Hogeschool Gent
Geraard de Duivelstraat 5 - 9000 Gent
Tel: 09 243 33 33 - E-mail: info@hogent.be
Website: www.hogent.be
Bachelorproef23297/4144/1819/1/43
Studiegids

Bachelorproef

23297/4144/1819/1/43
Academiejaar 2018-19
Komt voor in:
  • Bachelor in het bedrijfsmanagement, trajectschijf 3
    Afstudeerrichting:
    • logistiek management
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 8 studiepunten
Gewicht: 8,00
Totale studietijd: 200,00 uren
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 01.12.2018 (Semester 1) of 15.03.2019 (Semester 2)

Onderwijsorganisatie (studietijd)

Onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten
Begeleid zelfstandig/extern werk200,00 uren
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Men kan dit opleidingsonderdeel enkel mits aparte toelating volgen binnen een creditcontract.
Titularis: Wallays Piet
Andere docenten: Bruyr Karin, Celis Kerstien, Fransen Koos, Storme Tom, Van Bastelaere Karen, Van Der Vurst Griet
Taalvak: Nee
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2

Doelstellingen

De bachelorproef vormt samen met de stage het sluitstuk van de opleiding. De student dient met zijn bachelorproef aan te tonen dat hij/zij de competenties die hem/haar in de opleiding werden bijgebracht geïntegreerd kan toepassen.
De student bewijst dat hij op een verzorgde en overzichtelijke manier een uitgevoerde opdracht kan rapporteren en de resultaten van zijn/haar werk kan (mondeling) presenteren. De student kan zijn/haar werk verdedigen en kan kritische vragen beantwoorden.

Inhoud

De bachelorproef in Logistiek Management neemt de vorm aan van een (onderzoeks-)project/eindwerk. De student werkt individueel en gaat zelf op zoek naar een onderwerp al dan niet gekoppeld aan de stageactiviteiten. De project-/onderwerpkeuze moet worden goedgekeurd door de stagecoördinator. Dit betekent dat de keuze moet beantwoorden aan de doelstellingen van de bachelorproef en dat de student door de uitvoering van het project in staat moet zijn om aan te tonen dat hij/zij de onderstaande eindcompetenties heeft verworven.

De projecten vertrekken vanuit een centrale vraag.
Op gezette tijdstippen informeren zij de promotor (vaklector) over de uitwerking van het project en kunnen zij bij die gelegenheid vragen stellen.
De schriftelijke neerslag van de studie, het onderzoeksrapport, wordt afgegeven aan de projectgever en aan de promotor (vaklector).
Het wordt door de student vervolgens gepresenteerd en mondeling verdedigd.

Volgtijdelijkheid (VT)

binnen trajectschijf 1 al minstens 60 studiepunten afgewerkt hebben EN binnen trajectschijf 2 al minstens 60 studiepunten afgewerkt hebben EN pas te volgen in jaar van afstuderen .

Begincompetenties

De student beschikt over de eindcompetenties van de olods van alle opleidingsonderdelen van het 1ste en 2de modeltraject.

Stage kan alleen in het curriculum opgenomen worden samen met de andere opleidingsonderdelen van het 3e modeltraject.

Eindcompetenties (tekst)

1. De student kan kennis en inzichten uit de domeinen van de logistiek, het transport, de transportverzekering, de douane en accijnzen kritisch evalueren en combineren.

Indicatoren (te scoren naar gelang het thema van de bachelorproef):

  • De student heeft kennis van de bedrijfseconomische woordenschat waardoor hij/zij in een logistieke omgeving kan functioneren.
  • De student kan vlot en zelfstandig de theoretische kennis m.b.t. tot de opleiding Logistiek Management in de praktijk te brengen.
  • De student kan de transport- en logistieke sector analyseren.
  • De student kan binnen een logistieke context de goederenstroom organiseren, de informatiestroom managen en relevante juridische materie en evoluties opvolgen en toepassen.
  • De student kan op een efficiënte en effectieve manier logistieke processen coördineren.
  • De student kan een transport organiseren en de administratie (vrachtbrieven, douanedocumenten,...) correct afhandelen.
  • De student kan de geschikte ICT-tools toepassen.
  • De student kan verzamelde gegevens kritisch beoordelen en kan ook de eigen analyses kritisch evalueren.

2. De student kan complexe, gespecialiseerde vaardigheden uit de domeinen van de logistiek, het  transport, de transportverzekering, de douane en accijnzen toepassen, gelieerd aan onderzoeksuitkomsten.

Indicatoren (te scoren naar gelang het thema van de bachelorproef):

  • De student kan vertrekkend vanuit de analyse van de totale supply chain een optimale ontwikkelingsrichting voorstellen en onderbouwen.
  • De student kan oplossingsrichtingen (bv. ABC-classificatie, voorraadbeheer, MRP, DRP, ATP, MPS, JIT, VRP, enz.) aangeven om kosten te minimaliseren en effectiviteit en efficiënte van de onderneming te maximaliseren.
  • De student kan de voorgestelde oplossing kritisch evalueren.
  • De student kan de bestaande werkmethoden onderzoeken en verbeteringen voorstellen met behulp van Excel, Access, ERP of TMS.
  • De student  kan de bestaande rapporteringen onderzoeken en verbeteringen voorstellen met behulp van Word, Excel en Access.

