Via aangepaste oefeningen worden de polluenten van de compartimenten bodem, slib en andere vaste monsters kwantitatief bepaald. Zowel organische micropolluenten als anorganische componenten worden via courante instrumentele methodes gekwantiseerd.

De oefeningen zijn een verderzetting van de oefeningen uit het tweede jaar met nadruk op bodemstalen en waterstalen.
Een selectie uit praktische bepalingen zoals : grondanalyse (pH, K, Ca, Mg, fosfaat, nitraat, koolstof, luthumgehalte,..); extractie en bepalen van PAK's in bodem of slib via GC ; extractie en bepalen van BTEX in bodemstalen via GC ; extractie en bepalen van zware metalen in slib of bodem via AAS ; bepalen van fosfaten in detergenten; bepaling van fluoride in oa. water, bodem of andere vaste monsters met de fluoride-ISE; bepalen van NOx in lucht ; toepassing op HLPC, toepassing op fluorescentiespectroscopie, bepalen van residu's van fungiciden op citrusvruchten , ea
De selectie van de oefeningen geberut in functie van het aantal studenten en de beschikbare apparatuur.

(geslaagd of gedelibereerd voor Analysetechnieken OF geslaagd of gedelibereerd voor Analysetechnieken) EN geslaagd of gedelibereerd voor Milieu-analyse 1.

Raadpleeg de rubriek volgtijdelijkheid.

AC 05.3: De student rapporteert adequaat (mondeling en schriftelijk) en gebruikt daarbij de juiste vakterminologie.
Indicator 2: De student rapporteert schriftelijk en traceerbaar over meerdere experimenten op een samenhangende manier en gebruikt daarbij de juiste vakterminologie.

AC 07.1: De student zorgt ervoor dat zijn werk beantwoordt aan de gestelde eisen.
Indicator 2: De student beoordeelt zijn resultaat.
Indicator 3: De student heeft oog voor ordelijkheid bij de uitvoering van zijn taken.
 
BCALG01.3: De student beheerst een brede waaier aan instrumentele analysetechnieken.
Indicator 1: De student kent complexe instrumentele analysetechnieken en voert ze zelfstandig uit.

BCALG01.5: De student neemt op een correcte manier stalen en bereidt deze voor.
Indicator 1: De student neemt zelfstandig een representatief staal voor analyse en bereidt het op een gepaste manier voor.
 
BCALG02.2: De student beoordeelt en valideert methoden.
Indicator 2: De student valideert zelfstandig de methode.

BCALG03.1: De student bedient apparatuur
Indicator 1: De student bedient apparatuur aan de hand van de technische handleiding.

BCALG03.2: De student beheert apparatuur.
Indicator 1: De student voert zelfstandig kalibraties uit.
Indicator 2: De student lost onder begeleiding eenvoudige technische problemen op.
 
BCALG07.1: De student noteert, verwerkt en interpreteert analyse- en onderzoeksresultaten op een kritische wijze. Hij beschikt hiervoor over de gepaste ICT-vaardigheden.
Indicator 1: De student gebruikt zelfstandig de correcte methode en software om complexe onderzoeksgegevens en analyseresultaten te verwerken.

BCALG07.3: De student interpreteert kritisch resultaten.
Indicator 1: De student interpreteert zelfstandig resultaten in de correcte (bio-)chemische context.

BCALG09.2: De student werkt veilig.
Indicator 1: De student heeft oog voor mogelijke risico’s en gevaren en kan een risicoanalyse uitvoeren.

BCALG09.3: De student werkt milieubewust.
Indicator 1: De student handelt milieubewust.

BCMI01.1: De student past milieu-analyses toe en volgt ze op.
Indicator 2: De student voert aan de hand van een werkwijze complexe water-, lucht-, geluid- of bodemanalyses zelfstandig en efficiënt uit.

- De labo-oefeningen worden uiteengezet in de inleidingsles.
- Bij het uitvoeren van de experimenten is er een permanente begeleiding zodat de student op ieder ogenblik uitleg kan vragen over de uit te voeren oefening en bediening van de te gebruiken apparatuur.
- De resultaten van sommige analyses worden getoetst aan analyseresultaten die de studenten kunnen raadplegen op de internetsites.
- Studieuitstap : bezoek aan een labo dat aan milieuonderzoek doet.

- Bij het uitvoeren van de experimenten is er een permanente begeleiding zodat de student op ieder ogenblik uitleg kan vragen over de uit te voeren oefening en bediening van de te gebruiken apparatuur

- Permanente mogelijkheid tot vraagstelling tijdens en/of na de practica.

- Mogelijkheid tot individuele afspraak met de titularis.

Eerste examenkans:

* Periode gebonden evaluatie:
Niet van toepassing.

* Niet-periode gebonden evaluatie:
Enerzijds evaluatie op basis van de gemaakte verslagen na elke practicum, de wetenschappelijk correctheid ervan, correcte verwerking van de meetresultaten, de juistheid van de bekomen analyseresultaten.
Anderzijds evaluatie op de praktische uitvoering van de analysen, onder meer door inzicht in de uitgevoerde analysen en verantwoord gedrag in het laboratorium, de inzet en zelfstandigheid bij het werk in het labo, correct hanteren van labomateriaal en toestellen, milieubewust handelen in het labo, enz.
Schriftelijke test en mondelinge test op het einde over de praktische oefeningen.
Mogelijkheid tot 2de examenkans mits behoud van 75% van de punten.

Tweede examenkans:

* Periode gebonden evaluatie:
Niet van toepassing.

* Niet-periode gebonden evaluatie: 
Mogelijkheid tot 2de examenkans mits behoud van 75% van de punten behaald in eerste examenkans en herkansing voor de overige 25%. Herkansing bestaat uit een theoretische test en het zelfstandig uitvoeren van een analyse voor het bepalen van een milieuparameter.

Eventuele transportkosten voor een studie-uitstap

Zie alle info over bijzondere studiekosten op de website.

P305, Analytische chemie, bodemanalysen, wateranalysen