1. Kan kennis en inzichten uit de domeinen verzekeringen, risicobeheersing betalingsverkeer en kredieten kritisch evalueren en combineren.
Indicatoren:
•Heeft inzicht in de risico’s van de internationale handel en van de verschillende krediet- en verzekeringsproducten en kan op basis daarvan adviezen formuleren.
•Kan informatie verstrekken over de verschillende betalingsmogelijkheden, de krediet- en verzekeringsproducten en hun modaliteiten en naargelang het profiel van de klant het best passende advies verstrekken.
•Heeft kennis van technieken van financiële analyse, waarmee hij de financiële toestand van een onderneming kan analyseren en beoordelen en een passend advies kan formuleren.
•Heeft een gedegen kennis van de vigerende wetgeving en reglementering omtrent de financiële en verzekeringssector en kan deze adequaat toepassen bij de adviesverlening over risico’s in het betalingsverkeer, kredietverlening en verzekeringen.
•Kan problemen op het vlak van financiën en verzekeringen in het bedrijf herkennen, analyseren, formuleren en kritisch evalueren.
•Kan de relatie tussen de verschillende domeinen aantonen en blijft een helikopterzicht behouden over het geheel.
2. Kan complexe en gespecialiseerde vaardigheden op vlak van verzekeringen en financiën toepassen, gelieerd aan onderzoeksuitkomsten.
Indicatoren
•Kan vanuit de analyse van de ondernemingsproblematiek verbeteringsmogelijkheden aangeven en een optimalisering voorstellen en onderbouwen, toegepast op de specifieke situatie van het bedrijf.
•Kan oplossingsgericht werken, aangepast aan de ondernemingsproblematiek en volgens het profiel van de onderneming.
•Kan alternatieven voorstellen.
•Kan de voorgestelde oplossingen kritisch evalueren.
•Maakt gebruik van zijn verworven onderzoeksvaardigheden om een adviserend onderzoeksrapport op te maken dat voor de onderneming een beheersinstrument is als oriëntatie voor toekomstige beleidsbeslissingen.
3. Kan relevante gegevens verzamelen en interpreteren en geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om niet-vertrouwde complexe problemen op te lossen en kan daarbij projectmatig werken.
Indicatoren:
•Heeft een rudimentair inzicht in projectmanagement en kan de projectmanagementtools toepassen op het eigen project.
•Kan de onderzoeksvraag van een project correct omschrijven en kernbegrippen nader bepalen.
•Kan de gepaste bronnen raadplegen.
•Kan gepaste methoden en hulpmiddelen voorstellen voor de uitvoering van het project.
•Kan de projectuitvoering faseren en erover rapporteren.
•Werkt projectmatig en kan relevante gegevens verzamelen en interpreteren en geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om niet-vertrouwde complexe problemen op te lossen.
•Neemt de gepaste initiatieven om het project tot een goed einde te brengen.
•Kan inhoudelijk correct werken.
•Kan een onderzoeksrapport opmaken volgens een opgelegde format.
•Houdt rekening met opmerkingen en verwerkt deze correct.
4. Kan handelen in complexe en gespecialiseerde bedrijfscontectencontexten
Indicatoren:
•Kan informatie, ideeën, problemen en oplossingen communiceren, zowel aan specialisten als aan leken.
•Werkt klantgericht door het verlenen van een aan het bedrijf aangepast advies.
•Heeft een goed inlevingsvermogen om het belang en de situatie van de klant optimaal te kunnen inschatten.
•Kan concrete oplossingen uitwerken die binnen een gegeven bedrijfscontext als optimaal kunnen beschouwd worden.
•Handelt binnen de algemeen aanvaarde ethische normen.
•Respecteert de eis tot vertrouwelijkheid van de gegevens.
•Handelt overeenkomstig zijn beroepsdeontologie.
5. Kan functioneren met volledige autonomie en een ruime mate van initiatief.
Indicatoren:
•Actualiseert zijn kennis.
•Is creatief en leergierig.
•Ontcijfert gegevens en informatie op een accurate en zelfstandige manier.
•Reageert op een constructieve manier op onverwachte omstandigheden.
•Geeft blijk van doorzettingsvermogen.
•Respecteert deadlines.
•Neemt initiatieven en organiseert.
•Kan omgaan met stress.
•Kan contacten leggen en leert netwerken.
•Is assertief.
6. Neemt medeverantwoordelijkheid op voor het behalen van collectieve resultaten.
Indicatoren:
•Komt afspraken na.
•Heeft een positieve inbreng in de groep.
•Voorkomt conflicten of tracht deze op te lossen .
•Kan onderhandelen om een overeenkomst bereiken waarbij de doelstellingen en belangen van alle partijen gediend zijn en die voor iedereen aanvaardbaar is.
•Kan consequent uitvoeren hetgeen binnen het team beslist is.
•Neemt verantwoordelijkheid op voor de taken uitgevoerd in groepsverband en voor de resultaten ervan.
•Neemt verantwoordelijkheid op voor de werking van het team en voor het evalueren van de teamleden.
7. Kan vlot schriftelijk en mondeling communiceren.
Indicatoren:
•Kan verbaal communiceren: gegevens, ideeën en meningen mondeling correct overbrengen, op een gestructureerde manier, al dan niet ondersteund door aangepaste non-verbale communicatie (intonatie, houding, expressie, ritme, snelheid, articulatie, oogcontact, …).
•Kan een publiek overtuigen: inspelen op het publiek door de communicatiestijl aan te passen; doeltreffend inspelen op opmerkingen en vragen en de aandacht gaande houden.
•Kan schriftelijk communiceren: gegevens, ideeën en meningen schriftelijk correct overbrengen met de juiste structuur en terminologie, en zonder taalfouten.