Hogeschool Gent
Geraard de Duivelstraat 5 - 9000 Gent
Tel: 09 243 33 33 - E-mail: info@hogent.be
Website: www.hogent.be
Wiskunde en wereldoriƫntatie IV15763/3131/1112/1/85
Studiegids

Wiskunde en wereldoriƫntatie IV

15763/3131/1112/1/85
Academiejaar 2011-12
Komt voor in:
  • Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs, trajectschijf 2
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 4 studiepunten
Gewicht: 4,00
Totale studietijd: 120,00 uren
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.03.2012 (semester 2)
Titularis: Maeseele Lieveke
Andere docenten: Alleman John, De Kestelier Muriel, Van Dooren Hilde
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 2

Omschrijving Onderwijsorganisatie (lijst)

Onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten
Begeleid zelfstandig/extern werk15,00 uren
Hoorcollege15,00 uren
Werkcollege15,00 uren
Zelfstudie75,00 uren

Omschrijving Onderwijsorganisatie (tekst)

Hoorcolleges, onderwijsleergesprek, taakgericht onderwijs, zelfstandig werk, geleide excursies, groepswerk en interactieve lessen.

Dit opleidingsonderdeel ondersteunt, gelinkt aan haar inhoudelijke eigenheid, de mogelijkheid tot implementatie van internationale gastsprekers en/of bezoeken in internationale context.

Omschrijving Doelstellingen

-Kennis en inzicht hebben in de eindtermen en leerplannen van wereldoriëntatie en wiskunde van het lager onderwijs.

-Praktijkgerichte uitwerking geven aan de eindtermen en leerplannen van wereldoriëntatie en wiskunde in het lager onderwijs.

-Aandacht hebben voor breed observeren en omgaan met diversiteit via het lesgeven en omgaan met kinderen.

*Wereldoriëntatie :
Studenten kunnen:
- leerlingen van een lagere school begeleiden in hun ontwikkeling om op een competente wijze te participeren aan het leven in de brede omgeving waarin zij zichzelf situeren. De klemtoon valt hierbij op de specifieke leerinhoud die hieronder wordt omschreven.
- leerlingen van een lagere school helpen bij het zich eigen maken van referentiekaders op het vlak van
    + kennis van en inzicht in zichzelf, hun omgeving en hun relatie tot die omgeving,
    + vaardigheden om in interactie te treden met die omgeving,
    + stimulansen om een positieve houding te ontwikkelen ten aanzien van zichzelf en die omgeving
- uiteenlopende vormen van klasmanagement en onderwijstechnieken toepassen opdat een uitdagende leeromgeving zou ontstaan
- kennis hebben van instrumenten en procedures ter ondersteuning van klaspraktijk
- op een efficiënte manier ICT implementeren in de lessen WO
- kennis en inzicht verwerven in de periodes van de geschiedenis en de maatschappelijke onderwerpen die aan bod gekomen zijn
- de diverse beginsituatie gebruiken om gedifferentieerd te werken en handleidingen en methodes aan te passen
- werkvormen, werkbladen, didactische principes voldoende variëren om elk kind te benaderen via zijn leerstijl

*Wiskunde:
Kennis:
Studenten kennen de specifieke vakdidactiek uit de verschillende domeinen van wiskunde

Vaardigheden:
Studenten kunnen:
- de doelstellingen m.b.t. een bepaalde les wiskunde in de verschillende handleidingen en leerplannen selecteren
- wiskundeactiviteiten opmaken voor kinderen van de lagere school uitgaande van de specifieke vakdidactiek
- op een efficiënte manier ICT implementeren in de lessen wiskunde

Attitudes:
Studenten
-brengen waardering op voor wiskunde en dragen die waardering over in de klaspraktijk
-ontwikkelen de opvatting dat ze alle leerlingen voldoende wiskundige bekwaamheid kunnen bijbrengen
-zijn bereid zichzelf vragen te stellen over hun aanpak van een wiskundeles

Een meer gedetailleerde lijst van doelstellingen is terug te vinden in de syllabussen.

