Werkatelier: de student werkt zelfstandig en wordt individueel opgevolgd. Het project van de student wordt individueel of in groep besproken. Individuele begeleiding bij de productie.

Dit opleidingsonderdeel ligt in het verlengde van de diverse opleidingsonderdelen Fictie, Documentaire en Audiovisueel Onderzoek die de student reeds heeft afgelegd.

De student maakt een keuze voor fictie, documentaire of een hybride filmproject en zal zich doorheen deze keuze profileren naar het desbetreffende werkveld en onderzoeken wat zijn persoonlijke mogelijkheden zijn en hierbij zijn grenzen verleggen.

De aparte aandacht voor scenario beoogt zowel inzicht geven in het creatieve schrijfproces als het aan te reiken van hulpmiddelen voor ideeënontwikkeling en het versterken van een dramatisch uitgediept scenario. De student wordt hierin bewust gemaakt van de alternatieve mogelijkheden naast de klassieke plot- en karakterstructuren met als doel het vinden van een persoonlijke artistieke identiteit.

In zijn/haar bachelorproject ontwikkelt de student zich als een autonome filmmaker met een eigen visie die in staat is om zijn werk een eigen stijl te geven. Met dit project ontwikkelt hij/zij voldoende productionele ervaring en zelfkennis, nodig om in het werkveld filmprojecten te ontwikkelen of om het masterproject aan te vangen.
Het artistiek onderzoekend werken gecombineerd met het leren omgaan met soms tegenstrijdige feedback van professionelen over je filmproject, krijgen een belangrijk onderdeel van het werkproces.
Dit opleidingsonderdeel ligt in het verlengde van de diverse opleidingsonderdelen Fictie en Documentaire die de student reeds heeft afgelegd.

De student maakt een keuze voor fictie ofwel documentaire, en zal zich doorheen deze keuze profileren naar het werkveld van documentaire- of fictie.

Hij tracht in zijn werk zijn stijl en visie op het filmmaken verder vorm te geven.

De student realiseert autonoom een filmproject op vlak van fictie, documentaire of een hybride filmproject. In het verloop van het proces krijgt hij de nodige feedback. Deze feedback gebeurt door verschillende gespecialiseerde docenten op het vlak van ideeënontwikkeling, scenario, preproductie, productie, montage en postproductie.

Binnen dit opleidingsonderdeel worden nog een aantal specifieke scenariolessen gegeven en ook een aantal productielessen. In scenario wordt de nadruk gelegd op het belang van audiovisueel vertellen en communiceren als cruciaal onderdeel van scenarioschrijven en wordt de student gestimuleerd een persoonlijke vertelstem te ontwikkelen.
De productielessen ondersteunen de realisatie van het filmproject door de theoretische inzichten gedeeltelijk te koppelen aan de praktische begeleiding van het individuele project van de student.

De student beschikt over de eindcompetenties van Documentaire II , AVO II, Fictie II en van Filmproject I.

- De student kan een korte fictie-, documentaire- of hybride film met voldoende kwaliteiten te kunnen realiseren zodat deze film een externe beoordeling kan doorstaan.
- Het werk toont aan dat de student een creatieve en kritische ingesteldheid bezit tegenover het medium.
- De student kan zelfstandig het volledige proces van de realisatie van een fictie-, docu- of hybride filmproject in goede banen leiden en plannen, zowel qua ideeënontwikkeling, scenario, preproductie, productie, montage en postproductie.

Mogelijkheid tot een persoonlijke afspraak met de docent.

Procesevaluatie (40%) en productevaluatie (60%) door jury aangevuld met minimum één externe expert.

Algemeen
- Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
- Werkstukken moeten op vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd. Bij wettige afwezigheid van de student moeten de werkstukken door iemand anders worden ingediend.
- Evaluatie tijdens de 2de examenperiode, geen 2de zittijd.

Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).

Deliberatie-info: voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).

De school voorziet in het technische en afwerkingsmateriaal: videocamera, klankopname materiaal, lichtmateriaal, non lineair montagemateriaal+ eventueel eigen opname en montagemateriaal.

Een basiskost die zich beperkt zich tot het aanschaffen van videotapes en verbruiksgoederen voor min.1000 €.
Basiskost is erg afhankelijk van de aard van het project.

De bijkomende kosten zijn eveneens afhankelijk van de aard en het thema van de film.

De filmmaker zal ook instaan voor vervoer en catering van de cast en de crew, voor de huur van de eventuele locatie, enz...

H700-AV-Kunst-Film

(geslaagd voor Atelier Fictie II EN geslaagd voor Atelier Documentaire II EN geslaagd voor Atelier Audiovisueel Onderzoek II EN geslaagd voor Filmproject I).