Hogeschool Gent
Geraard de Duivelstraat 5 - 9000 Gent
Tel: 09 243 33 33 - E-mail: info@hogent.be
Website: www.hogent.be
Sociaal-agogisch atelier III12774/3132/1112/1/11
Studiegids

Sociaal-agogisch atelier III

12774/3132/1112/1/11
Academiejaar 2011-12
Komt voor in:
  • Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs, trajectschijf 2
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 4 studiepunten
Gewicht: 4,00
Totale studietijd: 120,00 uren
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.03.2012 (semester 2)
Titularis: Baetsle Ilse
Andere docenten: Bellens Monique, De Praetere Katrien, Jonniaux Ida, Leyssens Kathleen, Steelant Lynn, Van Dender Dominique, Van Driessche Kelly
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 2

Omschrijving Onderwijsorganisatie (lijst)

Onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten
Hoorcollege8,00 uren
Werkcollege36,00 uren
Zelfstudie76,00 uren

Omschrijving Onderwijsorganisatie (tekst)

theoretisch aanbrengen van de leerinhouden gekoppeld aan het inoefenen van vaardigheden;

Groepswerk, toonmoment, evaluatiemomenten, zelfstandig werk, individueel werk, begeleid zelfstandig werk.

Dit opleidingsonderdeel ondersteunt, gelinkt aan haar inhoudelijke eigenheid, de mogelijkheid tot implementatie van internationale gastsprekers en / of bezoeken in internationale context.

Omschrijving Doelstellingen

ICT

Kennis en inzicht hebben in de ontwikkelingsdoelen van het kleuteronderwijs algemeen en het onderdeel "muzische vorming - media" van het kleuteronderwijs specifiek

Praktijkgerichte uitwerking geven aan de ontwikkelingsdoelen van het kleuteronderwijs algemeen en het onderdeel "muzische vorming - media" van het kleuteronderwijs specifiek

De studenten:

- kunnen correcte digitale media kiezen en gebruiken bij elke groep kleuters (OD Muzische Vorming 5.1 - 5.4);

- kunnen een stopmotion-filmpje maken (OD Muzische Vorming 5.1 - 5.4) ;

- kunnen zelf op efficiënte wijze een filmpje maken met een digitale camera (OD Muzische Vorming 5.1 - 5.4);

- kunnen de gemaakte beelden monteren met een beeldmontage-programma;

- kunnen inhouden op het internet plaatsen (tekst, foto, video) en opzoeken (OD Muzische Vorming 5.1 - 5.4);

- kunnen met behulp van een scanner een digitaal prentenboek maken in een presentatiepakket, met bijhorende geluidsopname in een softwarepakket.(OD Muzische Vorming 5.1 - 5.4)

- kunnen dit digitaal prentenboek zodanig aanpassen dat het geschikt is voor kleuters met een verschillend niveau

- kunnen vlot visuele middelen inschakelen in de les (OD Muzische Vorming 5.1 - 5.4) ;- kunnen een digitale (video)camera in een klassituatie inschakelen (OD Muzische vorming 5.1 - 5.4);

- kunnen, met behulp van een aangeleverd sjabloon, een lange tekst op een correcte manier aanmaken en voorzien van een inhoudstafel, dit alles volgens de BIN-normen

- kunnen zelf elektronische leermiddelen voor de kleuterklas aanmaken

PMV

- kennismaken met kunstbeschouwing.

- verruimen mogelijkheden binnen de domeinen van de Muzische Vorming:beeld,drama,muziek,media,beweging en taal.

- het kunnen afwerken van product , bereid zijn om experimenten zelf te ervaren, clichédoorbrekend te werken.

- vakoverschrijdend werken, hier dus: domeinoverschrijdend.

- leren procesmatig werken.

- studenten reflecteren over hun eigen handelen binnen het projectwerk.

- stappenplan ontwikkelen om structuur in het project te krijgen.

- ontwikkelen van basisattitudes zoals: verantwoordelijkheid opnemen,initiatief willen en durven nemen,afspraken kunnen maken en zich daaraan houden,leren organiseren, zelfwerkzaamheid.

- opleidingsoverschrijdend te werk gaan:openstaan voor samenwerking met studenten van andere opleiding(BOLO)

- diversiteit:

De studenten leren diversiteit op een positieve manier benaderen.

De studenten leren jongeren en kinderen begeleiden tot kwaliteitsvolle interactie met elkaar en met anderen.

De studenten integreren diversiteit in het totale onderwijsleerproces van studenten, jongeren en kinderen.

Dit betekent:
- gericht op zoek kunnen gaan naar vormen van diversiteit met een meerwaarde voor het leerproces
- de eigen inbreng van studenten en leerlingen uitdrukkelijk stimuleren
- een brede waaier van talenten en competenties aan bod kunnen laten komen tijdens het leerproces
- tijd en ruimte kunnen vrijmaken voor spontaan, informeel leren

De studenten kunnen goed omgaan met de diversiteit van medestudenten, leerlingen, ouders en externe partners.