 

Omschrijving Inhoud

De verschillende leerinhouden worden omgezet naar de leeftijd van lagere schoolkinderen, rekening houdend met de verschillende vakdidactieken en met kritische blik op handleidingen en methodes.

Referentiekaders op het vlak van:
Natuurwetenschappen: vakdidactiek van de levende natuur ( mensen, dieren en planten ) en niet-levende natuur ( grondstoffen en fysische verschijnselen ), gebruik van ICT binnen natuurwetenschappen

Mens
: Dit behelst de mens als individu ( behoeften, gevoelens, zelfbeeld) en als sociaal wezen in intermenselijke relaties.

Maatschappij: Dit domein refereert naar sociaal-economische, politieke, juridische en naar sociaal-culturele verschijnselen, waarbij ook aandacht uitgaat naar interculturele communicatie.

Tijd,geschiedenis:
- kennis en inzicht in het verloop van de voornamelijk Europese geschiedenis vanaf de 16de eeuw tot
  en met de 19de eeuw
- didactiek: verwerking van doelstellingen naar de basisschool; opzoeken in leerplannen en aanpassen handleidingen en methodes; gebruik van gepaste werkvormen en leermiddelen; detecteren, analyseren en gebruik van bronnen als de strip, het schilderij, stilstaand en bewegend beeld.

Ruimte,aardrijkskunde: dit geheel omvat de studie van het heelal en de didactische verwerking ervan naar de basisschool en een bezoek aan het planetarium Brussel.

Wiskunde
- Methodologische benadering van de verschillende domeinen van wiskunde voor de lagere school
  i.h.b. problemen oplossen, breuken, kloklezen en rekenen met tijd
- Gebruik van ICT in de lessen wiskunde

Omschrijving Begincompetenties (tekst)

Eindcompetenties van de opleidingsonderdelen Wereldoriëntatie I en II en Wiskunde I en II.

Omschrijving Eindcompetenties (tekst)

Verwijzend naar de decretaal vastgelegde algemene competenties en algemeen beroepsgerichte competenties en de beroepsspecifieke competenties meer bepaald de basiscompetenties voor “de professionele bachelor in het onderwijs:lager onderwijs” wordt voornamelijk gewerkt aan het volgende.

De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los gezien worden van de doelstellingen.

De studenten moeten kennis en inzicht hebben in de eindtermen van het lager onderwijs algemeen en de onderdelen 'wiskunde en wereldoriëntatie' van het lager onderwijs specifiek.
De studenten moeten praktijkgerichte uitwerking kunnen geven aan de eindtermen van het lager onderwijs algemeen en de onderdelen 'wiskunde en wereldoriëntatie' van het lager onderwijs specifiek.

Er wordt gewerkt aan volgende "algemene competenties" voor de bachelor: denk- en redeneervaardigheid, ingesteldheid tot levenslang leren, verwerven en verwerken van informatie, vermogen tot kritische reflectie

We verwijzen tevens naar het opleidingsprogramma voor leerkracht lager onderwijs en meer specifiek naar volgende competenties:

F.G.1: de leraar als begeleider van leer-en ontwikkelingsprocessen
1.1 De beginsituatie van de leerlingen en de klas kunnen achterhalen a.d.h.v. observatie, bevraging, handleidingen en leerplannen
1.2 De doelstellingen kunnen kiezen en formuleren op basis van diversiteit, handleidingen, leerplannen en leerlijnen.
1.3 Leerinhouden kunnen selecteren
1.4 De leerkracht kan de leerinhouden en leerervaringen structureren en vertalen in een samenhangend onderwijsaanbod.
1.5 De leerkracht kan aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen.
1.6 De leerkracht kan individueel en in team leermiddelen kiezen en bepalen.
1.7 De leerkracht kan een krachtige leeromgeving creëren met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep.
1.8. De leerkracht kan observatie en evaluatie voorbereiden.
1.9 De leerkracht kan observeren en het proces en product evalueren met het oog op bijsturing en remediëring en differentiatie

F.G.2: de leraar als opvoeder

2.2 De leerkracht kan het kind als individu, als groepselement en als onderdeel van een groter geheel herkennen en begeleiden
2.3 De leerkracht kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden.
2.4 De leerkracht kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context.
2.6 De leerkracht kan het fysieke en geestelijke welzijn van de kinderen bevorderen

