In het kader van een biochemische projectopdracht, waarin biochemische en/of microbiologische analyses aan bod komen, moeten de studenten in groepjes de eerder verworven theoretische kennis kunnen toepassen in praktijk. De student moet in staat zijn om de basiskennis die hij verwerft in de cursus biochemie, aanvullende biochemie, levensmiddelenanalyse en -microbiologie op zelfstandige basis verder aan te vullen met specifieke informatie. Via de bibliotheek, internet en/of chamilo winnen de studenten informatie in en verwerken deze tot een rapport, dit aan de hand van opdrachten. Bovendien dienen een aantal onderwerpen ook praktisch uitgewerkt te worden in de daarvoor voorziene tijd in het labo biochemie en/of het labo microbiologie. In groepjes maken de studenten een uitgebreid rapport. De resultaten worden op het einde van het semester voorgesteld in een presentatie en de studenten kunnen hun werk en resultaten verdedigen tijdens de bespreking.

Beschrijving van de inhoud:
De student krijgt een thematische projectopdracht die jaarlijks inhoudelijk kan variëren. Concreet zal de student in staat moeten zijn om zowel biochemische, microbiologische, chemische als fysische analysen toe te passen in een actueel onderzoeksthema.

In het kader van dit biochemisch project stapt de opleiding chemie in academiejaar 2018-2019 in een proefproject 'Internationale Studieweek Biobased Opportunities 2019' in samenwerking met de Avans Hogeschool in Breda. Van elk instituut worden 16 studenten geselecteerd. Deze studenten zullen gedurende één week (van 1 tot 5  april) samen werken rond één centraal onderzoeksthema. De studenten zullen praktisch werk verrichten in de laboratoria van de Avans Hogeschool in Breda en zullen de verwerking en presentatie van de resultaten aan de Hogeschool Gent doen. Gedurende deze projectweek blijven de studenten de volledige week samen en afhankelijk van de activiteit zullen ze overnachten in regio Breda of in regio Gent.

Inhoudelijke vertaling van de eindcompetenties:
- De student schrijft onder meer het uitgevoerde werk op een heldere manier neer. Hij heeft hierbij aandacht voor het trekken van besluiten uit de verzamelde gegevens door vergelijking met literatuurgegevens in een labologboek.
- De student stelt onder meer het onderwerp en gepresteerde werk helder voor voor de medestudenten en projectcoaches.
- De student voert onder meer een literatuurstudie uit.
- De student verwerkt zijn literatuurstudie, experimenten, interpretaties en besluiten in een overzichtelijk wetenschappelijk rapport.
- De student werkt onder meer een experiment uit gestaafd met betrouwbare bronnen.
- De student interpreteert onder meer kritisch resultaten.
- De student interpreteert en becommentarieert onder meer de resultaten (zoals bekomen uit labomanipulaties) en achterhaalt of deze correct kunnen zijn in de gegeven context.
- De student houdt zich onder meer aan deadlines en afgesproken taken.
- De student draagt onder meer actief bij aan het uitwerken en uitvoeren van het project.

(geslaagd of gedelibereerd voor Organische chemie OF geslaagd of gedelibereerd voor Organische Chemie - theorie) EN geslaagd of gedelibereerd voor Project 2: Bio-organische zoektocht EN (geslaagd of gedelibereerd voor Microbiologie OF geslaagd of gedelibereerd voor Microbiologie - oefeningen) EN geslaagd of gedelibereerd voor Biologie EN (simultaan te volgen met Biochemie OF geslaagd of gedelibereerd voor Biochemie (keuze)) EN simultaan te volgen met Biochemische analysetechnieken - theorie EN simultaan te volgen met Levensmiddelenanalyse en -microbiologie EN (simultaan te volgen met Biochemische analysetechnieken - oefeningen OF geslaagd of gedelibereerd voor Biochemie - aanvullingen).

Beschikken over de eindcompetenties van de opleidingsonderdelen organische chemie, microbiologie, biologie, en project 2, bio-organische zoektocht, is verplicht. Het volgen of gevolgd hebben van biochemie, biochemie-aanvullingen en levensmiddelenanalyse en -microbiologie is wenselijk.

