Hogeschool Gent
Geraard de Duivelstraat 5 - 9000 Gent
Tel: 09 243 33 33 - E-mail: info@hogent.be
Website: www.hogent.be
Kunstagogische vraagstukken36475/4394/1920/1/88
Studiegids

Kunstagogische vraagstukken

36475/4394/1920/1/88
Academiejaar 2019-20
Komt voor in:
  • Educatieve master in de muziek en podiumkunsten, trajectschijf 1
In andere opleidingen:
  • Educatieve master in de audiovisuele en beeldende kunsten als Kunstagogische vraagstukken
  • Master in de muziek als Grondslagen van de kunstagogiek
  • Master in de muziek als Kunstagogische vraagstukken
  • Specifieke lerarenopleiding audiovisuele kunsten als Grondslagen van de kunstagogiek
  • Specifieke lerarenopleiding beeldende kunsten als Grondslagen van de kunstagogiek
  • Specifieke lerarenopleiding drama als Grondslagen van de kunstagogiek
  • Specifieke lerarenopleiding muziek als Grondslagen van de kunstagogiek
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 3 studiepunten
Gewicht: 3,00
Totale studietijd: 75,00 uren
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 01.12.2019 (Semester 1)
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Men kan dit opleidingsonderdeel enkel mits aparte toelating volgen binnen een creditcontract.
Docenten: De Preester Helena
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1

Omschrijving Onderwijsorganisatie (tekst)

Theoretisch seminarie met ruimte voor dialoog en discussie.


Zelfstudie van excerpten uit relevante filosofische en (ped-)agogische literatuur, ter uitdieping van de thema’s die aan bod komen in de hoorcolleges.

Omschrijving Doelstellingen

ALGEMEEN

Binnen de leerlijn ‘Kunstagogiek en Kunsteducatie’ maakt dit opleidingsonderdeel studenten vertrouwd met kunstagogische vraagstukken waarmee men in een (ped)agogische loopbaan in de kunsten wordt geconfronteerd. Dit opleidingsonderdeel beoogt een filosofisch onderbouwde en kritische bevraging van de kunstagogiek.

De analyse van kunstagogische vraagstukken geeft studenten de nodige middelen mee om in hun latere loopbaan om te gaan met het soms paradoxale karakter van de kunstagogiek, op artistiek, educatief en sociaal-maatschappelijk vlak.

De studenten maken kennis met het gedachtegoed dat gehanteerd wordt wanneer men kunstonderwijs of kunsteducatie organiseert, verstrekt of erover nadenkt. De studenten onderwerpen hun persoonlijke aannames en opvattingen over de artistieke, educatieve en sociaal-maatschappelijke dimensies van de kunstagogiek aan een kritisch onderzoek. Deze confrontatie brengt een volgehouden zoektocht naar kwaliteitsvol kunstonderwijs op gang.

SPECIFIEK

- De student kan het spanningsveld tussen het vaak a(ped)agogische gehalte van de kunsten enerzijds en de kunstagogische doelstellingen anderzijds in kaart brengen en interpreteren, en is in staat zichzelf binnen dat spanningsveld te situeren.

- De student heeft inzicht in de discrepanties tussen het medium van de natuurlijke taal gehanteerd in agogische contexten enerzijds, en de grotendeels niet-talige artistieke media anderzijds, en is zich zo ook bewust van de beperkingen en mogelijkheden van het eigen spreken.

- De student weet beargumenteerd positie in te nemen in het debat over de al dan niet onderwijsbaarheid van de kunsten, en is in staat om de positie van andere betrokkenen te analyseren en te interpreteren.

- De student is zich bewust van de rol die esthetische smaak speelt in het onderwijs en in de idee van gelijkheid binnen het onderwijs, en kan positie innemen in het maatschappelijke debat daarover.

- De student is zich bewust van de fragiliteit van de plaats van de kunsten in het onderwijs, en is in staat het kunstencurriculum gefundeerd te bespreken in het kader van budgettaire en democratische maatregelen.

Omschrijving Inhoud

Het opleidingsonderdeel gaat in op basisvraagstukken van de kunstagogiek, met een kritische bevraging van impliciete en expliciete vooronderstellingen en commonsense-opvattingen gesitueerd op de snijpunten van het artistieke, het educatieve en het sociaal-maatschappelijke. Dat gebeurt aan de hand van drie paradoxen waarmee een agogiek van de kunst ons confronteert. Elke paradox wordt vanuit twee perspectieven belicht. Na de drie paradoxen volgen twee capita selecta.