F.G.3: de leraar als inhoudelijk expert
3.1 De leerkracht beheerst de basiskennis i.v.m. de leerinhouden, waaronder ten minste de OD en ET en hij kan recente ontwikkelingen over inhouden en vaardigheden uit de leergebieden WO en wiskunde en de leergebiedoverschrijdende thema's leren leren en sociale vaardigheden volgen.
3.2 De leerkracht kan de verworven kennis en vaardigheid met betrekking tot leergebieden en vakgebieden aanwenden.
3.3 De leerkracht kan het eigen aanbod situeren in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen.

F.G.4: de leraar als organisator
4.4 De leerkracht kan een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen.

F.G.5: de leraar als innovator- als onderzoeker

5.1 De leerkracht kan vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen
5.3 De leerkracht kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen

F.G.7: de leraar als lid van een schoolteam
7.2 De leerkracht kan binnen het team over een taakverdeling overleggen en de afspraken naleven

F.G.10: de leraar als cultuurparticipant

Voorts beogen we volgende attitudes: beslissingsvermogen, relationele gerichtheid, kritische ingesteldheid, leergierigheid, organisatievermogen, zin voor samenwerking, verantwoordelijkheidszin, creatieve gerichtheid, flexibiliteit en gerichtheid op correct taalgebruik en communicatie.

Omschrijving Begeleiding

Monitoraat in onderlinge afspraak

Individuele begeleiding na afspraak met de betrokken lectoren

Omschrijving Evaluatie (tekst)

Inschrijven met een creditcontract is enkel mogelijk na toelating.

Diplomacontract, examencontract en creditcontract.

Deelname aan een aangekondigde excursie is verplicht. Bij gewettigde afwezigheid wordt een vervangtaak gemaakt. Niet gewettigde afwezigheid resulteert in een beoordeling "afwezig" voor dit opleidingsonderdeel.

Eerste zittijd:
- periodegebonden mondeling examen voor de domeinen natuurwetenschappen en aardrijkskunde, elk voor 20%, en geschiedenis/maatschappij voor 30% van het totaal
- periodegebonden schriftelijk examen wiskunde voor 30% van het totaal

Tweede zittijd:
- mondeling examen voor de domeinen natuurwetenschappen en aardrijkskunde elk voor 20%, en geschiedenis/maatschappij voor 30% van het totaal 
- schriftelijk examen voor wiskunde voor 30% van het totaal

Vanaf een score van 7/20 of minder voor een onderdeel van de cluster geldt die laagste score als cijfer voor het volledige opleidingsonderdeel.
Wanneer met de optelling van de deelpunten en omzetting naar 20 voor het clusterpunt geen 10/20 wordt bereikt, wordt naar beneden afgerond.
Indien voor minstens 2 onderdelen van de cluster minder dan 10/20 wordt behaald, geldt het laagste deelcijfer als eindcijfer voor het opleidingsonderdeel.
Puntenoverdracht mogelijk naar tweede zittijd en naar één volgend academiejaar voor onderdelen uit de cluster waarvoor minimaal 10/20 behaald werd.

Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Tweede examenkans: wel mogelijk.

Omschrijving Studiematerialen (tekst): Verplicht

Handboek WO natuuronderwijs, atlas WO, atlas niveau secundair onderwijs en cursussen.

Syllabus wiskunde, geschiedenis/maatschappij en aardrijkskunde

Ontwikkelingsdoelen en eindtermen voor het basisonderwijs

Leerplannen voor de basisschool

Beeldmateriaal van de elektronische leeromgeving MILE

Studiekosten

40 EUR aan cursussen en didactische uitstappen

Trefwoorden

Wereldoriëntatie, geschiedenis/maatschappij, aardrijkskunde, natuurwetenschappen, tijd, natuur, ruimte, mens, wiskunde, aanvankelijk rekenen, didactiek, getallen, meten, meetkunde, problemen oplossen, lager onderwijs

Omschrijving volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.