Hoorcolleges.
Theoretisch/analytische benadering met ruimte voor gesprek en discussie.

Werkatelier
Op locatie, in kleine groepjes maken we een documentaire film.

Begeleid Zelfstandig
Geïntegreerde opdracht: inhoud en techniek worden aan elkaar gekoppeld. Op basis van individuele gesprekken tussen student en docent krijgen de projecten van de studenten vorm. Hij/zij schrijft, maakt een projectdossier. Tijdens die gesprekken wordt het voorstel van de student besproken, uit elkaar gehaald, becommentarieerd en weer in elkaar gezet.

Het opleidingsonderdeel Documentaire I is het eerste onderdeel in een drieluik verspreid over de drie bachelorjaren.
Doorheen de drie opleidingsonderdelen gaat de student als filmmaker de confrontatie aan met de diverse aspecten van documentaire film.

Documentaire I bestaat uit twee leereenheden.

1) Basis van documentaire film: inleiding en verkennen

In een aantal hoorcolleges gaan we op zoek naar wat documentaire film is en kan zijn. 

Via een theoretisch analytische benadering verwerft de student inzicht in de verschillende benaderingen eigen aan documentaire film. We analyseren verschillende bestaande structuren, vormen en concepten uit de recente documentaire filmgeschiedenis. De verworven inzichten dienen als 'tools' om eigen ideeën en filmprojecten te realiseren. 

2) Realisatie.

De student realiseert 3 korte documentaire filmprojecten waarbij het artistiek/creatief werkproces centraal staat. Voor deze opdrachten vertrekt de student vanuit observatie. ' Wat heb ik gezien? ' Deze opdrachten resulteren in een korte documentaire film waarbij het werkproces van de student primeert. 

Dit opleidingsonderdeel is lineair geordend.

1)  Basis van documentaire film.

Inleiding en verkennen van documentaire film.

Wat is documentaire film?

Historische context.

Elementaire keuzes.

Alles is vorm.

Structuur van documentaire film.

Ethiek.

Ontwikkeling van een eigen project;

2) Realisatie.

Elke student realiseert 3 korte documentaire films, waarvan 1 groepswerk. Elk project wordt grondig voorbereid aan de hand van ‘een schrijven’. Centraal binnen deze projecten staat de observatie. De projecten vertrekken vanuit een omschreven opdrachten die een context beiden aan de student, een vertrekpunt, een omkadering. Binnen deze opdrachten leert de student omgaan met camera, met geluidsopname apparatuur, met montage. De verschillende projecten worden tijdens ‘het maken’, besproken en verder uitgewerkt met de docent tijdens individuele ontmoetingen.

In een eerste opdracht onderzoekt de student wat het betekent om enkel met beeld te werken. Het gesproken woord wordt gebannen uit de film. De klankband van de film bestaat uit de directe klank. We maken beelden en structuren deze beelden in de montage.

Voor een tweede opdracht werken we in kleine groepjes. We vertrekken vanuit een opgelegde locatie binnen de stad en maken in groep een film. Hoe kunnen we ons verhouden t.o.v. die realiteit. Hoe werken we in groep? Hoe communiceren met elkaar en met die omgeving. Hoe behandelen we die realiteit? Waar zetten we de camera?

In een derde opdracht gaat de student zijn eigen weg. Hij maakt een filmisch portret van een persoon naar keuze. De student zoekt naar verdieping binnen wat hij of zij wilt maken. De student heeft aandacht voor alle facetten van documentaire film. Hij/zij zoekt naar een eigen visie, een eigen stem en kan die ook vertalen naar film.

Kerncompetenties:

- De student demonstreert de basiskennis ivm het gebruik van de technische middelen. Hij/zij kan omgaan met camera en geluidsapparatuur. Hij/zij bezit de basisvaardigheden van de montagesoftware.

- De student overziet de verschillende aspecten van het productieproces en respecteert de deadlines.

- De student toont dat hij/zij een eindverantwoordelijkheid kan dragen voor een artistiek project.

- De student heeft de verschillende opdrachten binnen dit opleidingsonderdeel tot een goed einde gebracht en kan een kritisch gesprek aan rond zijn eigen proces en het behaalde resultaat.

Algemene competenties:

- Zowel het artistiek/creatief werkproces van de student als het uiteindelijke resultaat getuigen van een eigen visie en een eigen stem in ontwikkeling.

- De student is voldoende taalvaardig om z’n ideeën gestructureerd uit te schrijven en de communiceren naar de buitenwereld. Hij toont zich in staat relevante informatie te verwerken en te analyseren.

Mogelijkheid tot persoonlijke afspraak met de docent.

Permanent evaluatie van het creatief proces (70%)
Resultaat (30%).

Algemeen:
- Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
- Werkstukken moeten op vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd. Bij wettige afwezigheid van de student moeten de werkstukken door iemand anders worden ingediend.
- Evaluatie tijdens de 2de examenperiode, geen 2de zittijd.