Kennis en inzicht hebben in de ontwikkelingsdoelen van muzische vorming en lichamelijke opvoeding van het kleuteronderwijs
Praktijkgerichte uitwerking geven aan de ontwikkelingsdoelen van muzische vorming en lichamelijke opvoeding van het kleuteronderwijs
Volgende doelstellingen zijn gerelateerd aan de ontwikkelingsdoelen muzische vorming en lichamelijke opvoeding en ontwikkelingsdoelen van het kleuteronderwijs:
- actuele tendensen binnen het basisonderwijs: kleuteronderwijs kunnen toelichten
Specifieke doelstellingen LICHAMELIJKE OPVOEDING:
De didactische beginsituatie kunnen achterhalen en zodanig samenstellen en formuleren waarbinnen het fysieke, psychomotorische, cognitieve en sociaal affectieve aan bod komt.
De psychomotorische doelstellingen van de activiteit concreet kunnen formuleren vertrekkende vanuit de leerplandoelstellingen.
Inzicht hebben in de leerplandoelstellingen voor lichamelijke opvoeding en muzische vorming beweging.
Leerplandoelstellingen selecteren en aan de hand van deze selectie een psychomotorische bewegingsactiviteit uitwerken.
Correcte psychomotorische doelstellingen formuleren met betrekking tot het lichaamsbesef, ruimtebesef en tijdsbesef.
De bovenstaande gegevens i.v.m. KDSA, DBS, LPDS duidelijk kunnen aanwenden in de keuze en evolutie van de psychomotorische opdrachten en in de uitwerking van de organisatie.
Op de hoogte zijn van de ontwikkeling van de kleuter op psychomotorisch vlak en zo ook deze ontwikkeling stimuleren en nastreven.
Inzicht verwerven in de psychomotorische facetten binnen het lichaamsbesef, ruimtebesef en tijdsbesef.
De ontwikkeling van de psychomotorische facetten bij kleuters kunnen aangeven.
Zich verdiepen in de ontwikkeling van de psychomotoriek en inzien dat de ontwikkeling van de psychomotorische vaardigheden een absolute voorwaarde is om optimaal te functioneren later.
Het verschil tussen grove en fijne psychomotorische vaardigheden kunnen aangeven en vertalen naar de praktijk toe. (OD 1.26, 1.27, 1.28, 1.29 en 1.30)
Binnen de ontwikkeling van het lichaamsbesef het verschil tussen lichaamsbesef, lichaamsplan en lichaamsidee kunnen aangeven. (OD 1.14)
Inzien dat kleuters via beweging de ruimte ontdekken, tijdsbesef ontwikkelen en via hun lichaamstaal zichzelf uitdrukken en hierop inspelen en verderbouwen. (OD 1.40) (OD 3.2; 3.5, 3.7 en 3.8)
De psychomotorische ontwikkeling stimuleren door kleuters de beleving van het eigen lichaam, het lichaam in de ruimte en in de tijd te laten aanvoelen.
Een psychomotorische activiteit uitwerken waarbij het accent ligt op lichaamsbesef of ruimtebesef of tijdsbesef.
Een psychomotorische activiteit uitwerken waarbij het accent ligt op lichaamsbesef. (OD 1.7, 1.8, 1.9, 1.10, 1.11, 1.12, 1.13, 1.15 en 1.25)
Een psychomotorische activiteit uitwerken waarbij het accent ligt op ruimtebesef. (OD 1.17, 1.18, 1.19 en 1.20) (OD WO ruimte 6.2)
Een psychomotorische activiteit uitwerken waarbij het accent ligt op tijdsbesef. (OD 1.21 en 1.22)
Een psychomotorische activiteit uitwerken waarbij de inhouden geselecteerd werden op basis van de observatiefiches ‘ontwikkelingslijnen psychomotoriek’.
De observatiefiches ‘ontwikkelingslijnen psychomotoriek’ verzamelen en aanwenden om in te spelen op de ontwikkelingsbehoeften van de kleuters.
De observatiefiches ‘ontwikkelingslijnen psychomotoriek’ hanteren om de kleuters te observeren en vertrekkende vanuit deze observatie een begeleidingsfiche op te stellen met het oog op het bevorderen van de optimale ontwikkeling van de kleuters.
