Via een aantal oefeningen wordt verdere praktische ervaring opgedaan in de volumetrie, in de instrumentele spectroscopische technieken en de instrumentele analyse. De student ontwikkelt een zekere zelfstandigheid in het werken met analyseapparatuur.

Praktische oefeningen zoals : bepalen van fosfaten in detergenten; bepalen van Mn in staal ; bepalen van fluoride in tandpasta en drinkwater ; bepalen van zware metalen via vlam-AAS; bepalen van mineralen via vlam-AES ; oefeningen met de automatische titrator; analyse van een grondstaal ; bepalen van PAK met behulp van GC, analytische bepalingen met HPLC, bepalen van kinine via fluorescentiespectroscopie, ea. De oefeningen kunnen variëren naargelang de beschikbaarheid van de apparatuur.

Beschikken over de eindcompetenties van de opleidingsonderdelen Analysetechnieken en Scheidingstechnieken is verplicht.

AC 05.3: De student rapporteert adequaat (mondeling en schriftelijk) en gebruikt daarbij de juiste vakterminologie.
Indicator 2: De student rapporteert schriftelijk en traceerbaar over meerdere experimenten op een samenhangende manier en gebruikt daarbij de juiste vakterminologie.

AC 07.1: De student zorgt ervoor dat zijn werk beantwoordt aan de gestelde eisen.
Indicator 2: De student beoordeelt zijn resultaat.
Indicator 3: De student heeft oog voor ordelijkheid bij de uitvoering van zijn taken.
 
BCALG01.3: De student beheerst een brede waaier aan instrumentele analysetechnieken.
Indicator 1: De student kent complexe instrumentele analysetechnieken en voert ze zelfstandig uit. 
 
BCALG01.5: De student neemt op een correcte manier stalen en bereidt deze voor.
Indicator 1: De student neemt zelfstandig een representatief staal voor analyse en bereidt het op een gepaste manier voor.

BCALG03.1: De student bedient apparatuur
Indicator 1: De student bedient apparatuur aan de hand van de technische handleiding.

BCALG03.2: De student beheert apparatuur.
Indicator 1: De student voert zelfstandig kalibraties uit.

BCALG07.1: De student noteert, verwerkt en interpreteert analyse- en onderzoeksresultaten op een kritische wijze. Hij beschikt hiervoor over de gepaste ICT-vaardigheden.
BCALG07.1.1: De student gebruikt zelfstandig de correcte methode en software om complexe onderzoeksgegevens en analyseresultaten te verwerken.

BCALG07.3: De student interpreteert kritisch resultaten.
Indicator 1: De student interpreteert zelfstandig resultaten in de correcte (bio-)chemische context.

BCALG09.2: De student werkt veilig.
Indicator 1: De student heeft oog voor mogelijke risico’s en gevaren en kan een risicoanalyse uitvoeren.

BCALG11.2: Handelt maatschappelijk en ethisch verantwoord
Indicator 3: De student geeft de bekomen resultaten waarheidsgetrouw weer.

De oefeningen worden besproken in een algemene inleidingsles waarin de principes worden herhaald en de werkverdeling wordt toegelicht. Bij het uitvoeren van de oefening krijgt de student permanente begeleiding waardoor hij in staat is onder optimale omstandigheden de voorbereiding, metingen en resultatenverwerking uit te voeren.

Eerste examenkans

Niet-periodegebonden evaluatie via beoordeling gedurende de oefeningen, laboverslagen (vormgeving en accuraatheid) en test.


Tweede examenkans

Mogelijkheid tot tweede examenkans mits behoud van 75% van de punten uit de eerste examenkans en herkansing voor 25% van de punten. Dit houdt in een herkansing door middel van een theoretische test.

Indien een student afwezig is op 1 deelopleidingsonderdeel kan er geen examencijfer voor het samengesteld opleidingsonderdeel berekend worden.

Indien de berekende gewogen score van het samengesteld opleidingsonderdeel meer dan 9 op 20 bedraagt en er is een deelopleidingsonderdeel met een score van minder dan 8 op 20 dan krijgt de student voor het samengesteld opleidingsonderdeel niet de berekende gewogen score maar wordt er automatisch het examencijfer “9 op 20” toegekend