De eerste paradox, het a-(ped)agogische van de kunsten, start vanuit de vaststelling dat artistieke werken dikwijls niet beantwoorden aan de gebruikelijke invulling van (ped)agogische streefdoelen, of dat agogische waarden niet hun eerste bekommernis zijn. Als zodanig zijn de kunsten soms moeilijk in overeenstemming te brengen met een klassiek-humanistisch opvoedingsideaal. Met andere woorden, deze paradox bevraagt de sociaal-maatschappelijk opvoedende waarde van de kunsten.

De tweede paradox, het onzegbare van de kunsten, vertrekt van de vaststelling dat het communiceren door en over kunst soms een communicatie betreft van het ‘onzegbare’ en/of ingebed ligt in bredere discours waarop men niet onmiddellijk vat heeft of krijgt. Nochtans vereist de kunstagogie een voortdurend communiceren over kunst. Met andere woorden, deze paradox ondervraagt de (on)mogelijkheid van het verwoorden in natuurlijke taal van de artistieke praktijk.

De derde paradox, het ononderwijsbare van de kunsten, gaat uit van de vaststelling dat het onderwijzen van de kunsten wel degelijk georganiseerd wordt in onderwijsinstellingen, maar in haar kern potentieel wordt gedreven door de moeilijkheid of de onmogelijkheid van het onderwijzen van kunst. Met andere woorden, deze paradox onderzoekt welke aspecten van de kunsten kunnen worden overgedragen in een educatieve context.

Na de studie van de drie paradoxen, wordt ingegaan op twee capita selecta. Ten eerste wordt een kritische analyse gebracht van opvattingen over het smaakoordeel. De focus ligt op de rol van het smaakoordeel in het onderwijs, meer in het bijzonder vanuit de opvatting van het onderwijs als grote gelijkmaker. Ten tweede wordt ingegaan op de democratisering van het onderwijs en de plaats van de kunsten hierin.

Omschrijving Begincompetenties (tekst)

De algemene competenties die verwacht worden van een bachelor of master in de Audiovisuele, Beeldende Kunsten, Drama of Muziek. Het is ten zeerste aangeraden geslaagd te zijn voor het opleidingsonderdeel ‘Kunstagogische Kaders’ of dit gelijktijdig te volgen.

Omschrijving Eindcompetenties (tekst)

In dit opleidingsonderdeel wordt gewerkt aan volgende domeinspecifieke en opleidingsspecifieke leerresultaten van de educatieve master:

DLR6: De educatieve master kan constructief samenwerken met externe partners met het oog op het verrijken van het onderwijs-en vormingsaanbod en het faciliteren van de interactie tussen kunstenveld, onderwijs en arbeidsmarkt.

DLR8: De educatieve master ontwikkelt een eigen visie op basis van de mogelijkheden en grenzen van verschillende theoretische paradigma’s in onderwijskundig, (vak)didactisch en vakinhoudelijk onderzoek.

DLR10: De educatieve master kan op basis van een actieve en onderzoekende houding voor beroepsvernieuwing creatief bijdragen aan beleid en ontwikkeling van een school, culturele instelling en kunsteducatieve organisatie, enz.

DLR11: De educatieve master kan door onderzoekend leren, kritische zelfevaluatie en-reflectie zijn functioneren richting geven, bijsturen en vernieuwen.

DLR13: De educatieve master is in staat om over onderwijskundige thema’s, het lerarenberoep, en zelfontwikkelde strategieën voor de onderwijspraktijk te communiceren met collega’s en andere stakeholders in het onderwijs en kunstenveld en als professional deel te nemen aan het maatschappelijk debat.

OLR1: De educatieve master heeft zicht op de diversiteit aan kunstendisciplines en kan deze kennis en/of ervaringen inzetten in zijn pedagogisch/agogisch handelen. De educatieve master is daarbij onder meer in staat om interdisciplinaire projecten in kunstonderwijs of kunsteducatieve settings te ondersteunen en te realiseren.

OLR2: De educatieve master kan kunsteducatieve of sociaal-artistieke praktijken opzetten en begeleiden. Hij/zij heeft daarbij oog voor betrokkenheid van een diversiteit aan actoren alsook processen van sociale integratie en maatschappelijke participatie.

OLR3: De educatieve master kan door de ervaringen en verworvenheden in de eigen artistieke praktijk een adequate (sociaal) artistieke leeromgeving creëren. Hij/zij is daarbij competent in het initiëren en versterken van artistieke processen van lerenden en kan artistieke output bewaken en evalueren.

