Theorie :

De studenten een overzicht geven van de polluerende componenten in de milieucompartimenten water, bodem, waterbodem en hen er tevens op wijzen welke nadelige gevolgen er daardoor ontstaan. Van groot belang is de kwantitatieve chemische analyse waar zij als laboranten in hun later beroepsleven zullen voor instaan. Voor ieder milieupolluerende component wordt dan ook de meest gebruikelijke analysemethode(n) besproken. Hierbij wordt qua reacties en technieken gedeeltelijk gesteund op de cursus Analysetechnieken en komen een aantal nieuwe technieken aan bod.

Oefeningen :

De studenten analytische technieken bijbrengen zeer specifiek gericht op de analyse van polluenten uit het milieucompartiment water (oppervlaktewater, putwater, afvalwater). Hierbij wordt gesteund op analytische bewerkingen en meettechnieken uit de labo-oefeningen Analysetechnieken.

Theorie :

Deel 1 : Water en afvalwater
- Classificatie van de waterverontreiniging
- Type analyses, kwaliteitsnormen, bemonstering en conservering
- Monstervoorbereidingstechnieken voor milieumonsters
- Zuurstofbalans : BOD ; COD ; bepalen van opgeloste zuurstof
- Niet specifieke bepalingen : temperatuur, pH, geleidbaarheid , opgeloste en onopgeloste bestanddelen, alkaliniteit, aciditeit, hardheid
- Bepalen van kationen : ammoniumstikstof, ijzer, zware metalen via AAS, ICP-MS
- Bepalen van anionen : chloride, fluoride , sulfaat, sulfiet, sulfide, fosfaten, nitraat, nitriet, org. N, cyanide

- Organische micropolluenten : detergenten, PAK, minerale oliën, fenolen, PCB's, pesticiden, BTEX

Deel 2 : Bodem en waterbodem
- Classificatie van de bodem en waterbodem verontreiniging
- Bodempollutie door minerale voedingsstoffen; zware metalen en organische componenten.
- Normen : bodemsaneringsdecreet
- Bronnen van verontreiniging van een waterbodem
- Zware metalen; organische micropolluenten in de waterbodem
- Analysemethodes voor bodem en waterbodem

Oefeningen :
Bepalen van een aantal parameters afhankelijk van de herkomst van het water (oppervlaktewater, putwater, afvalwater) o.a. pH, geleidbaarheid, BOD, COD : macroprocédé en colorimetrische microprocédé, ammoniakale en organische stikstof, chloride, ijzer, fosfaten, nitrieten, nitraten, detergenten in afvalwater, enz. De parameters worden zo gekozen dat er zoveel mogelijk verschillende technieken kunnen ingeoefend worden.

AC 05.2: De student communiceert mondeling en schriftelijk helder en overtuigend, aangepast aan het niveau van zijn doelgroep.
Indicator 1: De student verduidelijkt zijn visie en beargumenteert overtuigend zijn standpunten. Hij verdedigt die ten aanzien van een brede of gespecialiseerde doelgroep. (mondeling)

AC 05.3: De student rapporteert adequaat (mondeling en schriftelijk) en gebruikt daarbij de juiste vakterminologie.
Indicator 2: De student rapporteert schriftelijk en traceerbaar over meerdere experimenten op een samenhangende manier en gebruikt daarbij de juiste vakterminologie.

AC 07.1: De student zorgt ervoor dat zijn werk beantwoordt aan de gestelde eisen.
Indicator 2: De student beoordeelt zijn resultaat.

BCALG01.1: De student beschikt over voldoende kennis om analyses uit te voeren
Indicator 1: De student kent en begrijpt complexe analysemethoden wat betreft principe, uitvoering en toepassing.

BCALG01.2: De student voert analyses correct uit.
Indicator 1: De student voert aan de hand van een werkwijze een complexe analysemethode en/of techniek zelfstandig en efficiënt uit.

BCALG01.5: De student neemt op een correcte manier stalen en bereidt deze voor.
Indicator 1: De student neemt zelfstandig een representatief staal voor analyse en bereidt het op een gepaste manier voor.

BCALG02.1: De student past bestaande en nieuwe technieken toe.
Indicator 1: De student past zelfstandig bestaande en nieuwe technieken toe.

BCALG07.1: De student noteert, verwerkt en interpreteert analyse- en onderzoeksresultaten op een kritische wijze. Hij beschikt hiervoor over de gepaste ICT-vaardigheden.
Indicator 1: De student gebruikt zelfstandig de correcte methode en software om complexe onderzoeksgegevens en analyseresultaten te verwerken.

BCALG09.2: De student werkt veilig.
Indicator 1: De student heeft oog voor mogelijke risico’s en gevaren en kan een risicoanalyse uitvoeren.

- Hoorcolleges

- Practica (labo-oefeningen)

 Eerste examenkans

* Periode gebonden evaluatie (75%) 
Examen met een gedeelte waarbij theoretische vragen na schriftelijke voorbereiding mondeling toegelicht worden en waar het inzicht getoetst wordt over verschillende milieu-analysen die in de cursus behandeld werden. Een gedeelte van het examen is schriftelijk en omvat o.a. oefeningen en toepassingen.
Mogelijkheid tot 2de examenkans.

* Niet-periode gebonden evaluatie (25%) 
Evaluatie op basis van het gemaakte verslag, dat wetenschappelijk correct moet zijn, correcte verwerking van de meetresultaten, de juistheid van de bekomen analyseresultaten, praktische uitvoering van de analysen, inzicht in de uitgevoerde analysen en verantwoord gedrag in het laboratorium.
Schriftelijke test op het einde over de praktische oefeningen.


Tweede examenkans

* Periode gebonden evaluatie (75%):
Zie eerste examenkans

* Niet-periode gebonden evaluatie (25%):
Mogelijkheid tot tweede examenkans mits behoud van 75% van de oorspronkelijke punten van de oefeningen en herkansing voor 25% van de punten voor oefeningen mits uitvoeren van een specifieke praktische opdracht.

Syllabi via de cursusdienst