Een gedetailleerde lijst van doelstellingen is te vinden in de curriculumcursus van het opleidingsonderdeel op http://dokeos.hogent.be.
1. ICT en Media (1 studiepunt)
Opfrissen en aanvullen van basiskennis en fundamentele vaardigheden i.v.m. ICT en Media.
De studenten kunnen
- het belang van ICT en media in de opleiding situeren
- zelf aangepaste media-inhouden zoeken, gebruiken, aanmaken en/of wijzigen
- een kritische en verantwoorde keuze uit de verschillende beschikbare onderwijsmedia maken
- op een verantwoorde en respectvolle manier met het materiaal omgaan
- op een gerichte en relevante wijze ontwikkelingen en actualiteit i.v.m. ICT en onderwijs opvolgen, ze onderscheiden en kritisch benaderen
- de regels en praktische afspraken i.v.m. het mediacentrum hanteren
- de regels rond het elektronisch communiceren met Hogentpersoneel en mentoren naleven
- de praktijklokalen media lokaliseren
- de onderscheiden functies van de ICT-lectoren en –medewerkers benoemen
- de studiefiches van hun opleidingsonderdelen raadplegen en interpreteren
- de actuele elektronische leeromgeving binnen Hogent als 1 van de digitale leeromgevingen herkennen en enkele basisfuncties (documenten, dropbox, aankondigingen) hanteren
- het belang, het voordeel en de verschillen van het werken met een open source software t.o.v. de commerciële software verwoorden
- het OpenOffice.org-pakket installeren
- externe hardware op virussen scannen
- de basisbegrippen PC en de ICT-terminologie hanteren
- documenten op een efficiënte manier comprimeren en decomprimeren
- de functionaliteit van de BIN-normen verwoorden
- de BIN-normen (aan de hand van een digitaal leerpad) in documenten toepassen
- binnen het open source softwarepakket het tekstverwerkingsprogramma Writer openen
- volgende basisvaardigheden in een tekstverwerkingsprogramma toepassen: tekst vlot intikken (met goed begrip en correct gebruik van hard en zacht regeleinde en alinea-eindes); tekstcorrecties aanbrengen, een document of sjabloon openen, opslaan, afdrukken en sluiten
- teken- , alinea- en pagina-opmaakprofielen gebruiken, aanmaken en bewerken
- de spellings- en grammaticacontrole toepassen
- de helpfunctie toepassen
- kop- en voetteksten, voet- en eindnoten, tabs en kolommen op bestaande teksten toepassen
- e-mails met bijlage opmaken, versturen en ontvangen
- tabellen efficiënt gebruiken en opmaken
- figuren en frames hanteren
- opsommingen invoegen
2. Taalstrategieën (2 studiepunten)
Opfrissen en aanvullen van basiskennis en fundamentele vaardigheden i.v.m. Taalstrategieën.
Leesvaardigheid
De studenten kunnen door oriënterend, globaal, zoekend en intensief te lezen een tekst analyseren op het niveau van betekenis, taalgebruik en opbouw. Dit houdt in dat zij:
- de tekstsoort, het tekstdoel en het tekstthema kunnen benoemen
- de vaste structuur en afwijkingen daarvan kunnen benoemen
- de tekst in alinea’s kunnen verdelen en het type alinea kunnen benoemen
- de kernvragen en kernantwoorden van de tekst kunnen benoemen
- alle structuurelementen kunnen benoemen
- verschillende strategieën om aan onbekende woorden betekenis toe te kennen en hun woordenschat uit te breiden kunnen toepassen
Spreekvaardigheid: voorlezen
De studenten kunnen
- een correcte uitspraak volgens het Nederlandse klanksysteem zonder al te sterke regionale invloeden hanteren
- een gepaste houding en lichaamstaal aannemen
- een heldere, voldoende luide stem produceren met voldoende resonans en afwisseling in toonhoogte
- de voorleestekst kernachtig, correct en creatief inleiden
- een tekst op een vlotte en expressieve manier voorlezen met speciale aandacht voor articulatie, stemvolume, ademhaling, tempo, houding, oogcontact, mimiek, …
- de spreektechnieken zullen tijdens een aantal sessies intensief worden ingeoefend.
De studenten moeten aan deze spreekvaardigheidsessies deelnemen.
Schrijfvaardigheid
De studenten kunnen
- de spellingsregels toepassen, spellingsstrategieën hanteren en spelfouten herkennen en verbeteren in eigen teksten
- zelf correcte, duidelijke, aantrekkelijke en gepaste zinnen bouwen
- stijl- en taalfouten in teksten herkennen en verbeteren (werkwoordelijke eindgroep, zinssamentrekking, beknopte bijzin, tangconstructie, nominalisering, passieve constructies, woordovertolligheid…)
Belangrijkste attitudes
De studenten
i.v.m. relationele gerichtheid
- houden zich aan elementaire regels van de sociale omgangsvormen
i.v.m. kritische ingesteldheid
- stellen het eigen handelen in vraag
i.v.m. leergierigheid
- grijpen kansen om te leren
- vragen feedback en advies
i.v.m. verantwoordelijkheidszin
- dragen verantwoordelijkheid voor eigen handelen
- bieden hulp waar nodig
- tonen stiptheid, administratieve correctheid naar lectoren
Taalgebruik en communicatie
- hanteren correcte mondelinge en schriftelijke communicatie, ook non-verbaal
- passen eigen taalgebruik aan de situatie aan
Situering van het opleidingsonderdeel in het geheel van de opleiding: zie document ‘Integratie - Matrix – Opleidingsprogramma – Opleidingsonderdeel’ in de curriculumcursus van het opleidingsonderdeel op http://dokeos.hogent.be.