AC 01.2: De student is op de hoogte van sectorspecifieke (internationale) onderzoeksresultaten en past die via kwalitatieve logische redeneervormen toe binnen de beroepscontext.
Indicator 1: De student past binnen het kader van zijn beroepspraktijk complexe gespecialiseerde vaardigheden toe die gelieerd zijn aan onderzoeksuitkomsten.

AC 03.2: De student is constructief kritisch ingesteld en heeft oog voor alternatieve werkwijzen.
Indicator 1: De student werkt een alternatieve aanpak uit (methode, materialenkeuze,…) en schat ook van deze aanpak de consequenties in.

BCALG05.1: De student zoekt wetenschappelijke informatie op.
Indicator 1: De student maakt gericht een selectie van de informatie verkregen uit betrouwbare en relevante wetenschappelijke bronnen.

BCALG05.2: De student evalueert en verwerkt wetenschappelijke bronnen.
Indicator 1: De student maakt een samenhangende synthese vanuit meerdere gespecialiseerde bronnen.

BCALG05.3: De student refereert correct naar geraadpleegde bronnen.
Indicator 1: De student refereert correct naar geraadpleegde bronnen (geen plagiaat).

BCALG06.1: De student stelt een onderzoeksvraag op en analyseert deze.
BCALG06.1.1: De student formuleert een onderzoeksvraag en draagt bij aan het bepalen van een onderzoeksstrategie.

BCALG06.2: De student werkt projectmatig, methodisch en probleemoplossend.
Indicator 1: De student zorgt onder supervisie voor realistische en relevante doelstellingen van een project in een werkcontext en gaat daarbij methodisch en probleemoplossend te werk.
 
BCALG07.1: De student noteert, verwerkt en interpreteert analyse- en onderzoeksresultaten op een kritische wijze. Hij beschikt hiervoor over de gepaste ICT-vaardigheden.
Indicator 1: De student gebruikt zelfstandig de correcte methode en software om complexe onderzoeksgegevens en analyseresultaten te verwerken.

BCALG07.3: De student interpreteert kritisch resultaten.
Indicator 1: De student interpreteert zelfstandig resultaten in de correcte (bio-)chemische context.

BCALG10.2: De student functioneert in een team.
Indicator 1: De student neemt medeverantwoordelijkheid op voor collectieve resultaten.
Indicator 2: De student houdt zich aan de gemaakte afspraken binnen een multidisciplinaire groep in het werkveld.

Onderwijsgroepjes, leergesprekken, praktische labo-oefeningen
Begeleid zelfstandig leren, discussie, groepswerk, peerteaching, projectwerk, atelier/labo/practica

Op vaste momenten krijgen de projectgroepen feedback van de docent. De studenten kunnen na afspraak met specifieke vragen bij de docent terecht.

Eerste examenkans:

Niet- periodegebonden evaluatie:
Aanwezigheid is verplicht.

In totaliteit zal het project als volgt beoordeeld worden:
-groepswerk: logboek, voorbereiding, labowerk, observatie en reflectie
-rapportering: verslag, rapport, chamilo, presentatie en verdediging
-peer- en selfassessment (dit wil zeggen dat de studenten zichzelf en elkaar onderling zullen moeten evalueren)

De student zal regelmatig tussentijds moeten rapporteren over de voortgang van het project. Dit zal gebeuren tijdens een aantal evaluatiemomenten, praktische oefeningen en onderwijsgroepjes.
Per keer dat een student op deze momenten ongewettigd afwezig is, zal hij 50% van zijn punten verliezen op het groepswerk.
Voor studenten die een sterk verschillende inzet, attitude en motivatie tonen in het groepswerk kan er overgegaan worden op een individuele quotering.

Tweede examenkans:
Geen mogelijkheid tot tweede examenkans.

Studiekosten: maximaal 5 euro.
Opzoekwerk op internet -bibliotheek kan men gratis vanuit de Hogeschool Gent doen.
Basisuitrusting chemie: labojas, veiligheidsbril, spatel, propipet (te gebruiken in alle praktische oefeningen in laboratoria): een éénmalige kost van ongeveer 50 euro.

De studenten die deelnemen aan de Internationale Studieweek Biobased Opportunities 2019 zullen wel moet rekening houden met een meerkost van 200 € voor overnachtingen en/of maaltijden.

Zie alle info over bijzondere studiekosten op de website.

B230 (microbiologie), p004 (biochemie)