Hogeschool Gent
Geraard de Duivelstraat 5 - 9000 Gent
Tel: 09 243 33 33 - E-mail: info@hogent.be
Website: www.hogent.be
Stage23148/4145/1819/1/14
Studiegids

Stage

23148/4145/1819/1/14
Academiejaar 2018-19
Komt voor in:
  • Bachelor in het bedrijfsmanagement, trajectschijf 3
    Afstudeerrichting:
    • financie- en verzekeringswezen
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 11 studiepunten
Gewicht: 11,00
Totale studietijd: 330,00 uren
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 01.12.2018 (Semester 1) of 15.03.2019 (Semester 2)

Onderwijsorganisatie (studietijd)

Onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten
Begeleid zelfstandig/extern werk330,00 uren
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Men kan dit opleidingsonderdeel enkel mits aparte toelating volgen binnen een creditcontract.
Titularis: Wyckstandt Niels
Andere docenten: D'Hondt Sven, Hauters Lieve, Hermanns Severine
Taalvak: Nee
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2

Doelstellingen

Stage vormt samen met de bachelorproef het sluitstuk van de opleiding. De stage heeft tot doel de student voor te bereiden op de latere werkomgeving en hem/haar te oriënteren op het beroepenveld.
 De student leert te functioneren in een organisatie, hij voert onder leiding en toezicht opdrachten uit, en ontwikkelt sociale vaardigheden.
 Hij/zij past daarbij de in de opleiding verworven competenties toe in een werkomgeving.

Inhoud

De stage wordt gespreid over een periode van 12 weken gedurende 4 dagen in de week, de 5de dag wordt vrijgehouden voor het businessproject. De stage kan plaatsvinden in een financiële instelling of bij een verzekeringsmaatschappij, zowel in het hoofdkantoor als in kleinere zetels, in plaatselijke kantoren of bij tussenpersonen.
De student neemt hier deel aan de activiteiten die gelinkt zijn aan zijn opleiding.
Hij maakt van zijn stageperiode een logboek, waarin hij een beknopte samenvatting geeft van zijn activiteiten, en een evaluatie.

Volgtijdelijkheid (VT)

binnen trajectschijf 1 al minstens 60 studiepunten afgewerkt hebben EN binnen trajectschijf 2 al minstens 60 studiepunten afgewerkt hebben EN pas te volgen in jaar van afstuderen.

Begincompetenties

De student beschikt over de kennis, vaardigheden en attitudes aangebracht in de andere opleidingsonderdelen uit de opleiding Financie- en verzekeringswezen (= alle opleidingsonderdelen van het 1ste en 2de modeltraject).

Stage kan alleen in het curriculum opgenomen worden samen met de andere opleidingsonderdelen van het derde modeltraject.

Eindcompetenties (tekst)

1. Kan binnen een werkomgeving informatie binnen de beschikbare termijn op een doeltreffende manier verzamelen, kritisch evalueren en verwerken.

Indicatoren:

  • Kan binnen de beschikbare termijn informatie op een doeltreffende manier verzamelen, ontcijferen en verwerken.
  • Kan gegevens gestructureerd samenbrengen en op een originele manier voorstellen en bewerken.
  • Kan hiaten in de verkregen informatie onderkennen.
  • Kan de informatie kritisch beoordelen.
  • Kan oordeelkundig en vlot gebruik maken van de courante softwarepaketten.

2. Kan binnen een werkomgeving structuur aanbrengen in een veelheid van taken.

Indicatoren:

  • Denkt vooraf na over een planmatige aanpak.
  • Kan een prioriteitenlijst opstellen.
  • Kan de prioriteitenlijst op een consequente manier afwerken binnen de gegeven termijn.

3. Kan complexe beroepsspecifieke kennis en vaardigheden op vlak van verzekeringen en financiën integreren in een werkomgeving.

Indicatoren (in functie van het soort stage en de stageplaats zullen indicatoren kunnen gescoord worden)

  • Heeft een gedegen kennis van de vigerende wetgeving en reglementering omtrent de financiële en verzekeringssector en kan deze adequaat toepassen bij de adviesverlening over betalings-, spaar- en beleggingsproducten, de behandeling van kredietdossiers en verzekeringsaanvragen.
  • Heeft kennis van technieken van financiële analyse, waarmee hij de financiële toestand van een onderneming kan analyseren en beoordelen en een passend advies kan formuleren.
  • Kan informatie verstrekken over de verschillende beleggings-, krediet- en verzekeringsproducten en hun modaliteiten en naargelang het profiel van de klant het best passende advies verstrekken.
  • Heeft inzicht in de risico’s van de verschillende beleggings-, krediet- en verzekeringsproducten en kan op basis daarvan adviezen formuleren.
  • Heeft inzicht in schadebeheer en kan instaan voor de volledige behandeling van schadedossiers.
  • Kan een adviserend verkoopsgesprek voeren waarbij men de klant begeleidt bij de keuze van beleggings-, krediet- en verzekeringsproducten, rekening houdend met ethische, deontologische en wettelijke codes.
  • Werkt klantgericht door het verlenen van een goede service en aangepaste dienstverlening.
  • Kan deze kennis en vaardigheden adequaat implementeren om zijn taken naar behoren uit te voeren.

