(geslaagd of gedelibereerd voor Algemene en anorganische chemie OF (geslaagd of gedelibereerd voor Algemene en anorganische chemie - theorie EN geslaagd of gedelibereerd voor Algemene en anorganische chemie - oefeningen)) EN (eerder ingeschreven voor Milieuwetgeving OF eerder ingeschreven voor Milieuwetgeving en -administratie).

Over de eindcompetenties van de opleidingsonderdelen Fysica en Algemene en anorganische chemie beschikken is wenselijk.

ABC 01.1: De student staat open voor de inbreng van anderen en levert een constructieve bijdrage binnen een multidisciplinair team.
Indicator 1: De student levert in het kader van een complexe opdracht een constructieve inbreng in een multidisciplinair team. Hij toont respect voor de inbreng van anderen. Hij is opbouwend, assertief en handelt integer ten opzichte van zijn teamleden.

ABC 01.2: De student organiseert zijn werkzaamheden met het oog op gestelde deadlines en komt afspraken binnen een team na.
Indicator 1: De student organiseert zelfstandig complexe werkzaamheden zodat hij met het oog op verschillende deadlines de juiste prioriteiten stelt. De student anticipeert op toekomstige taken en komt afspraken na.

ABC 02.1: De student lost werkgerelateerde problemen effectief op.
Indicator 1: De student analyseert autonoom een complex probleem vanuit verschillende invalshoeken en formuleert een oplossing.

AC 06.1: De student is creatief.
Indicator 1: De student wendt autonoom en op basis van praktijkonderzoek nieuwe methoden en hulpmiddelen aan om niet-vertrouwde complexe problemen op te lossen.
 
AC 07.1: De student zorgt ervoor dat zijn werk beantwoordt aan de gestelde eisen.
Indicator 1: De student legt zelf de eisen vast voor een complexe taak en oriënteert zijn gedrag daarop. Hij stelt autonoom verbeterdoelen op met het oog op kwaliteitsindicatoren.
Indicator 2: De student beoordeelt zijn resultaat.
 
BCALG03.2: De student beheert apparatuur.
Indicator 3: De student is bekwaam om plannen en technische documenten te lezen en deze te gebruiken/implementeren in een werkveldgerelateerde context.
 
BCALG05.1: De student zoekt wetenschappelijke informatie op.
Indicator 1: De student maakt gericht een selectie van de informatie verkregen uit betrouwbare en relevante wetenschappelijke bronnen.

BCALG05.2: De student evalueert en verwerkt wetenschappelijke bronnen.
Indicator 1: De student maakt een samenhangende synthese vanuit meerdere gespecialiseerde bronnen.

BCALG06.2: De student werkt projectmatig, methodisch en probleemoplossend.
Indicator 1: De student zorgt onder supervisie voor realistische en relevante doelstellingen van een project in een werkcontext en gaat daarbij methodisch en probleemoplossend te werk.

BCALG07.1: De student noteert, verwerkt en interpreteert analyse- en onderzoeksresultaten op een kritische wijze. Hij beschikt hiervoor over de gepaste ICT-vaardigheden.
Indicator 1: De student gebruikt zelfstandig de correcte methode en software om complexe onderzoeksgegevens en analyseresultaten te verwerken.

BCALG08.1: De student heeft inzicht in materie- en energietransport.
Indicator 1: De student past de basisbegrippen toe in theoretische oefeningen en verwerft inzicht in de elektrische energie en vermogen.

BCALG09.1: De student werkt mee aan het opstellen en implementeren van kwaliteitszorgsystemen
Indicator 1: De student functioneert onder begeleiding binnen een kwaliteitszorgsysteem.

BCALG10.1: De student functioneert zelfstandig.
Indicator 1: De student organiseert zelfstandig en gelijktijdig meerdere taken op een efficiënte manier. Hij voert deze taken uit binnen de voorziene tijd en stuurt de planning bij waar nodig.
 
BCALG10.2: De student functioneert in een team.
BCALG10.2.2: De student houdt zich aan de gemaakte afspraken binnen een multidisciplinaire groep in het werkveld.

BCALG11.2: Handelt maatschappelijk en ethisch verantwoord
BCALG11.2.1: De student gaat respectvol om met anderen.

BCMI01.2: De student past bestaande milieutechnologieën toe en draagt bij tot het ontwikkelen van nieuwe toepassingen.
BCMI01.2.1: De student past milieutechnologieën toe en draagt bij tot het ontwikkelen van nieuwe toepassingen.

BCMI02.1: De student past milieuwetgeving toe.
BCMI02.1.1: De student beredeneert in team de impact van de milieuwetgeving in een nieuwe context.
BCMI02.1.4: De student verleent bijstand bij de handhaving van milieuwetgeving.
 
BCMI03.2: De student communiceert adequaat en motiverend met interne actoren.
BCMI03.2.1: De student werkt op een efficiënte manier met elektronische bronnen over milieu-aangelegenheden.

Eerste examenkans

- niet-periode gebonden evaluatie:15 punten
test: bepalen grenswaarden luchtemissies en opmaak solventenboekhouding (met behulp van internettoepassing voor raadpleging wetgeving, rekenmachine)
bespreking luchtzuiveringstechnieken praktijksituatie

- periode gebonden evaluatie: 45 punten
schriftelijk examen ( theorievragen )

Tweede examenkans

Mogelijkheid tot tweede examenkans

emis.vito.be : milieuwetgeving via internet wordt gratis aangeboden

handboek: max. 40 EUR