De student krijgt een overzicht van de huidige gentechnologie en moleculaire manipulatie- en analysetechnieken, bruikbaar in de verschillende sectoren van de biotechnologie. Met deze bagage kan elk onderwerp in de stage, of op de latere werkvloer aangepakt worden.

1. Uitgebreid overzicht van biotechnologische DNA onderzoeksmethoden
2. PCR, qPCR en hun toepassingen
3. Cloneringstechnieken en voorbeelden van recente ontwikkelingen
4. Vectoren, gastcellen en transformatietechnieken
5. Recombinant DNA technologie
6. Toepassingen van recombinant DNA technologie met verschillende doelstellingen en verschillende expressiesystemen
9. Introductie tot bio-informatica: in silico toepassingen voor clonering en DNA onderzoek


Inhoudelijke vertaling van de eindcompetenties:

Dit betekent onder meer:
De student kent de huidige gentechnologie en de moleculaire manipulatie- en analysetechnieken, bruikbaar in de verschillende sectoren van de biotechnologie.
De student kan bio-informatica applicaties gebruiken in biotechnologische toepassingen..
De student kan eenvoudige strategiën opstellen met betrekking tot recombinant DNA-technologie.
De student kan gebruik maken van bio-informatica om kennis nodig voor analyses of cloneringen op te zoeken.
De student is in staat om een geschikte biotechnologische analysetechniek te selecteren.
De student is in staat om het verschil tussen verschillende technieken te duiden.

(geslaagd of gedelibereerd voor Biochemie OF geslaagd of gedelibereerd voor Biochemie (keuze)) EN (geslaagd of gedelibereerd voor Biochemie - aanvullingen OF geslaagd of gedelibereerd voor Biochemie - aanvullingen - theorie) EN simultaan te volgen met Genetica.

AC 01.1: De student analyseert en ziet verbanden, met het oog op het oplossen van sectorgebonden vraagstellingen.
Indicator 1: De student verzamelt en interpreteert zelfstandig relevante gegevens en wendt geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aan om niet vertrouwde complexe vraagstellingen op te lossen.

BCALG01.4: De student maakt een gemotiveerde keuze inzake analysemethode.
Indicator 1: De student kiest zelfstandig en op een gefundeerde manier de geschikte analysemethode uit een brede waaier rekening houdend met de beperkingen en de mogelijkheden.

BCBC01.1: De student voert met kennis van zaken biotechnologische technieken uit.
Indicator 2: De student kent en begrijpt complexe biotechnologische technieken wat betreft principe, uitvoering en toepassing.
 

hoorcolleges

discussie en vraagstelling na afspraak en tijdens de oefeningen

Eerste examenkans
Mondeling examen

Tweede examenkans
Mogelijkheid tot tweede examenkans.

eigen cursus ongeveer 10 euro

genetisch materiaal in cellen, organisatie en controle van de genen, DNA-onderzoeksmethoden, clonering, transgene dieren en planten, T490, B200, B220, P320