• uitdiepen van de theoretische kennis en vaardigheden op het vlak van interpersoonlijke relaties,
• teamworking,
• omgaan met informatie,
• omgaan met taken,
• persoonlijke functioneren,
• redeneervaardigheid en administratieve vaardigheden
• attitudes zoals accuratesse, flexibiliteit, omgaan met stress, organisatievermogen, doorzettingsvermogen, kritische ingesteldheid, resultaatgerichtheid, respecteren van de eis tot vertrouwelijkheid inzake gegevens, contactbereidheid, leergierigheid, zelfstandigheid, zin voor samenwerking, assertiviteit,...

1. Kan de in de opleiding aangebrachte competenties integreren in een werkomgeving.
Indicatoren:

• Kan vlot en zelfstandig de fiscale wetgeving toepassen, fiscale dossiers beheren en fiscale aangiften invullen.
• Zoekt oplossingen voor enkele complexere fiscale problemen en vraagstukken, aangereikt vanuit de praktijk
• Kan informatie verschaffen en fiscale adviezen formuleren.
• Kan controletaken uitvoeren · Kan het werk verdedigen en kritische vragen beantwoorden.
• Kan rapporteren en eenduidige, klare en coherente conclusies vormen.
• Leeft consistent deontologische normen van het beroep (of de opdracht) na.

2. Kan binnen de beschikbare termijn informatie op een doeltreffende manier verzamelen, ontcijferen en verwerken, gegevens gestructureerd samenbrengen en op een originele manier voorstellen en bewerken, eventuele hiaten in deze informatie onderkennen.
Indicatoren:

• Leert snel nieuwe dingen bij.
• begrijpt snel informatie die wordt gegeven.
• Ontcijfert gegevens en informatie op een zelfstandige manier.
• Heeft niet veel uitleg nodig om de opdracht van een taak te begrijpen.
• Neemt veel informatie op in een beperkte tijdspanne.
• Gaat creatief om met de informatie die hij krijgt.

3. Kan structuur aanbrengen in een veelheid aan verschillende taken door een prioriteitenlijst op te stellen en deze op een consequente manier af te werken binnen de gegeven tijd.
Indicatoren:

• Plant eigen werk op een efficiënte wijze.
• Maakt vooraf een planning op van het werk dat moet gebeuren.
• Overdenkt vooraf hoe hij iets zal aanpakken.
• Werkt op een overzichtelijke manier taken af.
• Werkt alle taken op tijd af.
• Weet welke taken prioritair zijn en welke minder.

4. Kan onverwachte situaties opvangen en beheersen door, op basis van ervaring en kennis, mogelijke oplossingen af te wegen en door op eigen initiatief de taak op zich te nemen om de best passende oplossing te implementeren.
Indicatoren:

• Neemt op eigen initiatief taken op zich.
• Trekt zijn plan als hij geconfronteerd wordt met een probleem.
• Overweegt diverse mogelijkheden als oplossing voor een probleem.
• Weet de best passende oplossing te kiezen.
• Reageert op een constructieve manier op onverwachte omstandigheden.
• Zoekt zelfstandig naar een oplossing.

5. Kan groepsgeest creëren en bevorderen door de eigen mening en ideeën te delen, door zich te identificeren met de gemeenschappelijke doelstellingen en door conflicten met collega's bij te leggen.
Indicatoren:

• Weet zich te integreren in de groep.
• Stelt zich hulpvaardig op als anderen in problemen komen.
• Brengt de eigen ideeën in de groep.
• Identificeert zich met de groepsbelangen.
• Stelt zich sociaal en toegankelijk op naar andere mensen.
• Werkt constructief samen met anderen.

6. Kan (interne of externe) klanten op een gerichte manier begeleiden en raad geven in hun keuzeproces. Hen steeds op de eerste plaats stellen door de klanten een gerichte service te leveren en door op een constructieve manier contacten te onderhouden.
Indicatoren:

• Stelt zich professioneel op ten aanzien van derden.
• Leeft zich in, in de problemen van klanten.
• Heeft een constructieve bijdrage voor het imago van de organisatie.
• Stelt klanten steeds op de eerste plaats.
• Geeft een optimale service aan de klanten.
• Biedt klanten een toegevoegde waarde door zijn inbreng.