Eindcompetenties:

- de spanningen tussen de kunst en humanistische opvoedingsidealen te detecteren en te analyseren


- zowel de eigen positie als deze van anderen in dit spanningsveld tussen kunst en humanistische opvoedingsidealen op te helderen, te interpreteren en bij te sturen


- de discrepanties tussen het medium van de natuurlijke taal gehanteerd in agogische contexten enerzijds, en de vaak niet-talige artistieke media anderzijds te erkennen en te kaderen


- te reflecteren over de beperkingen en mogelijkheden van het eigen spreken in kunstagogische contexten


- beargumenteerd positie in te nemen in het debat over de al dan niet onderwijsbaarheid van de kunsten, en de positie van andere betrokkenen te analyseren en te interpreteren


- de rol die esthetische smaak speelt in het onderwijs en in de idee van gelijkheid binnen het onderwijs te onderkennen, en positie in te nemen in het maatschappelijke debat daarover


- de fragiliteit van de plaats van de kunsten in het onderwijs in te schatten, en het kunstencurriculum gefundeerd te bespreken in het kader van budgettaire en democratische maatregelen

Omschrijving Begeleiding

Gelegenheid tot contact met de docent tijdens de lespauze, voor of na de les, of na afspraak.

Mogelijkheid tot feedback op de examenresultaten na bekendmaking van de examenresultaten en op de aangekondigde datum.

Omschrijving Evaluatie (tekst)

Examen: één enkel schriftelijk examen bestaande uit twee delen.

Het eerste deel bevraagt de leerstof van de hoorcolleges via open vragen. In het tweede deel krijgt de student een vraagstelling gebaseerd op een tekst uit de literatuurlijst en wordt er van de student verwacht een kritische bespreking hiervan te maken op basis van de geziene leerstof.

Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).

Tweede examenkans: wel mogelijk.
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Tweede examenkans: wel mogelijk.

Omschrijving Studiematerialen (tekst): Verplicht

De studiematerialen omvatten de syllabus en de literatuurlijst met teksten. De studiematerialen worden ter beschikking gesteld en kunnen via de cursusdienst worden besteld.


De literatuurlijst voor de studenten bevat de volgende vijf teksten. Jaarlijks kunnen er niettemin wijzigingen zijn in de keuze van de teksten.

(1) ter uitdieping van paradox 1 (het a-agogische): excerpten uit Henry Giroux (1985). De leerkracht als transformatieve intellectueel (vert. C. Ceulemans), pp. 386-394 in Dat is Pedagogiek. Actuele kwesties en sleutelteksten uit de westerse pedagogische traditie van de 20ste eeuw (red. J. Masschelein). Leuven: Universitaire Pers Leuven, 2019.

(2) ter uitdieping van paradox 2 (het onzegbare): excerpten uit Jacques Rancière (1987). De onwetende meester. Vijf lessen over intellectuele emancipatie (vert. J. Masschelein), pp. 62-75 in Dat is Pedagogiek. Actuele kwesties en sleutelteksten uit de westerse pedagogische traditie van de 20ste eeuw (red. J. Masschelein). Leuven: Universitaire Pers Leuven, 2019.

(3) ter uitdieping van paradox 3 (het ononderwijsbare): excerpten uit Philippe Meirieu (2004). ‘School houden, voor de klas staan’ (vert. W. Pols), pp. 464-467 in Dat is Pedagogiek. Actuele kwesties en sleutelteksten uit de westerse pedagogische traditie van de 20ste eeuw (red. J. Masschelein). Leuven: Universitaire Pers Leuven, 2019.

(4) ter uitdieping van de rol van het smaakoordeel in het onderwijs: excerpten uit Pierre Bourdieu (1986). ‘Opstellen over smaak, habitus en het veldbegrip’ (vert. D. Pels en R. Hofstede), pp. 241-258 in Dat is Pedagogiek. Actuele kwesties en sleutelteksten uit de westerse pedagogische traditie van de 20ste eeuw (red. J. Masschelein). Leuven: Universitaire Pers Leuven, 2019.

(5) ter uitdieping van de democratisering van het onderwijs: excerpten uit Friedrich Nietzsche, ‘Schopenhauer als opvoeder’ pp. 221-248 uit Oneigentijdse beschouwingen. Amsterdam: Arbeiderspers, 2008.

Omschrijving Studiekosten

Eventuele kosten voor het printen van de slides beschikbaar gesteld op Chamilo.

Omschrijving Trefwoorden

S 272 lerarenvorming, S280 Volwassenen vorming en permanente vorming

Omschrijving Volgtijdelijkheid (VT)

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.