Dit onderdeel wordt in het eerste semester van het derde jaar aangeboden omdat de hier verworven competenties nodig zijn in het verdere verloop van de opleiding.
Na het volgen van het opleidingsonderdeel moeten de studenten in staat zijn elektrische, pneumatische, hydraulische sturingen uit de procesindustrie te begrijpen en zelf eenvoudige sturingen te ontwerpen. Aangezien elektrische sturingen in de praktijk het meest gebruikt worden, wordt hier in de cursus het meest aandacht aan besteed. In het bijzonder komen de microprocessor gestuurde toepassingen uitgebreid aan bod.

 

Deze leerinhoud heeft de bedoeling om de technische deskundigheid en gevarieerde
vakbekwaamheid aan te brengen
De leerinhoud is lineair opgebouwd.

- labo

1. Elektrische sturingen

· Gebruik van schakelaars als sturende elementen. Symbolen, conventies,
tekenschema's, toepassingen.

· Contactoren, timers, tellers: schema's en toepassingen.

· PLC-sturing: het microprocessor stuurapparaat; programmeren; voorbeelden van
toepassing met hun praktische uitwerking.

2. Pneumatische sturingen

· Perslucht en compressoren

· Ventielen en cilinders, vacuümtoepassingen, praktische toepassingen.

3. Hydraulische sturingen

Praktische
oefeningen gerelateerd aan de theorie en chemische praktijkvoorbeelden (vb. rectificatiekolom in het labo chemische technologie), eventueel een bedrijfsbezoek.


- BZL (Begeleid
zelfstandig leren)

Verder uitdiepen van de theorie en labo door praktische opgaven en taken.

Beschikken over de eindcompetenties van het opleidingsonderdeel Toegepaste elektriciteit
en toegepaste mechanica is verplicht.

 

ABC 01.1: De student staat open voor de inbreng van anderen en levert een constructieve bijdrage binnen een multidisciplinair team.
Indicator 1: De student levert in het kader van een complexe opdracht een constructieve inbreng in een multidisciplinair team. Hij toont respect voor de inbreng van anderen. Hij is opbouwend, assertief en handelt integer ten opzichte van zijn teamleden.

ABC 02.1: De student lost werkgerelateerde problemen effectief op.
Indicator 1: De student analyseert autonoom een complex probleem vanuit verschillende invalshoeken en formuleert een oplossing.

BCALG03.2: De student beheert apparatuur.
Indicator 3: De student is bekwaam om plannen en technische documenten te lezen en deze te gebruiken/implementeren in een werkveldgerelateerde context.

BCALG08.1: De student heeft inzicht in materie- en energietransport.
Indicator 1: De student past de basisbegrippen toe in theoretische oefeningen en verwerft inzicht in de elektrische energie en vermogen.

BCCH03.2: De student stuurt en controleert de procesinstallatie en draagt bij tot de verbetering van het proces.
Indicator 2: De student draagt in team bij tot de verbetering van productieprocessen in het bijzonder op het gebied van energie-efficiëntie.  

- labo : praktische oefeningen, eventueel een bedrijfsbezoek
- BZL : taakgericht onderwijs

Er bestaat de mogelijkheid tot een persoonlijke afspraak met de lector.

 

Eerste examenkans
- Labo: 2/3 van de punten (niet-periodegebonden evaluatie)
- BZL: 1/3 van de punten (praktijkgerichte taken met niet-periodegebonden evaluatie

Tweede examenkans
Tweede examenkans enkel mogelijk voor het deel BZL (1/3 van de punten)

Indien een student afwezig is op 1 deelopleidingsonderdeel kan er geen examencijfer voor het samengesteld opleidingsonderdeel berekend worden.

Indien de berekende gewogen score van het samengesteld opleidingsonderdeel meer dan 9 op 20 bedraagt en er is een deelopleidingsonderdeel met een score van minder dan 8 op 20 dan krijgt de student voor het samengesteld opleidingsonderdeel niet de berekende gewogen score maar wordt er automatisch het examencijfer “9 op 20” toegekend