- Individuele begeleiding en feedback gebaseerd op dialoog tussen student en docent
- Werkatelier met oefeningen en opdrachten
- Groepsgesprekken en groepsevaluaties
- Workshops en projecten
- Extra-muros activiteiten waaronder bezoek tentoonstellingen, festivals, atelierbezoeken bij kunstenaars, …
- Studiereizen
- Toonmomenten
- Reflectieverslagen

Deze schrijvend-reflectieve praktijk heeft onder andere de bedoeling om de individuele werkontwikkeling te duiden en wordt als pedagogisch instrument mee opgenomen in de dialoog tussen student en docent.

Dit opleidingsonderdeel vormt samen met ‘Atelier Mediakunst II’, ‘Tekenen I’ en ‘Atelier Narratieve Technieken’ de totale praktijk van het eerste bachelor.

In ‘Atelier Mediakunst II’ staat de persoonlijke artistieke ontdekkingstocht centraal, met als drie basisdoelstellingen: het creëren van autonome werken, de communicatieve vermogen en de onderzoekende houding.

De student leert een eigen beeldende praxis opstarten die getuigt van een inhoudelijke betrokkenheid. Hij/zij gaat op zoek naar een persoonlijk verhaal en leert daarbij een eigen beeldtaal te zoeken en hanteren.

De student kan putten uit de vaardigheden en inzichten die hij/zij meekrijgt in het ‘Atelier Mediakunst I’ maar ook uit de opleidingsonderdelen ‘Atelier Narratieve technieken’ en ‘Tekenen I’. Parrallel aan het ontwikkelen van het werk wordt de student gevraagd om zijn/haar werk te analyseren en de inzichten mee te nemen in het artistieke proces.

Hij/zij leert doelgerichte artistieke keuzes te maken met het vooruitzicht zijn/haar eigen terrein af te bakenen. De student leert het eigen werk toetsen aan dat van kunstenaars die een verwante problematiek of thematiek behandelen.

Hij/zij leert communiceren over het artistieke werk, persoonlijke visie en de afgelegde weg. Het komen tot een eigen vorm van zelfreflectie en zelforganisatie (werkwijze en werkritme) zijn twee substantiële doelstellingen binnen het artistiek parcours van de student in de bacheloropleiding.

Het doel van ‘Atelier Mediakunst II’ is aan de studenten een basis mee te geven voor een geëngageerde, creatieve, kritische en liefdevolle verhouding tot (media)kunst. Het atelier wordt vervolgd en verdiept door ‘Atelier Mediakunst III’ en ‘Atelier Mediakunst IV’ in het tweede bachelor.

Het ‘Atelier Mediakunst II’ legt de nadruk op de ontwikkeling van vrij artistiek werk. Dit vrij artistieke werk speelt zich af in een veld tussen verschillende polen: de specifieke relatie tussen inhoud, medium, vorm en de identiteit van de student kunstenaar en de plaats van het werk in een ruimere artistieke en maatschappelijke hedendaagse context. De zoektocht naar een artistieke identiteit start in ‘Atelier Mediakunst II’ vanuit projecten die door de student zelf aangedragen worden. Ze kunnen hun wortels vinden in het inhoudelijke en technische onderzoek gevoerd in de andere ateliers, in een thematisch gegeven, in een persoonlijke of maatschappelijke gebeurtenis, in een historisch of hedendaags artistiek voorbeeld, etc.

Tijdens opeenvolgende projectbesprekingen met de docenten wordt gezocht (rekening houdend met de technische mogelijkheden en beperkingen) naar verschillende manieren om vanuit het voorstel tot een realiseerbaar werk te komen.

Op die manier realiseert de student verschillende (media)kunstwerken tijdens een lopend academiejaar. Moeilijkheden die zich tijdens de realisatie voordoen worden met de actieve hulp van de docenten zoveel mogelijk opgelost of kunnen de aanzet zijn voor nieuw werk.

