingsonderdeel berekend worden.

Indien de berekende gewogen score van het samengesteld opleidingsonderdeel meer dan 9 op 20 bedraagt en er is een deelopleidingsonderdeel met een score van minder dan 8 op 20 dan krijgt de student voor het samengesteld opleidingsonderdeel niet de berekende gewogen score maar wordt er automatisch het examencijfer “9 op 20” toegekend