Atelier, begeleid zelfstandig leren, individuele bespreking.
Groepsles (zowel theorie als praktijk).

‘Introductie tot de beeldhouwkunst’ In de loop van de 20ste eeuwse kunstgeschiedenis is de positie van de beeldhouwkunst drastisch veranderd.

Ze heeft nu een voortrekkerspositie in de ontwikkeling van de beeldende kunsten. Waaraan is dat te danken? Wat maakt beeldhouwkunst specifiek? In welk opzicht is ze verschillend van de andere media die in de beeldende kunsten worden gehanteerd? Waar zitten de overeenkomsten met de andere media? Leidt beeldhouwkunst tot een ander artistiek verhaal, is er een eigen logica, of zijn media inwisselbaar? Wat zijn de domeinen waarbinnen de moderne en hedendaagse beeldhouwkunst zich ontwikkelt?

Al deze vragen komen in het opleidingsonderdeel ‘introductie tot de beeldhouwkunst’ aan bod. In belangrijke mate zal het antwoord op deze vragen gevonden worden doorheen de praktijk van het beeldhouwen. Soms is het nodig om ook de recente geschiedenis van de beeldhouwkunst en de theorie te bestuderen.

Zowel praktijk als geschiedenis als theorie komen in dit opleidingsonderdeel aan bod. Door een inzicht in de specificiteit van de praktijk van de beeldhouwkunst te verwerven en door deze inzichten ook historisch en theoretisch te onderbouwen, zullen studenten uit andere trajecten ook meteen de verschillen en overeenkomsten met hun meer vertouwde media leren kennen.

Bovendien zullen ze over een basisvaardigheid beschikken om elementaire sculpturale vormen te gebruiken voor hun eigen artistieke werk.

Door een reeks van opeenvolgende opdrachten worden studenten aangemoedigd om de brede waaier van moderne sculpturale vormen te verkennen.

Op basis van eenvoudige boetseeroefeningen worden begrippen zoals vorm, ruimte, massa, textuur … behandeld (het ontstaan van het modernisme).

Later krijgen de studenten de opdracht om met eenvoudige assemblages en ready-mades te zoeken naar het probleem van de ‘betekenis’.

Mits het aanleren van een eenvoudige moulagetechniek zal het ook voor deze studenten mogelijk worden om meer solide versies van hun objecten te maken. Deze technische oefeningen zullen toegepast worden op sculpturen die zich bezig houden met de modernistische sculptuur. De autonomie van de vorm staat hier centraal.

Naarmate de studie vordert worden studenten aangemoedigd om de brede waaier van hedendaagse sculpturale vormen te verkennen.?

Het eigen artistiek inhoudelijk onderzoek zal het onderzoek naar de vormentaal aanvullen. Aan de student wordt gevraagd om te werken in één van de volgende vier artistieke praktijken.
a. De oplossing van de sculptuur in het concept. (conceptuele kunst)?
b. Het probleem van de minimal-art en de contextgerelateerde betekenis van de sculptuur?
c. De taal van de arte povera en de individuele mythologieën?
d. De sculptuur als maatschappelijk breekijzer. De banaliteit van het object. De secundaire tekst.

Student heeft de competenties van 1-ste bachelor beeldende of audiovisuele kunsten verworven.

- De student heeft een onderzoekende en onbevangen houding. 

- De student kan zich inleven in de specificiteit van het artistieke deelgebied.

- De student is onbevooroordeeld en in staat de specifieke kwaliteiten van de beeldhouwkunst in te schatten en te appreciëren.

- De student is in staat om elementaire sculpturale vormen, in een modern sculpturaal discours te gebruiken.

Steeds mogelijkheid tot persoonlijke afspraak met de docenten.

Tijdens de lessen is er permanente evaluaties van het onderzoek en van het artistieke proces (2/3 van de punten).
In de examenzittijd is er een eindevaluatie/jury van het artistieke werk  (1/3 van de punten).

Algemeen

- Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
- Werkstukken, schetsboek(en) en opdrachten in het kader van de studie- en onderwijsactiviteiten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
- In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
- De evaluatie wordt enkel in de eerste examenzittijd ingericht, aangezien dit een praktijkvak is (= geen 2e zittijd).

De student is verplicht een beroep te doen op de ruime collectie boeken uit de bibliotheek. Een werkschrift/schetsboek om notities te maken is een vereiste.

50€.? Deze kosten dienen voor het aanschaffen van klei, gips, jute en andere grondstoffen.

h711-beeldende-kunst-3d-beeldhouwkunst

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.