Een gedetailleerde lijst van doelstellingen is te vinden in de curriculumcursus van het opleidingsonderdeel op http://dokeos.hogent.be. en in het Reglement voor de Praktijk in het onderwijsvak (2e traject)
De studenten kunnen
als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- de beginsituatie van de klas a.h.v. interview, observatie, én handboeken en handleidingen, eindtermen, ontwikkelingsdoelen, leerplannen en toetsen achterhalen
- de heterogeniteit van de leergroep in kaart brengen in overleg met de mentor en blijk geven van een beeld te hebben van de heterogeniteit van de klas (3)
- doelstellingen kiezen op basis van handleidingen en leerplannen, vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen, ontwikkelingsdoelen,
- doelstellingen kiezen rekening houdend met de specifieke beginsituatie (3)
- doelstellingen aan leerinhouden koppelen (3)
- leerinhouden in functie van doelstellingen kiezen (3)
- leerinhouden in functie van de specifieke beginsituatie kiezen (3)
- werkvorm en groeperingsvorm in functie van doelstellingen kiezen(3)
- voor een logische structuur in een zelfstandig opgestelde les zorgen
- onderwijs- en leermiddelen vinden en gebruiken (3)
- onderwijs- en leermiddelen aanpassen en ze gebruiken
- bij het uitwerken van een les het motivatieprincipe, het activiteitsprincipe en het aanschouwelijkheidsprincipe toepassen (3)
- leerpsychologische inzichten toepassen
- doelstellingsvalide vragen, taken en opdrachten kiezen
- gegevens (in functie van evalueren) verzamelen op basis van observatie, gesprekken, taken, opdrachten
- in gesprekken het Standaardnederlands hanteren
- schriftelijk het Standaardnederlands hanteren
- vragen, opdrachten in Standaardnederlands (mondeling en schriftelijk) op een heldere manier formuleren(3), zo nodig met visuele of andere ondersteuning en/of herformulering
- in Standaardnederlands vertellen (voorlezen – indien van toepassing) en zich daarbij bewust zijn van zijn eigen mogelijkheden om die vaardigheden optimaal in te zetten en eventuele beperkingen te compenseren
als opvoeder
- aan een positieve interactie met de leerlingen werken
- voorbeeldgedrag tonen voor de attitudes die worden nagestreefd bij de leerlingen
- zich inleven in leerlingen met diverse talige achtergronden en talige situaties
als inhoudelijk expert
- de gewenste vakdidactische aanpak toepassen in voorbereiding en uitvoering (3)
- kennis en vaardigheden in een didactische aanpak transfereren
- horizontale verbanden leggen, vakoverschrijdend binnen het vak werken
als organisator
- aan afspraken en regels met leerlingen werken
- leerlingen aanspreken op ongewenst gedrag
- voor een soepel en efficiënt lesverloop zorgen d.m.v. adequate voororganisatie (3)
- ervoor zorgen dat de materiële organisatie zo geordend mogelijk verloopt (materiaalbedeling, ruimtelijke organisatie…)
- voor zichzelf en de leerlingen de timing aangeven voor een les
- een stimulerende, veilige en werkbare klas- en leerruimte creëren
als lid van een (school)team
- in samenwerking met collega’s (studenten) opdrachten uitwerken (indien van toepassing) (3)
- in overleg binnen de school afspraken opstellen en die naleven
- zich informeren over het schoolreglement en de regels van de school strikt naleven
(3) duidt doelstellingen aan die de student bij voorkeur al bereikt in het 3e semester van de‘praktijk in het onderwijsvak’
Belangrijkste attitudes voor de praktijk in het onderwijsvak
De studenten
i.v.m. beslissingsvermogen
- treden zo nodig op tegen leerlingen (3)
i.v.m. relationele gerichtheid
- houden rekening met de leef- en ervaringswereld van de leerlingen (3)
- zijn zichzelf (3)
i.v.m. kritische ingesteldheid
- trachten op een positieve manier om te gaan met gefundeerde kritiek (3)
- geven opbouwende kritiek (3)
- stellen zichzelf en eigen waarden en normen in vraag (reflectie)
- reflecteren over de eigen normen en waarden en treden buiten het eigen referentiekader
- sturen het eigen sociaal functioneren bij
i.v.m. leergierigheid
- grijpen kansen aan om te leren (2) en grijpen kansen voor eigen vormingsproces (3)
- nemen initiatief voor het eigen vormingsproces
- vragen feedback en advies (2)
i.v.m. organisatievermogen
- werken planmatig (3)
i.v.m. zin voor samenwerking
- werken in team aan een taak (3)
i.v.m. verantwoordelijkheidszin
- tonen veiligheidszin (3)
i.v.m. creatieve ingesteldheid
- variëren en en experimenteren met nieuwe werkvormen, inhouden, media
i.v.m. flexibiliteit
- staan open voor ideeën van anderen (3)
i.v.m. taalgebruik en communicatie
- tonen een ‘taalgeweten’ en sporen bij twijfel de gepaste oplossing op (3)
- gebruiken bewust verbale en non-verbale communicatie
i.v.m. assertiviteit
- komen voor zichzelf op op een positieve manier
- hebben bij behartiging van eigen belangen ook oog voor anderen
(3) duidt attitudes aan reeds van belang in het 3e semester van de‘praktijk in het onderwijsvak’
Situering van het opleidingsonderdeel in het geheel van de opleiding: zie document ‘Integratie - Matrix – Opleidingsprogramma – Opleidingsonderdeel’ in de curriculumcursus van het opleidingsonderdeel op http://dokeos.hogent.be.