Een gedetailleerde lijst met doelstellingen is terug te vinden in de syllabi van de verschillende onderdelen

Omschrijving Inhoud

wordt afgestemd op de ontwikkelingsdoelen kleuteronderwijs

ICT

- digitale foto's maken;

- video-opnames maken;

- video-opnames monteren;

- digitale prentenboeken maken;

- zelf educatieve toepassingen maken;

- inhouden op internet plaatsen;

- integratie van de inhouden uit SAA I, SAA II en COVA I;

PMV

- zelfstandig werk

- toonmomenten

- evaluatie

Omschrijving Begincompetenties (tekst)

Eindcompetenties verworven voor het opleidingsonderdeel Communicatievaardigheden I in het 1e modeltraject

Omschrijving Eindcompetenties (tekst)

De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los gezien worden van de doelstellingen .

Verwijzend naar de decretaal vastgelegde competenties en algemene beroepsgerichte competenties en de beroepsspecifieke competenties voor de "professionele bachelor in het onderwijs: kleuter onderwijs", wordt voornamelijk gewerkt aan

voor ICT

ALGEMENE COMPETENTIES

- het verwerven en verwerken van informatie

- het vermogen tot communiceren van informatie

ALGEMENE BEROEPSGERICHTE COMPETENTIES

- het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

BEROEPSSPECIFIEKE COMPETENTIES

Functioneel geheel 1 - De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen

1.3 De leerkracht kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren.

=> De ondersteunende kennis omvat de voor het ontwikkelingsaanbod geschikte informatiebronnen en materialen.

1.4 De leerkracht kan leer- en ontwikkelingskansen structureren en vertalen in een samenhangend onderwijsaanbod.

1.4.2 een aanbod creëren dat aansluit bij de leefwereld en de motivatie van de kleuters, waarbij hij gebruik maakt van de diversiteit, waaronder de sociale, culturele en talige diversiteit binnen de groep.

1.5 De leerkracht kan aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen.

1.5.1 aangepaste werkvormen kiezen en ze afstemmen op de doelstellingen;

1.5.3 multimedia functioneel gebruiken;

1.5.4 zijn aanpak differentiëren als dat nodig is.

=> De ondersteunende kennis omvat diverse werk- en groeperingsvormen en combinaties daarvan, rekening houdend met een gedifferentieerde aanpak en met een kritisch gebruik van multimediale mogelijkheden.

1.6 De leerkracht kan individueel en in team ontwikkelingsmaterialen kiezen en aanpassen.

1.6.1 informatie over ontwikkelingsmaterialen vinden, raadplegen en kritisch beoordelen, rekening houdend met de specifieke behoeften van de doelgroep;

1.6.2 ontwikkelingsmaterialen adequaat gebruiken en aanpassen.

=> De ondersteunende kennis omvat relevante bronnen om ontwikkelingsmaterialen te vinden, evenals criteria om ze te beoordelen.

Functioneel geheel - 2 De leraar als opvoeder

2.6 De leerkracht kan de fysieke en geestelijke gezondheid van de kleuters bevorderen.

=> De ondersteunende kennis omvat de kenmerken van fysiek welzijn van jonge kinderen en van basisprincipes van eerstehulpverlening, en van basisinterventies bij frequent voorkomende gezondheidsproblemen.

Functioneel geheel 3 - De leraar als inhoudelijke expert

3.1 De leerkracht beheerst de basiskennis van de leerinhouden, waaronder ten minste de ontwikkelingsdoelen, en hij kan recente ontwikkelingen over inhouden en vaardigheden uit de leergebieden Lichamelijke Opvoeding, Muzische Vorming, Nederlands, Wereldoriëntatie en Wiskundige Initiatie in het kleuteronderwijs volgen.

3.1.1 zijn eigen deskundigheid op inhoudelijk terrein bevorderen.

3.2 De leerkracht kan de verworven kennis en vaardigheid met betrekking tot de leergebieden op een geïntegreerde manier aanwenden.

3.2.1 flexibel gebruik maken van domeinspecifieke kennis en vaardigheden in de pedagogisch-didactische aanpak.

=> De ondersteunende kennis omvat de concepten, inhouden en structuren en methodes van het leergebied.

Functioneel geheel 4 - De leraar als organisator

4.1 De leerkracht kan een gestructureerd speel- en leerklimaat bevorderen.

4.1.1 vaardigheden en aanpakwijzen van goed klasmanagement hanteren.

=> De ondersteunende kennis omvat de aspecten van kindaangepast klasmanagement en van ontwikkelingsbevorderende en -belemmerende factoren.

4.4 De leerkracht kan een stimulerende en werkbare leefruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de kleuters.

4.4.1 een ruimte aanpassen aan de mogelijkheden en behoeften van de kleuters;

4.4.2 die ruimte ontwikkelingsondersteunend, aangenaam, functioneel en veilig inrichten.

=> De ondersteunende kennis omvat de kenmerken van een stimulerend en veilig milieu voor jonge kinderen.

Functioneel geheel 5 - De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker

5.1 De leerkracht kan resultaten van onderwijsontwikkelingswerk en vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen.

