Atelierwerking met o.m. individuele besprekingen, groepsbesprekingen, projecten en workshops, extramuros-activiteiten, groeps-en individuele presentaties.

Dit opleidingsonderdeel is de tweede en optionele module binnen het studieprogramma Mediakunst. Het wordt voorafgegaan door 'Tekenen 1' in bachelor 1.

De student maakt bij deze verdieping gebruik van de verworven kennis en vaardigheden uit het eerste bachelor.

Tekenen binnen een artistiek proces heeft verschillende functies: het ondersteunt de ontwikkeling van ideeën, materiaal- en technisch onderzoek, en inhoudelijke verkenning. Als ondersteunend vak aan het hoofdatelier dient het tekenen als een middel voor kritische reflectie op de atelierpraktijk. Tegelijkertijd kan tekenen een autonoom traject vormen dat het artistieke onderzoek en praktijk van de student verbreedt en verdiept. De interactie met het atelier 'Mediakunst II' zal hierbij een belangrijke rol spelen.

Niveau: initiërend en voor sommige aspecten gevorderd

Een artistiek tekenonderzoek omvat verschillende aspecten:
• de ontplooiing van ideeën
• een eigen werkmethode zoeken en ontwikkelen
• een materiaaltechnisch en technisch onderzoek
• een inhoudelijk onderzoek naar beeld en betekenis
• tekenen naar waarneming

Via het maken van schetsen en tekeningen zal de student ideeën en concepten ontwikkelen.
De student zoekt naar aansluiting tussen tekenmaterialen en technische mogelijkheden en een eigen werkmethodiek in functie van zijn/haar inhoudelijk onderzoek.

Geslaagd zijn voor ‘Tekenen 1’.

1. In staat zijn om tekeningen te maken op basis van een eigen artistieke visie, door onder meer:
a. Tekeningen te maken die blijk geven van bewuste en doordachte keuzes op het vlak van lijnvoering, kleur en compositie.
b. Aan te tonen dat de keuze van materialen en de variatie in stijl het artistieke concept van de tekening versterken.
c. Aan te tonen dat het tekenwerk aanstuurt op een specifieke relatie met de kijker.
2. In staat zijn om het tekenkundig onderzoek inhoudelijk, op een initiërend niveau, te kunnen kaderen en situeren, door onder meer:
a. De relatie tussen de tekening en de geformuleerde uitgangspunten discursief te kunnen uiteenzetten.
b. Tekeningen te maken die getuigen van een ontwikkeling die in relatie staat tot de actuele dynamiek en discours in het veld van de kunst.
c. Eigen artistiek onderzoeksmethodes te ontwikkelen.
3. Het beheersen van technieken en vaardigheden eigen het medium tekenen en deze aan kunnen wenden in het zoeken naar een artistiek meerwaarde op een initiërend niveau, door onder meer:
a. Te getuigen van een brede kennis van methodes, materialen, technieken en onderwerpen eigen aan het medium tekenen.
b. Bewuste keuzes te maken met betrekking tot de gebruikte techniek waardoor er een connectie gemaakt wordt tussen de waarneming en het getekende beeld.
4. Het eigen artistieke project kunnen organiseren in samenspraak met anderen.

Naast de begeleiding inherent aan de atelierwerking kunnen studenten steeds een persoonlijke afspraak maken met de betrokken atelierdocenten.

De bibliotheek: boeken raadplegen in bibliotheek van de school.
Objecten, het levend model, tekenmaterialen en aanverwante materialen, skelet, spierenman, prenten en afbeeldingen, gipsen afgietsels, ruimten.

De studenten worden aangemoedigd te investeren in divers tekenmateriaal naast het basismateriaal dat beschikbaar is in het tekenatelier.
Papier en tekenmateriaal voor een totaal van 70€

h00kunst / H714beeldende kunst 2d tekenen

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.