De student ontwikkelt tijdens de realisatie van zijn/haar werk geleidelijk aan een discours om over zijn/haar werk te communiceren. Er wordt het sterk aangemoedigd om de diverse uitgangspunten van waaruit men tot autonoom werk kan komen uit te proberen. Geleidelijk aan zal de student voor zichzelf, en in overleg met de docenten, uitmaken met welke artistieke benaderingen hij/zij zich het meest identificeert.

Op aansturen van de docenten zal de student ook op zoek moeten gaan naar artistieke voorbeelden waaraan hij/zij het eigen werk kan spiegelen. Heel deze ontwikkeling gebeurt op het persoonlijke ritme van de student.

Meerdere keren per jaar worden er toonmomenten georganiseerd waarbij zowel de realisaties uit ‘Atelier Mediakunst I’ als ‘Atelier Mediakunst II’ in een groep van studenten en docenten worden besproken.

Algemene eindcompetenties

De student neemt verantwoordelijkheid voor zijn/haar eigen werk en kan dat evalueren en kritisch beschouwen.

Specifieke competenties

De student creëert autonome werken.

1) Beeldend en/of verhalend vermogen
Onder meer:
- de student gaat op zoek naar een eigen artistieke wereld en is in staat artistieke keuzes te maken.
- de student is in staat om zich op persoonlijke en creatieve manier uit te drukken.
- de student is in staat een eigen thema te definiëren.

2) Communicatief vermogen, omgang met feedback
Onder meer:
- de student is in staat om zijn/haar voorstel te verwoorden ten aanzien van een docent, op zoek naar feedback. Op basis daarvan kan hij/zij, rekening houdend met de beperkingen van zijn technische en vormelijke bagage, zijn/haar ontwerp voor een vrij artistiek werk aanvatten, aanpassen, doorvoeren en beëindigen.
- de student is in staat een eigen thema vorm te geven op een communicatieve manier naar anderen toe.

3) Onderzoekende instelling
Onder meer:
- de student is in staat een eigen referentiekader op te stellen en is in staat uit dit referentiekader op een creatieve manier elementen te hanteren voor het eigen werk.
- de student zoekt informatie en technieken om te gebruiken bij het eigen ontwerp.
- de student toont een aanzet tot positionering van het eigen werk binnen de hedendaagse kunst.

Individuele en groepsbegeleiding in het atelier, eventueel via email en andere online middelen en monitoraat.

Atelierdocenten formuleren voortdurend feedback bij de begeleiding van de studenten.

Daarnaast worden er minstens tweemaal per academiejaar toonmomenten georganiseerd waarop een stand van zaken gemaakt wordt van de werkzaamheden van de student.
Deze toonmomenten worden gevolgd door een waarderingsverslag en/of mondelinge feedback.

Een jury beoordeelt op het einde van het academiejaar. Ze geeft 1 globaal cijfer waarin de appreciatie van proces en resultaat vervat zit voor 100% van de te behalen credits.

Algemeen:
Werkstukken in het kader van de studie- en onderwijsactiviteiten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
In geval de student wettig verhinderd is om aanwezig te zijn, zorgt hij/zij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.


Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).

Tweede examenkans: niet mogelijk.

Deliberatie-info: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).

Een laptop is niet verplicht, maar wel aangeraden.

Studenten kunnen beschikken over een lease-licentie van het Adobe Creative Cloud pakket.

De school voorziet in opname-, afwerking- en presentatiemateriaal met o.a. foto-, video- en klankopname materiaal, workstations met specifieke montage en productiesoftware, printers, 3d printers, projectoren, actieve speakers, etc.

De studiekost is afhankelijk van de individueel gekozen projecten en uitwerking en de geplande uitstappen.
Gemiddeld: 100 à 300€.

h700 / h713 / h720 / h805 / beeldende en audiovisuele kunst / 2D / 3D / 4D / fotografie / video / klank en muziek / multi-, mixed en digitale media