Kennis en inzicht hebben in de eindtermen van het lager onderwijs algemeen en het onderdeel ICT en Media van het lager onderwijs specifiek
Praktijkgerichte uitwerking geven aan de eindtermen in het lager onderwijs algemeen en het onderdeel ICT en Media van het lager onderwijs specifiek
- De studenten zijn in staat om op efficiënte wijze de meest geschikte media op te zoeken, te selecteren, aan te maken en in te schakelen voor zowel de voorbereidingsfase, de les zelf, als de naverwerking van een les, als voor de communicatie met andere betrokken partijen in het onderwijsgebeuren.
- Meer specifiek beogen we volgende kennis, vaardigheden en attitudes:
1. KENNIS:
- Alle feitelijke kennis nodig om ondergenoemde vaardigheden vlot te kunnen uitvoeren;
- Een gedegen basiskennis van pc-gebruik hebben;
- Kennis van en inzicht in bruikbare actuele en nieuwe evoluties op gebied van ICT. - FG2 / 2.4
- De wetgeving met betrekking tot auteursrecht en portretrecht, in het bijzonder de toepassing hiervan in het onderwijs.
2. VAARDIGHEDEN:
• studenten weten waarom, wanneer en voor wie ze mediamiddelen kunnen/moeten inschakelen; - FG1 / 1.2,1.3, 1.5, 1.6
• studenten hebben kennis van, en inzicht in, relevante en bruikbare evoluties op gebied van ICT; - FG2 / 2.4
• studenten zijn vertrouwd met, en maken gebruik van correcte ICT-terminologie;
• studenten kunnen zelf audio-opnames maken met een pakket zoals bijvoorbeeld Audacity; FG3
• studenten kunnen aan eenvoudige beeldbewerking doen;FG3
• studenten kunnen multimediale presentaties maken met een presentatiepakket;FG3
• studenten kunnen gericht informatie opzoeken op het Internet en deze informatie kritisch beoordelen en, zonder schending van het auteursrecht, integreren in andere documenten die voorzien zijn van correcte bronvermeldingen; - FG2 / 2.4, FG4 / 4.2, 4.3
• de studenten kunnen verschillende media inschakelen in het lesgebeuren; FG1 / 1.2,1.3, 1.5, 1.6, 1.7, 1.9
• studenten kunnen zelf visuele, auditieve en andere media-inhouden zoeken, aanmaken, wijzigen; FG1 / 1.5, 1.6, 1.7, 1.9, FG5 / 5.1
• studenten kunnen zelf educatieve toepassingen aanmaken, met behulp van Hot Potatoes; FG1 / 1.5, 1.6, 1.7, 1.9, FG5 / 5.1
• studenten zijn vertrouwd met de ICT-eindtermen en kunnen ICT efficiënt inschakelen om de ICT-eindtermen te realiseren;FG1 / 1.5, 1.6, 1.7, 1.9, FG5 / 5.1
• studenten kunnen professionele documenten opmaken met behulp van een tekstverwerker; FG3, FG4 / 4.2, 4.3
• studenten kunnen rekenbladen aanmaken en gebruiken, in functie van de lespraktijk.FG1 / 1.5, 1.6, 1.7, 1.9, FG4 / 4.2, 4.3
• studenten kunnen de actuele e-learning-omgeving en de mail van de Hogeschool Gent gebruiken; FG3, FG4 / 4.2, 4.3, FG7
• studenten kunnen zelf eenvoudige componenten aanmaken binnen een e-learning omgeving; FG3, FG7 en FG8
3. ATTITUDES:
een kritische en verantwoorde keuze kunnen maken uit de verschillende beschikbare onderwijsmedia;
de juiste inhouden kritisch kunnen beoordelen;
verantwoord en respectvol omgaan met materiaal.
Gedetailleerde lijsten van doelstellingen zijn te vinden in de syllabi.