Atelier in de vorm van een werkcollege.
De scenario's van de student worden in groep besproken. Theoretische en technische uiteenzettingen met voorbeelden, werkatelier met uitvoering in studio of op locatie.

De student werkt zelfstandig en wordt individueel opgevolgd. De uitvoering gebeurt in ploegverband.

Praktische begeleiding bij de productie. Vooruitgangsgesprekken in het atelier. In de opdrachten zal iedereen zo veel mogelijk om beurt volgens een carrousel-systeem een andere functie waarnemen: regisseur, assistent regisseur, cameraman, fotograaf, klankman, opnameleider...

De student heeft tijdens het proces minstens één reflectiemoment: de ochtend na zijn/haar draaidag worden de beelden van de film klassikaal besproken en in groep geanalyseerd. Deze reflectieve praktijk heeft onder andere de bedoeling om de individuele werkontwikkeling te duiden en wordt als pedagogisch instrument mee opgenomen in de dialoog tussen student, docent en groep. De medestudenten kunnen mee-leren van de kwaliteiten of fouten van andere projecten, om zo gezamenlijk vooruitgang te boeken.

Verdere begeleiding gebeurt permanent doorheen de draaidag gebaseerd op specifieke vragen of problemen.

Het opleidingsonderdeel Fictie II is het tweede onderdeel in een drieluik verspreid over de drie bachelorjaren. Doorheen de drie opleidingsonderdelen gaat de student als filmmaker de confrontatie aan met de diverse aspecten van fictiefilm.

Naast Fictie II volgt de student eveneens Documentaire II en Audiovisueel Onderzoek II. Het is belangrijk dat de student zich in deze drie opleidingsonderdelen verdiept, zodat hij ondervindt dat ze met elkaar interageren en verworven inzichten en vaardigheden transfereerbaar kunnen zijn. 

In fictie II verwerft de student verwerft de kennis van productionele en artistieke filmfactoren eigen aan de fictiefilm.
Het accent ligt vooral op het creatieve denkproces bij een korte fictiefilm. Hij/zij krijgt inzicht in het schrijf - en denk proces, en leert voor het eerst omgaan met acteurs en een ploeg. Hij/zij leert communiceren over inhoudelijke als organisatorische aspecten van film. De student(e) verwerft theoretische, technische en praktische inzichten bij de diverse opname-, montage- en geluidstechnieken gebruikt bij deze oefening.

In de oefeningen wordt de student geconfronteerd met een professionele aanpak van zowel het medium film als het medium video.

De oefeningen zijn geïntegreerd, in die zin dat zowel de inhoudelijke als de technische aspecten deel uitmaken van het leerproces. Het uitdiepen van een scenario, de mechaniek van beeld, de techniek van het geluid, de illusie van decor, de taal van het licht en het verhalende van montage zit verweven in de begeleiding van deze opdrachten. De studenten maken klassikaal de planning op, rekening gehouden de planning van medestudenten. Er word tevens klassikaal een decorplan opgesteld dat het meest praktisch haalbaar is in functionaliteit en planning voor de hele groep en draaiperiode.

De student maakt een acteursoefening op basis van een eigen persoonlijk scenario met de nadruk op het leren omgaan met acteurs, het geven van duidelijke regie-instructies, het motiveren van een productieploeg en het organiseren van een set. De studenten werken met acteurs die ze buiten de school autonoom moeten casten. Zodat de studenten hun project ook aan externen leren communiceren. Via een carrouselsysteem vervult de student telkens een andere technische functie. De uitvoering gebeurt op video.

De student bezit de eindcompetenties van Fictie I en Scenario I.

Kerncompetenties

- De student leert omgaan met acteurs en verwerft inzicht in het regisseren van acteurs en het leiden en motiveren van een ploeg.
- Hij/zij moet een naar inhoud en vorm afgewerkte oefening gerealiseerd hebben die van een persoonlijke inbreng en creativiteit getuigt.

Algemene competenties

- De student beschikt over voldoende kennis om naar inhoud en vorm zelfstandig een complexer fictiefilmproject aan te vatten.
- De studenten zijn in staat om mee te werken aan de projecten van medestudenten, en kunnen zich inzetten om in ploeg elk project tot een goed einde te brengen.

Mogelijkheid tot persoonlijke afspraak met de docent.

Permanente evaluatie (60%) en jurering van het eindproduct (40%)

Algemeen
- Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
- Werkstukken moeten op vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
- Bij wettige afwezigheid van de student moeten de werkstukken door iemand anders worden ingediend.
- Evaluatie tijdens de 2de examenperiode, geen 2de zittijd.

Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).

Deliberatie-info: voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).

Video-opnamemateriaal, montage- en lichtmateriaal van het atelier. Internet.

Materiaal ter beschikking vanuit de uitleen Audiovisiuele Kunsten, film. De kosten zijn afhankelijk van de aard van de oefening van de student.

h700-audiovisuele kunst-film-fictie-regie-scenario

(geslaagd voor Atelier Fictie I EN geslaagd voor Atelier Documentaire I) OF (geslaagd voor Atelier Fictie I EN geslaagd voor Atelier Audiovisueel Onderzoek I) OF (geslaagd voor Atelier Documentaire I EN geslaagd voor Atelier Audiovisueel Onderzoek I).