• Kan de inhoud van de rubrieken van de jaarrekening en de waarderingsregels toelichten.
• Kan diverse technieken van financiële analyse uiteenzetten.
• Kan financiële ratio's (rationanalyse) berekenen en interpreteren.
• Kan een kritisch oordeel vellen over de financiële situatie van een onderneming.
• Kan het belang uiteenzetten van een goede kasplanning en beheer van het bedrijfskapitaal.
• Kan een kasplanning opmaken.
• Kan de verschillende soorten financieringsvormen voor ondernemingen uiteenzetten.
• Kan de kost van verschillende soorten financieringsvormen voor ondernemingen berekenen en onderling vergelijken.
• Kan de verschillende soorten zekerheden uiteenzetten.
• Kan de waarde van de verschillende soorten zekerheden bepalen, het risico inschatten en onderling vergelijken.
• Heeft voldoende inzicht in de bedrijfssituatie, de persoonlijke situatie van de ondernemer(s) en in de inhoud van een kredietdossier om optimaal te kunnen negotiëren met de kredietverstrekkers (banken, business angels,...) op vlak van kredietwaardigheid, kredieten, risico, kostprijs en zekerheden.

1. Kan de financiële toestand van een onderneming correct beoordelen.

Indicatoren:

• Heeft kennis van analysetechnieken.
• Kent en begrijpt de inhoud van de posten van de jaarrekening.
• Kan een jaarrekening interpreteren, herwerken en analyseren.
• Kan de financiële ratio’s berekenen en interpreteren.
• Kan een kritisch oordeel vellen over de financiële situatie van een onderneming.
• Kan de financiële toestand van een onderneming beoordelen en bekritiseren.
• Kan een kasstroomtabel analyseren.

2. Heeft kennis van de verschillende soorten kredieten en zekerheden en kan ze toepassen op verschillende bedrijfssituaties.

Indicatoren:

• Kent de verschillende soorten kredieten en kan de kost ervan berekenen.
• Kent de verschillende soorten zekerheden en kan de waarde en het risico inschatten.
• Kan de kredieten en de zekerheden onderling vergelijken.
• Heeft voldoende inzicht in zijn persoonlijke situatie en in de inhoud van een kredietdossier om optimaal te kunnen negotiëren met de kredietverstrekkers op vlak van kredietwaardigheid, kredieten, risico, kostprijs en zekerheden.

3. Kan relevante financiële informatie over een onderneming verzamelen en behandelen.

Indicatoren:

• Heeft interesse in financiële berichtgeving en kan deze plaatsen in de context van de leerstof.
• Ontwikkelt een attitude van levenslang leren.
• Weet waar hij financiële informatie kan raadplegen.

4. Kan op een professionele manier omgaan met financiële taken.

Indicatoren:

• Voert taken accuraat en nauwkeurig uit.
• Respecteert deadlines.

• Eerste examenkans:
  • niet-periode gebonden evaluatie: 20% groepswerk
  • periode gebonden evaluatie: 80% schriftelijk examen
•  Tweede examenkans:
  • 100% schriftelijk examen