Binnen de uitdiepingen wordt aandacht besteed aan zorg en diversiteit
Volgende doelstellingen zijn gerelateerd aan de ontwikkelingsdoelen muzische vorming en lichamelijke opvoeding en ontwikkelingsdoelen van het kleuteronderwijs:
Muzische vorming
Specifieke doelstellingen muzische vorming domein BEELD:
Beeldende activiteiten uitwerken waarbinnen zelfstandigheid, initiatief, differentiatie, probleemoplossend denken aan bod komen.(Project Diversiteit) (OD MV Beeld 1.1, 1.2, 1.3, 1.4 en 1.5)(OD MV Attitudes 6.1, 6.2, 6.3, 6.4 en 6.5)
Didactische platen vervaardigen in functie van leeractiviteiten(Project Diversiteit) .(OD MVBeeld 1.4)(OD MV Attitude 6.3)
Het belang van het gebruik van een didactisch platen inzien.
Leren gebruik maken van beeldmateriaal om opdrachten te verduidelijken.
Inzicht hebben in de beeldaspecten en de morfologie van de beeldtaal begrijpen. Beelden analyseren adhv de beeldaspecten en met de beeldaspecten als leerinhoud een activiteit organiseren.
Verschillende technieken bij beeldende expressie toepassen zowel 2D als 3D. Bereid zijn om te experimenteren en clichédoorbrekend te werk te gaan. Een grote verscheidenheid aan materialen en hun gebruik kennen.(Project Diversiteit)
Inzicht hebben in een activiteit kunstbeschouwing.
Overzicht hebben van de Vlaamse, Belgische en belangrijke internationale illustratoren. Inzicht hebben in de verschillende illustratievormen en prentenboektechnieken.(Project Diversiteit)(OD MV Beeld 1.1, 1.2, 1.3, 1.4 en 1.5)(OD MV Attitudes 6.1, 6.2, 6.3, 6.4 en 6.5)
De verworven kennis en vaardigheden i.v.m. de beeldende activiteiten bij kleuters toepassen binnen de pedagogisch-didactische aanpak.( .(Project Diversiteit(OD MVBeeld 1.1)(OD MV Attitude 6.1,6.2,6.5)
Inzicht verwerven in de kunstbeschouwing.Dit inzicht aanwenden om toe te passen binnen de klaspraktijk.(ODBeeld 1.1)( OD MV Attitude 6.1,6.2,6.5)(Project Diversiteit)
ATTITUDES
De volgende attitudes gelden voor alle functionele gehelen.
A1 beslissingsvermogen: durven een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan, en er ook de verantwoordelijkheid voor dragen.
A2 relationele gerichtheid: in contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen.
A3 kritische ingesteldheid: bereid zijn zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen.
A4 leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen.
A5 organisatievermogen: erop gericht zijn de taken zo te plannen, te coördineren en te delegeren, dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden.
A6 zin voor samenwerking: bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken.
A7 verantwoordelijkheidszin: zich verantwoordelijk voelen voor de school als geheel en het engagement aangaan om een positieve ontwikkeling van het kind te bevorderen.
A8 flexibiliteit: bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, zoals middelen, doelen, mensen en procedures.
EHBO:· inzicht verwerven in de basisprincipes van eerste hulp · de vier stappen in eerste hulp kunnen toepassen · inzicht verwerven in eerste hulp materiaal en dit materiaal op een correcte wijze kunnen gebruiken · een stabiele zijligging kunnen toepassen · kunnen reanimeren, noodsituaties op een adequate manier inschatten, vitale functies controleren. · eerste hulp kunnen verlenen bij verslikking, bloedingen, huidwonden, brandwonden, letsels aan botten spieren en gewrichten, hoofd- en wervelletsels, vergiftiging, pijn op de borstkas en beroerte. · eerste hulp kunnen verlenen bij flauwte, hersenschudding, steken en beten, kortademigheid, hyperventilatie, onderkoeling zonneslag en hitteslag, epilepsie koortsstuipen, diabetes, amputatie, buik en rug, allergie, infecties en kinderziektes. · inzicht verwerven in bedrijfseerste hulp, geavanceerde eerste hulp. · inzicht verwerven in het menselijk lichaam. Het brevet EHBO "helper" kan behaald worden indien je "de basiscompetenties voor de helper" beheerst. Detaillijst met basiscompetenties voor de helper is terug te vinden in de syllabus.EHBO in de kleuterklas integreren (OD WO gezondheidseducatie 1.9, 1.10 en 1.11)
Diversiteit:
- De studenten leren diversiteit op een positieve manier benaderen.
- De studenten leren jongeren en kinderen begeleiden tot kwaliteitsvolle interactie met elkaar en met anderen.
- De studenten integreren diversiteit in het totale onderwijsleerproces van studenten, jongeren en kinderen.
Dit betekent:
- gericht op zoek kunnen gaan naar vormen van diversiteit met een meerwaarde voor het leerproces
- variatie inbouwen in de didactische praktijk
- de eigen inbreng van studenten en leerlingen uitdrukkelijk stimuleren
- differentiatie inbouwen in de klaspraktijk
- De studenten kunnen goed omgaan met de diversiteit van medestudenten, leerlingen, ouders en externe partners.
Dit betekent:
- omgaan met medestudenten, ouders en externe partners in een geest van democratisch overleg en samenwerking
- bereid zijn te leren van collega’s, medestudenten, ouders en externe partners
Deelname aan de vakkenstage kleuterdans is verplicht
Studenten kunnen zorgbreed werken vanuit voorafgaande theoretische inzichten en vaardigheden binnen lichamelijke opvoeding
Studenten kunnen rekening houden met de eigenheid van elke kleuter en voldoende aandacht en zorg besteden aan de verschillen tussen kinderen.
Een gedetailleerde lijst van doelstellingen is te vinden in de syllabus