Een psychomotorische activiteit uitwerken waarbij de ontwikkeling van de verschillende facetten wordt gestimuleerd.
Vanuit de psychomotorische ontwikkeling van kleuters bewegingsactiviteiten uitwerken waarbinnen een gezondheidsverantwoorde leerinhoud en uitvoeringswijze van oefeningen wordt gekozen. (OD 2.1, 2.4 en 2.5)
Door het aanbrengen van taalbegrippen rond lichaams- en ruimte- en tijdsbesef de woordenschat van de kleuters uitbreiden. (OD 1.33)
Het belang inzien van een bewegingshoek in de klas en deze zinvol uitwerken. (OD 3.1 en 3.11)
Een prentenboek kunnen verwerken/vertalen met aandacht naar de bewegingspraktijk toe.
Op stage in het weekschema per week minstens vier bewegingsactiviteiten voorzien en dagelijks een bewegingsmoment aanbieden rekening houdende met een soepel en efficiënt dagverloop.
In staat zijn nieuwe ideeën op te zoeken en te verwerken (literatuur en ICT)
Kunnen samenwerken voor opdrachten en taken
Verantwoord en respectvol omgaan met materiaal
Specifieke doelstellingen muzische vorming domein MUZIEK:
Via bevraging en aan de hand van het document ‘didactische beginsituatie’(zie cursus) de didactische beginsituatie van zowel de individuele kleuter als van de groep in volgende muzikale activiteiten MVDM kunnen achterhalen en correct formuleren :"ritmeren van lied of spreektekst", "speelliedjes en zangspelletjes" en "ritmiek" , mbt het inrichten van een muziekhoek en hanteren van muzikale momenten.
Aandacht hebben voor de psychomotorische, cognitieve en sociaal affectieve aspecten bij het bepalen van de didactische beginsituatie
Bij het kiezen en formuleren van doelen rekening houden met de specifieke didactische beginsituatie van de kleuters mbt muziek.
Inzicht hebben in de ontwikkelingsdoelen en leerplandoelstellingen voor Muzische Vorming Domein Muziek en bijhorende attitudes Muzische Vorming.
Leerplandoelstellingen selecteren en aan de hand van deze selectie een activiteit MVDM uitwerken.
De relatie inzien tussen de leerplandoelstellingen MVDM en de doelstellingen van de specifieke activiteit MVDM.
De doelstellingen van de activiteit MVDM correct kunnen formuleren vertrekkende vanuit de leerplandoelstellingen MVDM.
Muzikale activiteiten uitwerken waarbinnen zelfstandigheid, participatie, initiatief, differentiatie, probleemoplossend denken aan bod komen.(OD MV 6 attitudes 6.1, 6.2,6.3)
Muzikale activiteiten uitwerken waarbinnen stemvorming, melodische vorming ,gehoorvorming en ritmische vorming aan bod komt.(OD MV muziek 2.1,2.2,2.3,2.4 en 2.5)
Op de hoogte zijn van de muzikale ontwikkeling en mogelijkheden van de kleuter en zo ook deze ontwikkeling stimuleren en nastreven.
Hierbij rekening houden met de ontwikkeling van de kleuter op fysiek, cognitief en sociaal- affectief vlak .(OD MV muziek 2.1,2.2,2.3,2.4 en 2.5)
Inzicht hebben verbanden met andere leergebieden
Inzicht hebben in de opbouw van de muzikale ontwikkeling doorheen de kleuterschool
Aan de hand van de kennis over de muzikale ontwikkeling en mogelijkheden van de kleuter de passende inhouden selecteren en vertalen naar de leefwereld en interesse van de kleuters.
De bovenstaande gegevens i.v.m. KDSA, DBS, LPD duidelijk kunnen uitwerken via passende werkvormen . Inzicht hebben in typische werkvormen bij specifieke doelen van de muzikale activiteiten "ritmeren van lied of spreektekst" , "ritmiek", "speelliedjes en zangspelletjes" , bij het inrichten van een muziekhoek en het opstellen van muzikale momenten.(OD MV muziek 2.1, 2.2,2.3,2.4 en 2.5 )(OD MV 6 attitudes 6.1 , 6.2 en 6.3)(OD MV beweging 4.4)(OD MV drama 3.2)
Zich informeren over hoe een eenvoudige geluidsopname kan gemaakt worden. Een eenvoudige geluidsopname voorzien binnen een muzikale activiteit .(OD media 5.4)
Binnen het uitwerken van muzikale activiteiten aandacht hebben voor differentiatie binnen de kleutergroep
In staat zijn nieuwe ideeën op te zoeken en te verwerken (literatuur en ICT).
