De theoriecursus fysicochemie bouwt voort op een aantal elementaire begrippen uit de cursus algemene chemie waarbij de student reeds in staat moet zijn om een reactieschema aan te passen en concentratieberekeningen door te voeren.

Het doel van de cursus fysicochemie is om studenten wegwijs te maken in de beginselen van de belangrijkste fysicochemische wetten en hem/haar te leren redeneringen op te bouwen om de verschillende wetmatigheden op verscheidene processen toe te passen.

De leerinhoud is thematisch geordend.
Theorie:
Deel 1: Thermodynamische en kinetische beschrijving van het gedrag van gassen
Deel 2: Thermodynamica en thermochemie
- warmte/ arbeid/ calorimetrie/ hoofdwetten en toepassingen
- enthalpie: afgeleiden en toepassingen
- entropie: hoofdwet, Carnot en toepassingen
- vrije enthalpie/ chemische potentiaal: spontaneïteit van processen
Deel 3: Fasenevenwicht: fasediagrammen interpreteren en toepassen, colligatieve eigenschappen voorspellen.
Deel 4: Chemisch evenwicht: definities, toepassingen en invloed van parameters op de ligging van het evenwicht
Deel 5: Kinetiek van reacties: bespreking van de meest voorkomende mechanismen/ katalyse

Deze theorie wordt aangevuld met theoretische oefeningen die zowel in de theoriecursus als in de practicumcursus worden aangeboden.

Beschikken over de eindcompetenties van het opleidingsonderdeel Algemene en anorganische chemie, fysica en wiskunde zijn verplicht. Bij voorkeur reeds practica analysetechnieken gevolgd hebben.

AC 01.1: De student analyseert en ziet verbanden, met het oog op het oplossen van sectorgebonden vraagstellingen.
Indicator 2: Kan zelfstandig verbanden leggen tussen verschillende kennisaspecten.

AC 05.1: De student kent en past het (internationaal) vakjargon correct toe.
Indicator 1: De student past systematisch (internationaal) vakjargon correct toe en actualiseert voortdurend zijn vakjargon, aangepast aan de gespecialiseerde (internationale) context waarin hij zich bevindt.

AC 05.2: De student communiceert mondeling en schriftelijk helder en overtuigend, aangepast aan het niveau van zijn doelgroep.
Indicator 1: De student verduidelijkt zijn visie en beargumenteert overtuigend zijn standpunten. Hij verdedigt die ten aanzien van een brede of gespecialiseerde doelgroep. (mondeling)

BCALG12.1: De student past wetenschappelijke kennis toe binnen zijn vakgebied.
Indicator 1: De student kan zelfstandig verbanden leggen tussen verschillende (wetenschappelijke) kennisaspecten.

BCCH02.1: De student bezit een grondige kennis van de eigenschappen en de vormgeving van diverse materialen/polymeren.
Indicator 1: De student begrijpt de relatie tussen de structuur en de fysische en chemische eigenschappen van diverse materialen/polymeren.
 

De theorie, de redeneervaardigheden en het leren oplossen van vraagstukken worden op een interactieve manier aangeleerd aan de studenten.

Theorie: mogelijkheid tot het bekomen van extra uitleg na afspraak met de docent.

Vraagstukken: de vraagstukken worden volledig beredeneerd in een open gesprek tussen docent en student

Eerste examenkans
- Periodegebonden evaluatie
- Mondeling examen met voorafgaande schriftelijke voorbereiding voor de theorie fysicochemie. Examen omvat open kennis- en redeneringsvragen. (1 dag)
- Schriftelijk examen voor de theoretische vraagstukken uit de theorie en practica (1dag)

Tweede examenkans
Mogelijkheid tot tweede examenkans

Indien een student afwezig is op 1 deelopleidingsonderdeel kan er geen examencijfer voor
het samengesteld opleidingsonderdeel berekend worden.

Indien de berekende gewogen score van het samengesteld opleidingsonderdeel meer dan
9 op 20 bedraagt en er is een deelopleidingsonderdeel met een score van minder dan 8 op
20 dan krijgt de student voor het samengesteld opleidingsonderdeel niet de berekende
gewogen score maar wordt er automatisch het examencijfer “9 op 20” toegekend