1. Kan in een werkomgeving boekhoudkundige, fiscale, financiële, juridische informatie verzamelen, kritisch evalueren en deze manueel/gebruik makend van software verwerken tot een samenhangend geheel (AF9)
Indicatoren

• Kan binnen de beschikbare tijd informatie op een doeltreffende manier verzamelen, ontcijferen en verwerken.
• Kan gegevens gestructureerd samenbrengen en op een originele manier voorstellen en bewerken.
• Kan hiaten in de verkregen informatie onderkennen.
• Kan de informatie kritisch beoordelen.
• Kan de ingezamelde boekhoudkundige, fiscale, financiële en juridische informatie verwerken tot bruikbare outputgegevens, hetzij manueel, hetzij door gebruik van boekhoudkundige en fiscale software.

2. Kan relevante (boekhoudkundige, fiscale, financiële, juridische en bedrijfseconomische) gegevens verzamelen en interpreteren en geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om niet-vertrouwde complexe problemen uit de beroepspraktijk op te lossen (VKS6/3) (AF10)
Indicatoren

• Kan zowel een vertrouwd als niet-vertrouwd boekhoudkundig, fiscaal, juridisch of beleidsprobleem omschrijven en afbakenen.
• Verzamelt en interpreteert relevante gegevens en zet deze om in bruikbare informatie bij het benaderen van een vertrouwd/niet-vertrouwd probleem.
• Zoekt methodes en hulpmiddelen om een vertrouwd/niet-vertrouwd probleem op te lossen.
• Past deze methodes correct toe.
• Kan de resultaten van diverse benaderingen staven met de nodige argumenten en berekeningen en koppelt deze terug naar de theorie.
• Weegt de mogelijke oplossingen tegenover elkaar af.
• Kiest de best passende oplossing en implementeert deze.

3. Kan in een werkomgeving handelen in complexe en gespecialiseerde (accountancy/fiscaliteit) contexten (VKS6/4) (AF10)

Indicatoren

• Kan volgens de geldende normen een gedetailleerde boekhouding voeren door het opstellen en registreren van vereiste stukken.
• Kan rapporteren op basis van de boekhouding onder de vorm van een (geconsolideerde) jaarrekening, jaarverslag, verklarende toelichtingen.
• Beheerst de fiscale, parafiscale en boekhoudkundige wetgeving (inclusief de bijhorende rechtspraak en rechtsleer) en kan deze adequaat toepassen in een fiscaal of boekhoudkundig dossier.
• Kan instaan voor het beheer van fiscale dossiers, beginnend bij het verzamelen van de nodige stukken tot en met het opstellen van de vereiste documenten en de opvolging ervan.
• Heeft inzicht in de basisprincipes en –technieken van interne en externe controle van de boekhouding en de organisatie.
• Kan de financiële gezondheid van een onderneming analyseren en beoordelen en in het licht daarvan adviezen formuleren.
• Kan boekhouding, (para)fiscaal en ondernemingsgericht advies verlenen, zowel intern als ondersteuning van het bedrijfsbeleid als extern naar klanten en opdrachtgevers toe.
• Kan de wettelijk vereiste stukken voor het voeren van de boekhouding en het toepassen van de fiscale wetgeving opstellen, registreren, beheren en opvolgen.

4. Kan functioneren met volledige autonomie en een ruime mate van initiatief (VKS6/5) (BM7)
Indicatoren

• Neemt op eigen initiatief taken op zich.
• Werkt zelfstandig en op een overzichtelijke en efficiënte manier taken correct en nauwkeurig af.
• Zet zich ten volle in voor het werk door steeds het beste van zichzelf te geven, optimaal te presteren en hoge kwaliteit na te streven.
• Staat open voor kritiek en houdt rekening met feedback.
• Blijft doorzetten, ook bij tegenslag, frustratie, tegenwerking, druk of detailarbeid.
• Is bereid tot het leveren van ruimere prestaties en is flexibel.
• Respecteert deadlines.
• Demonstreert het nodige zelfvertrouwen.

5. Kan medeverantwoordelijkheid opnemen voor het bepalen van collectieve resultaten (VKS6/6) (BM8)
Indicatoren

• Integreert zich in de werkomgeving.
• Kan zich identificeren met en werkt mee aan de gemeenschappelijke doelstellingen van de werkomgeving.
• Werkt constructief samen met collega's en leidinggevenden.
• Kan omgaan met kritiek en eventuele conflicten in een werkomgeving.

6. Kan handelen volgens de deontologische regels verbonden aan het beroep (AF11)

Indicatoren

• Past de deontologische regels eigen aan het beroep toe in een werkomgeving.
• Gaat zorgvuldig en discreet om met persoonlijke, gevoelige of vertrouwelijke informatie.
• Handelt onafhankelijk en onpartijdig.
• Heeft aandacht voor ethische principes.
• Past zicht aan de bedrijfscultuur aan.

7. Kan competenties van communicatieve vaardigheden toepassen in een werkomgeving  (AF1)
Indicatoren

• Kan vlot mondeling en schriftelijk communiceren in het Nederlands in een werkomgeving.
• Kan praktische kennis van vreemde talen (Frans en Engels) toepassen in een werkomgeving.

8. Kan in een werkomgeving projectmatig werken (BM5)
Indicatoren

• Denkt vooraf na over een planmatige aanpak.
• Kan structuur aanbrengen in een veelheid van taken.
• Kan een prioriteitenlijst opstellen.
• Kan de prioriteitenlijst op een consequente manier afwerken binnen de gegeven termijn.

9. Handelt klantgericht, onderhoudt professionele contacten en werkt samen met stakeholders in een werkomgeving (BM6)
Indicatoren

• Handelt klantgericht in een werkomgeving.
• Is in staat professionele contacten ( klanten, collega's en stakeholders) te onderhouden.
• Kan intern en extern professioneel samenwerken.

10. Kan reflecteren over de uitgevoerde taken, over de mate waarin zijn competenties tijdens de stage zijn verdiept en over zijn sterke en zwakke punten (BM9)
Indicatoren

• Kan zijn sterke en zwakke punten op professioneel vlak omschrijven.
• Kan verbeterdoelen bepalen en reflecteren over de mate van realisatie van de vooropgestelde doelen.
• Kan reflecteren over de uitgevoerde taken en over het geheel van de stage.
• Kan reflecteren over de mate waarin de competenties die tijdens de opleiding werden aangebracht op de werkvloer zijn verdiept en versterkt.

Het stagevoorstel wordt ingediend tegen de vooropgestelde datum.Het laattijdig indienen van het stagevoorstel geeft aanleiding tot verlies van een kwart van de punten op het opleidingsonderdeel stage, tenzij de stageverantwoordelijke uitstel heeft verleend.

• Eerste examenkans:
  Niet-periode gebonden evaluatie: /
  Periode gebonden evaluatie: 70% op het presteren van de student op de werkvloer, 15% op het stageverslag, 10% op de kwaliteit van de reflectieteksten en 5% op de attitude van de student
• Tweede examenkans:
  De quotering voor het presteren van de student op de werkvloer (=70%) wordt in principe overgedragen naar de tweede examenkans. Indien er enkel een tekort op de onderdelen stageverslag en reflectieteksten is, dan krijgt de student evenwel de mogelijkheid om stageverslag en reflectieteksten te herwerken.
  
  

Verplaatsingskosten naar stagebedrijf.
Alle kosten verbonden aan de stage, met inbegrip van de kosten voor het medisch onderzoek, zijn ten laste van de student.