In staat zijn de passende muzikale materialen en liedjes te kiezen.
Muziekinstrumenten en klankmaterialen correct hanteren. Liedjes aanpassen mbt tekst indien nodig.
Een muzikaal verantwoorde en uitnodigende muziekhoek kunnen inrichten(OD MV muziek 2.5)(OD MV 6 attitudes 6.1 en 6.2)
Muzikale activiteiten opbouwen vanuit de leefwereld van de kleuters en hierbij beroep doen op specifieke muzikale ervaringen van de kleuters .(OD MV muziek 2.5)(OD MV 6 attitudes 6.1 , 6.2 en 6.3) .
Specifieke doelstellingen muzische vorming domein BEELD:
Inzicht hebben in de leerplandoelstellingen voor Muzische Vorming Domein Beeld en bijhorende attitudes Muzische Vorming.
Leerplandoelstellingen selecteren en de relatie inzien tussen de leerplandoelstellingen en de doelstellingen van de activiteit
Aan de hand van de kennis over de beeldende vorming en mogelijkheden van de kleuter en de leerplandoelstellingen MV beeld de passende inhouden selecteren en vertalen naar de leefwereld en interesse van de kleuters, met aandacht voor eigenheden van de verschillende culturen. (OD MV attitude 6.4 en 6.5)
Inzicht hebben in typische werkvormen bij specifieke doelen van de beeld activiteiten (OD MVbeeld 1.4 )
Didactische platen vervaardigen in functie van leeractiviteiten.
Het belang van het gebruik van een didactisch model inzien.
Leren procesmatig werken; ervaren dat het proces belangrijker is dan het product.
Inzicht hebben in de beïnvloeding van de media en van hieruit kritisch kiezen van beeldmateriaal. (OD MV beeld 1.1)
Inzicht hebben in de beeldaspecten en de morfologie van de beeldtaal begrijpen. Beelden analyseren adhv de beeldaspecten en met de beeldaspecten als leerinhoud een activiteit organiseren.
Verschillende technieken bij beeldende expressie toepassen zowel 2D als 3D. Bereid zijn om te experimenteren en clichédoorbrekend te werk te gaan. Een grote verscheidenheid aan materialen en hun gebruik kennen.
Inzicht hebben in kunstbeschouwing. Een kunstwerk kunnen ontleden met de kleuters. Kunstbeschouwing integreren en verwerken in activiteiten MV beeld.
Overzicht hebben van de Vlaamse, Belgische en belangrijke internationale illustratoren. Inzicht hebben in de verschillende illustratievormen en prentenboektechnieken.
De verworven kennis en vaardigheden i.v.m. de beeldende activiteiten bij kleuters toepassen binnen de pedagogisch-didactische aanpak .(ODMV beeld 1.1,1.2,1.3,1.4 en 1.5)(MV attitudes 6.1,6.2,6.3,6.4 en 6.5)
Inzicht verwerven in de kunstbeschouwing.
Dit inzicht aanwenden om toe te passen binnen de klaspraktijk. .(OD MV beeld 1.1,1.2,1.3,1.4 en 1.5)(MV attitudes 6.1,6.2,6.3,6.4 en 6.5)
Specifieke doelstellingen muzische vorming domein BEWEGING:
Muzische stage:
- kennismaking met kleuterdans. De bewegingsexpressie van kleuters via dans stimuleren. (OD MV beweging 4.1, 4.2, 4.3, 4.4 en 4.5)(OD MV 6 attitudes 6.1, 6.2 en 6.3)
- ifv het uitwerken van activiteiten muzische vorming beweging voor kleuters zich verdiepen in de aangeboden vakliteratuur kleuterdans.
- in staat zijn nieuwe ideeën op te zoeken en te verwerken (literatuur en ICT).
- in staat zijn de passende muzikale materialen te kiezen.
Een gedetailleerde lijst met doelstellingen is terug te vinden in de syllabi van de verschillende onderdelen