Communiceren
Heldere en concrete instructie geven aangepast op niveau van de doelgroep in complexere klasorganisatie. 1.1 – I
Een correct stemgebruik inzetten in complexere klasorganisaties. 1.1 – I
Spontaan gepaste non-verbale en expressieve aspecten van de communicatie inzetten aangepast aan de beginsituatie. 1.1 – I
Op gepaste wijze spontaan individuele gesprekken voeren met leerlingen met ondersteuning van de mentor. 1.2 – I
Op gepaste wijze spontaan schriftelijk feedback geven. 1.2 – I
Op gepaste wijze spontaan mondeling feedback geven. 1.2 – I
Aantrekkelijk, correct en verzorgd materiaal ten aanzien van leerlingen ontwerpen. 1.2 – I
Gesprekken met ouders/verzorgers in functie van het kind voeren. 1.3 – T
Schriftelijk communiceren op een correcte, heldere en aantrekkelijke manier met collega's, directie en externe partners. 1.4 – I
Gepast de elektronische leeromgeving inzetten. 1.4 – T
De principes van taalgericht vakonderwijs toepassen in complexe contexten. 1.5 – I
Een positief leer- en leefklimaat creëren. 1.6 – I
Spontaan constructief met ongewenst leerlingengedrag omspringen. 1.6 – I
Spontaan hulp geven aan collega’s en anderen. 2.1 – I
Betrokken aan teambevorderende activiteiten deelnemen. 2.1 – I
Spontaan hulp vragen van collega’s en anderen op een assertieve manier. 2.1 - I

Maatschappelijk, intercultureel en internationaal participeren
Materiaal dat bijdraagt tot actief en maatschappelijk burgerschap ontwikkelen. 3.1 – T
Aspecten van cultuureducatie naar eigen lessen(reeksen) vertalen. 3.3 – I

Professionaliseren
Ontwikkelingen en vernieuwingen in de onderwijspraktijk integreren. 4.2 – I
Kritisch verschillende, kwalitatieve bronnen (CRAAP) gebruiken uit binnen- en buitenland. 4.2 – T
De in de lespraktijk genomen initiatieven na feedback expliciet motiveren. 5.1 – T
Invloed van eigen referentiekader op oordeel over feiten/gebeurtenissen inschatten. 5.2 – T
Met diepgang op de eigen praktijk reflecteren en flexibel bijsturen op een spontane manier. 5.3 – I

Krachtige leeromgeving
Gedifferentieerd werken in de leeractiviteiten binnen alle pijlers van het didactisch model op basis van de kenmerken van leerlingen/leerlingengroepen op verschillende domeinen. 7.2 – I
Het leren VOOR diversiteit spontaan hanteren in het pedagogisch-didactisch handelen. 7.3 – I
(Multimediale) leermiddelen inzetten om vanuit een activerende didactiek een innovatieve leeromgeving vorm te geven. 8.1 – I
Een authentieke en innovatieve leeromgeving vorm geven vanuit een activerende didactiek. 8.2 – I
Zelfstandig en flexibel het leslokaal inrichten als een veilige, werkbare en stimulerende leer- en leefruimte en leerlingen aanzetten om hierbij actief te participeren. 8.3 – I
Een passende leerlijn in de uitbouw van de lessenreeks hanteren, rekening houdend met de didactische beginsituatie. 9.2 – T
Vakgebonden en vakoverschrijdende doelen in functie van een uitgebouwde leerlijn formuleren. 9.3 – I
Het didactisch model doelgericht inzetten bij het uitwerken van stimulerende leeractiviteiten. 9.4 – I
Stimulerende leeractiviteiten ontwikkelen waarin de leerinhouden van de verschillende onderwijsvakken voldoende uitgediept aan bod komen. 9.4 – I
Correcte vakterminologie hanteren en leerlingen aansporen deze actief te gebruiken. 9.4 – I
Activerende werkvormen en (vak)didactische principes doelgericht en systematisch hanteren. 9.4 - I
Het onderwijsleerproces evalueren a.d.h.v. eigen formatieve en summatieve evaluatievormen of assessment. 9.5 – T