5.1.1 vernieuwende inzichten uit de opleiding in zijn onderwijspraktijk aanwenden

voor PMV ALGEMENE COMPETENTIES

- het verwerven en verwerken van informatie

- het vermogen tot communiceren van informatie

- creativiteit

BEROEPSSPECIFIEKE COMPETENTIES

Functioneel geheel 1: de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen:

1.5 een aangepaste methodische aanpak en groeperingsvorm in functie van de doelstellingen (1.5.4)

1.6 onderwijs- en leermiddelen (in team en individueel) kunnen kiezen en aanpassen individueel en in team (1.6.1, 1.6.3, 1.6.4)

1.7.7 integreert ICT functioneel bij het ontwerpen van een krachtige leeromgeving

Functioneel geheel 3: De leraar als inhoudelijk expert

3.1 Basiskennis beheersen en recente evoluties i.v.m.inhouden en vaardigheden uit de ontwikkelingsgebieden in het kleuteronderwijs volgen

3.3 Het eigen vormingsaanbod situeren en afstemmen op het geheel van het onderwijsaanbod

Functioneel geheel 5: de leraar als innovator - de leraar als onderzoeker

5.1 Vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen

Attitudes:

A3: kritische ingesteldheid

A4: leergierigheid

A5: organisatievermogen

A7: verantwoordelijkheidszin

A8: creatieve gerichtheid

A9: flexibiliteit

Omschrijving Begeleiding

Het monitoraat wordt verzorgd door de betrokken lectoren na afspraak.

Er is op donderdagnamiddag monitoraat voorzien

Individueel monitoraat op afspraak is mogelijk.

De studenten kunnen op afspraak gebruik maken van de apparaten en de infrastructuur van de vakgroep "ICT - educatie".

Van de student wordt verwacht dat hij/zij problemen ivm het opleidingsonderdeel op eigen initiatief meldt aan de betrokken lectoren.

Mogelijkheid tot extra individuele begeleiding tijdens zelfstandig werk

Indien gewenst : feedback bij logboek.

Omschrijving Evaluatie (tekst)

Inschrijven met een creditcontract is enkel mogelijk na toelating.

Diploma- en Creditcontract:

ICT

Eerste zittijd:

niet periode gebonden: 100% opdrachten en taken

Tweede zittijd:

100% examen

PMV

Eerste zittijd:

- periode gebonden: 40% mondeling examen (toonmoment+evaluatiegesprek)

- niet periode gebonden taak (logboek) 60% .

Verplicht 80% aanwezigheid tijdens de sessies PMV. Bij het niet halen van 80% aanwezigheid, wordt er bij gewettigde afwezigheid tijdens de sessies PMV een vervangtaak voorzien.

Tweede zittijd:

40% mondeling examen(toonmoment)

60% niet periode gebonden taak (herwerken logboek). De taak kan opnieuw ingediend worden, zoniet wordt de beoordeling uit eerste zittijd overgenomen (60%)

Verhouding van de onderdelen: ICT 20%, PMV 80%

Voor de eindbeoordeling van dit opleidingsonderdeel geldt het volgende:

- het gewogen gemiddelde voor alle partims

- bij 7/20 of minder voor één van de partims wordt er geen gewogen rekenkundig gemiddelde gemaakt voor de eindbeoordeling van het opleidingsonderdeel, maar wordt de eindbeoordeling / eindcijfer bepaald door de partim met het laagste cijfer.

Studenten die in de eerste zittijd niet slagen voor een partim, maar die in de 1e zittijd minimum 10/20 halen voor de andere partims hoeven daarvoor geen 2e zittijd te doen. Ze moeten echter wel een 2e zittijd doen voor de partims waar ze minder dan 10/20 haalden, zoniet krijgen ze de vermelding afwezig voor het hele opleidingsonderdeel.

Indien studenten voor de partim PMV niet geslaagd zijn, kunnen zij geen slaagcijfer krijgen voor de volledige cluster en behalen zij maximum 9/20.

Puntenoverdracht mogelijk naar 2de zittijd en bisjaar voor onderdelen van de cluster waarvoor minstens 10/20 behaald werd.

Examencontract:

Inschrijven voor een examencontract kan enkel mits bijkomende inschrijving van een diplomacontract.

Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Tweede examenkans: wel mogelijk.

Omschrijving Studiematerialen (tekst): Verplicht

PMV

-infobundel uit SAA III (PMV)

- Logboek

-Studenten brengen zelf diverse leermiddelen aan

ICT

- studieteksten rond digitale media in de kleuterklas ;

- Presentaties en documenten op Dokeos;

- ICT-springplank voor de kleuterklas

- informatiemap voor de onderwijspraktijk gewoon basisonderwijs: ontwikkelingsdoelen en
  eindtermen

Studiekosten

35 euro indien SAAIII (PMV) niet gevolgd is

Voor ICT: 2 euro


 

Trefwoorden

ICT, mediakunde, nieuwe media, Project muzische vorming, PMV, muziek, beeld, taal, drama, media, beweging, ontwikkelingsdoelen en doelen.

Omschrijving volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.