7. Wil zich ten volle inzetten voor het werk door steeds het beste van zichzelf te geven en hoge kwaliteit na te streven. Blijft doorzetten, ook bij frustratie, tegenwerking, druk of detailarbeid.
Indicatoren:

• Geeft het beste van zichzelf en wil optimaal presteren.
• Houdt vol, ook bij detailarbeid of routinetaken.
• Levert kwalitatief werk af, ook bij detailarbeid.
• Blijft doorzetten ook bij tegenslag of frustratie.
• Herstelt fouten op spontane wijze.
• Demonstreert het nodige zelfvertrouwen.

8. Kan reflecteren over de uitgevoerde taken, over de mate waarin zijn competenties tijdens de stage zijn verdiept en over zijn sterke en zwakke punten.

Indicatoren:

• Kan zijn sterke en zwakke punten op professioneel vlak omschrijven.
• Kan verbeterdoelen bepalen en reflecteren over de mate van realisatie van de vooropgestelde doelen.
• Kan reflecteren over de uitgevoerde taken en over het geheel van de stage.
• Kan reflecteren over de mate waarin de competenties die tijdens de opleiding werden aangebracht op de werkvloer zijn verdiept en versterkt. die tijdens de opleiding werden aangebracht op de werkvloer zijn verdiept en versterkt.

"Het stagevoorstel wordt ingediend tegen de vooropgestelde datum.
Het laattijdig indienen van het stagevoorstel geeft aanleiding tot verlies van een kwart van de punten op het opleidingsonderdeel stage, tenzij de stagecoördinator  (omwille van uitzonderlijke omstandigheden) uitstel heeft verleend.

• Eerste examenkans:

• Niet-periode gebonden evaluatie: /
• Periode gebonden evaluatie:
  • 70% op het presteren van de student op de werkvloer
  • 15% op het stageverslag(logboek en 3 fiscale praktijkcases)
  • 10% op de kwaliteit van de reflectieteksten
  • 5% op de attitude van de student

• Tweede examenkans:

• De quotering voor stage wordt in principe overgedragen naar de tweede examenkans. Indien er enkel een tekort op de onderdelen stageverslag (logboek en 3 fiscale praktijkcases) en reflectieteksten is, dan krijgt de student evenwel de mogelijkheid om stageverslag (logboek en 3 fiscale praktijkcases) en reflectieteksten te herwerken.

In geval van projectstage (enkel indien een stage, omwille van uitzonderlijke omstandigheden niet mogelijk is):
Het projectvoorstel wordt ingediend tegen de vooropgestelde datum.
Het laattijdig indienen van het projectvoorstel geeft aanleiding tot verlies van een kwart van de punten op het opleidingsonderdeel stage, tenzij de stagecoördinator uitstel heeft verleend.
Indien de projectstage uitzonderlijk een project omvat zonder samenwerking met een bedrijf dan dient de student het projectcharter in samen met het projectvoorstel.

• Eerste examenkans:

• Niet-periode gebonden evaluatie: /
• Periode gebonden evaluatie:

• 70% van de punten staan op het uitwerken van het project (rapporttekst)
• 15% op het projectverslag (portfolio/logboek)
• 10% kwaliteit van de reflectieteksten
• 5% attitude van de student

• Tweede examenkans:

• De quotering voor stage wordt in principe overgedragen naar de tweede examenkans. Indien er enkel een tekort op de onderdelen projectverslag (portfolio/logboek) en reflectieteksten is dan krijgt de student evenwel de mogelijkheid om projectverslag (portfolio/logboek) en reflectieteksten te herwerken."

Via Chamilo: Informatie en Richtlijnen; indien gewenst printen de studenten zelf de documenten
Stage - Kosten verbonden aan verplaatsingen naar de stageplaats, het medisch onderzoek, … zijn ten laste van de student

Via Chamilo: Informatie en Richtlijnen; indien gewenst printen de studenten zelf de documenten
Stage - Kosten verbonden aan verplaatsingen naar de stageplaats, het medisch onderzoek, … zijn ten laste van de student