3. De student  werkt projectmatig en kan relevante gegevens verzamelen en interpreteren en geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om niet-vertrouwde complexe problemen op te lossen.

Indicatoren:

  • De student heeft inzicht in projectmanagement en kan de projectmanagementtools toepassen op het eigen project.
  • De student kan de onderzoeksvraag van een project correct omschrijven en kernbegrippen nader bepalen.
  • De student kan de gepaste bronnen raadplegen.
  • De student heeft oog voor innoverende trends binnen de sector.
  • De student kan gepaste methoden en hulpmiddelen voorstellen voor de uitvoering van het project.
  • De student kan de projectuitvoering faseren en erover rapporteren.
  • De student kan projectgegevens inventariseren, analyseren en verwerken om tot een antwoord te komen op de onderzoeksvraag.
  • De student neemt de gepaste initiatieven om het project tot een goed einde te brengen.
  • De student kan inhoudelijk correct werken.
  • De student kan een (onderzoeks-)rapport opmaken volgens een opgelegde format.
  • De student houdt rekening met opmerkingen en verwerkt deze correct.

4. De student kan handelen in complexe en gespecialiseerde contexten binnen de domeinen van de logistiek, het transport, de transportverzekering, de douane en accijnzen.

Indicatoren:

  • De student kan informatie, ideeën, problemen en oplossingen communiceren, zowel aan specialisten als aan leken.
  • De student kan concrete oplossingen uitwerken die juridisch, politiek, maatschappelijk en economisch haalbaar zijn en die binnen een gegeven bedrijfscontext als optimaal kunnen beschouwd worden.
  • De student handelt binnen de algemeen aanvaarde ethische normen en met besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid.
  • De student handelt rekening houdend met de principes van duurzame ontwikkeling.
  • De student handelt overeenkomstig zijn beroepsdeontologie.

5. De student kan functioneren met volledige autonomie en een ruime mate van initiatief.

Indicatoren:

  • De student actualiseert zijn kennis.
  • De student is creatief in het aanbrengen van oplossingen.
  • De student ontcijfert gegevens en informatie op een zelfstandige manier.
  • De student reageert op een constructieve manier op feedback.
  • De student geeft blijk van doorzettingsvermogen ook bij tegenslag of frustratie.
  • De student neemt initiatieven en geeft blijk van organisatievermogen.
  • De student is assertief.
  • De student respecteert deadlines.

6. De student kan vlot schriftelijk en mondeling zakelijk communiceren.

Indicatoren:

  • De student kan schriftelijk communiceren: gegevens, ideeën en meningen schriftelijk correct overbrengen met de juiste structuur en terminologie, en zonder taalfouten.
  • De student kent de vorm en structuur van een onderzoeksrapport.
  • De student kan mondeling communiceren: gegevens, ideeën en meningen mondeling correct overbrengen, op een gestructureerde manier, al dan niet ondersteund door aangepaste non-verbale communicatie (intonatie, houding, expressie, ritme, snelheid, articulatie, oogcontact,…).
  • De student kan een publiek overtuigen: inspelen op het publiek door de communicatiestijl aan te passen; doeltreffend inspelen op opmerkingen en vragen en de aandacht gaande houden.
  • De student kan op een volwassen en professionele wijze antwoorden op alle gestelde vragen en kritische opmerkingen over de bachelorproef.
  • De student kan zelfstandig een diepgaand rapport opbouwen met een verantwoorde inpassing van een theoretische en empirisch gedeelte.

Onderwijsorganisatie (omschrijving)

De student gaat op zoek naar een geschikt onderwerp om een bachelorproef rond te schrijven. Hierbij wordt gewerkt rond een centrale vraag.
Op geregelde tijdstippen kan de student beroep doen op de stagementor (begeleider in het bedrijf) en de stagebegeleider (lector van de school) voor vragen bij de voortgang van de bachelorproef.

De bachelorproef wordt in tweevoud ingediend op de school en aanvullend opgestuurd (papier of digitaal) naar de stagementor.

De communicatie met betrekking tot de bachelorproef verloopt in de voertaal van de projectgever.
De bachelorproef wordt opgesteld in het Nederlands, tenzij anders overeengekomen.

Begeleiding

Elke student krijgt een persoonlijke begeleider toegewezen.

Evaluatie (tekst)

  • Eerste examenkans:
    • niet-periode gebonden evaluatie: /
    • periode gebonden evaluatie: De evaluatie van de studie gebeurt door de begeleider (van de bachelorproef) en een tweede vaklector op basis van onder andere zijn eigen vaststellingen en het advies van de projectgever. Het project wordt beoordeeld op inhoud en vorm en staat op 70% van de punten. De mondelinge presentatie/verdediging wordt geĆ«valueerd op 30% van de punten.
  • Tweede examenkans:
    • De bachelorproef wordt herwerkt, en opnieuw gepresenteerd en mondeling verdedigd.

Andere studiematerialen

Via Chamilo: Syllabus, slides en oefeningen worden via Chamilo ter beschikking gesteld.; indien gewenst printen de studenten zelf de documenten

Studiekosten

Via Chamilo: Syllabus, slides en oefeningen worden via Chamilo ter beschikking gesteld.; indien gewenst printen de studenten zelf de documenten.

Trefwoorden

Bachelorproef - eindwerk