4. Kan methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om niet-vertrouwde complexe problemen in een werkomgeving op te lossen.

Indicatoren:

  • Denkt bij confrontatie met een niet-vertrouwd probleem na over een passende methode om het probleem op te lossen.
  • Past deze methode correct en consequent toe.
  • Kan mogelijke oplossingen tegenover elkaar afwegen.
  • Kan de best passende oplossing implementeren.

5. Kan klantgericht en deontologisch correct handelen in een werkomgeving.

Indicatoren:

  • Kan klanten op een gerichte manier begeleiden en raad geven in hun keuzeproces.
  • Zet klanten steeds op de eerste plaats door hen een gerichte service te leveren en door op een constructieve manier contacten te onderhouden.
  • Handelt deontologisch correct.
  • Is stipt.
  • Past zich aan de bedrijfscultuur aan.

6. Kan vlot communiceren binnen een werkomgeving.

Indicatoren:

  • Kan vlot mondeling en schriftelijk communiceren in het Nederlands.
  • Kan behoorlijk mondeling en schriftelijk communiceren in vreemde talen (Frans en Engels).

7. Kan binnen een werkomgeving functioneren met volledige autonomie en een ruime mate van initiatief.

Indicatoren:

  • Zet zich ten volle in voor het werk door steeds het beste van zichzelf te geven en hoge kwaliteit na te streven.
  • Blijft doorzetten, ook bij frustratie, tegenwerking, druk of detailarbeid.
  • Is bereid tot het leveren van ruimere prestaties en is flexibel.
  • Neemt op eigen initiatief de taak op zich om voor een gegeven probleem de beste passende oplossing te zoeken.

8. Neemt binnen een werkomgeving medeverantwoordelijkheid op voor het behalen van collectieve resultaten.

Indicatoren:

  • Creëert en bevordert groepsgeest door de eigen mening en ideeën te delen, door zich te identificeren met de gemeenschappelijke doelstellingen en door conflicten met collega’s bij te leggen.
  • Werkt constructief samen met anderen.

9. Kan reflecteren over de uitgevoerde taken, over de mate waarin zijn competenties tijdens de stage zijn verdiept en over zijn sterke en zwakke punten

Indicatoren:

  • Kan zijn sterke en zwakke punten op professioneel vlak omschrijven.
  • Kan verbeterdoelen bepalen en reflecteren over de mate van realisatie van de vooropgestelde doelen.
  • Kan reflecteren over de uitgevoerde taken en over het geheel van de stage.
  • Kan reflecteren over de mate waarin de competenties die tijdens de opleiding werden aangebracht op de werkvloer zijn verdiept en versterkt.

Onderwijsorganisatie (omschrijving)

Zelfwerkzaamheid van de student.
Het stagebedrijf bepaalt de voertaal.
Het stageverslag wordt (in principe) opgesteld in het Nederlands, tenzij anders overeengekomen.

Begeleiding

Persoonlijke begeleiding door een stagebegeleider (lector) en stagementor (bedrijf). 

Evaluatie (tekst)

  • Eerste examenkans:
    • niet-periode gebonden evaluatie: /
    • periode gebonden evaluatie:
      • 70% van de punten staat op het presteren van de student op de werkvloer.
      • 30% van de punten staat op de volgende onderdelen:
        • 15% staat op het stageverslag
        • 10% staat op de kwaliteit van de reflectieteksten
        • 5% staat op de attitude van de student


  • Tweede examenkans:

De quotering voor stage wordt in principe overgedragen naar de tweede examenkans. Indien er enkel een tekort op de onderdelen stageverslag en reflectieteksten is dan krijgt de student evenwel de mogelijkheid om stageverslag en reflectieteksten te herwerken.

Andere studiematerialen

Kosten verbonden aan opdrachten (bv. rapporten, verplaatsingen,…): Verplaatsingen naar stagebedrijf, medisch onderzoek, opmaak reflectieverslagen, stageverslagen,… ; Verplaatsing naar stagebedrijf. Alle kosten verbonden aan de stage, met inbegrip van de kosten voor het medisch onderzoek, reflectieverslagen, stageverslagen,… zijn ten laste van de student.
Via Chamilo: Infobrochure; indien gewenst printen de studenten zelf de documenten

Studiekosten

Kosten verbonden aan opdrachten (bv. rapporten, verplaatsingen,…): Verplaatsingen naar stagebedrijf, medisch onderzoek, opmaak reflectieverslagen, stageverslagen,… ; Verplaatsing naar stagebedrijf. Alle kosten verbonden aan de stage, met inbegrip van de kosten voor het medisch onderzoek, reflectieverslagen, stageverslagen,… zijn ten laste van de student.
Via Chamilo: Infobrochure; indien gewenst printen de studenten zelf de documenten

Trefwoorden

Stage