Leerbegeleiding
Pro-actief of op eigen initiatief relevante administratieve taken horende tot het takenpakket en het beroep van een lesgever, gestructureerd en inhoudelijk onderbouwd, uitvoeren. 10.1 – I
Deontologisch correct handelen. 10.1 –T
Constructief participeren aan teamvergaderingen. 10.2 – T
Handelen naar het schoolreglement. 10.2 – I
Door voorbeeldgedrag stimulerend optreden, rekening houdend met het pedagogisch project en het schoolwerkplan. 10.2 – T
Correct omgaan met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 11.1 – T
Gerichte aanpassingen maken in functie van het welbevinden van leerlingen met respect voor eigenheid en diversiteit. 11.3 – I
Het gelijke kansen en zorgbeleid van de school naar de eigen (klas)praktijk vertalen. 11.3 – T
Met de voorziene maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zelfstandig aan de slag gaan. 11.3 – I
Met kwaliteiten van leerlingen rekening houden. 11. 5 - I


Dit opleidingsonderdeel kent zowel een coherente verticale als horizontale afstemming ten aanzien van andere opleidingsonderdelen.
Verticale afstemming via het leerresultaatlijnen – model:
Modeltraject 1:
Onderwijsvak X1
Onderwijsvak X2
Praktijk 1: exploreren
Praktijk 1: assisteren
Modeltraject 2:
Onderwijsvak X3
Onderwijsvak X4
Praktijk 2: vakleraar X worden
Horizontale afstemming:
Onderwijsvak X5
Samen school maken
Vakoverschrijdend en projectmatig werken
Bachelorproef
Praktijk 3: in diverse contexten werken
Individueel ontwikkelingstraject 3

Dit opleidingsonderdeel ondersteunt de leerresultaten die een vertaling zijn van de niveaudescriptoren leidend tot de graad van bachelor in het hoger professioneel onderwijs uit de Codex Hoger Onderwijs.
Opleidingsspecifieke leerresultaten (OLR)

01 Constructief communiceren in diverse contexten met alle actoren
02 Actief participerend samenwerken in een (breed) schoolteam
03 Een professionele visie ontwikkelen gekoppeld aan de maatschappelijke realiteit vanuit een internationale en een brede culturele participatie
04 Autonoom een eigen levenslang ervaringsleren nastreven
05 Gestoeld op kritische reflectie innoverend en oplossingsgericht handelen
07 Diversiteit als uitgangspunt en als meerwaarde voor het didactisch-pedagogisch handelen in de onderwijspraktijk gebruiken
08 Ondernemend een dynamisch en innoverende leeromgeving creëren in al zijn facetten
09 Vakinhoudelijke en didactische expertise integreren om op maat leerkansen voor alle leerlingen te creëren
10 Binnen het juridisch, deontologisch, organisatorisch en administratief kader, efficiënt en effectief functioneren
11 Zorg uitbouwen voor de leerlingen en voor zichzelf, met aandacht voor individuele zelfredzaamheid en zelfmanagement

deel - OLR

 01.1 Zich krachtig en expressief als leraar positioneren
01.2 Effectief en efficiënt met de lln communiceren
01.3 Effectief en efficiënt met ouders, verzorgers communiceren
01.4 Effectief en efficiënt communiceren met collega's, directie en externe partners
01.5 Doelgericht taalontwikkelend lesgeven om de taalvaardigheid van de lln te verhogen
01.6 Effectief en efficiënt communiceren in functie van een doeltreffend klasmanagement
02.1 Als teamspeler aan een goede werksfeer meewerken
03.1 Maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen verantwoord naar onderwijs vertalen
03.3 Het beroep van leraar vorm geven door een breed culturele participatie
04.2 Eigen vakspecifieke en didactische expertise continu vernieuwen
05.1 Feedback en kritische reflectie aanwenden om het eigen pedagogisch en didactisch handelen te optimaliseren
05.2 Het eigen referentiekader, dat van anderen en de wederzijdse beïnvloeding kritisch bevragen
05.3 Problemen en situaties leerbevorderend aanpakken
07.2 Doelstellingen, werkvormen, leerinhouden, leeractiviteiten en evaluatievormen op maat van elke leerling uitwerken.
07.3 Leerlingen stimuleren tot constructief en respectvol omgaan met diversiteit binnen de klasgroep, de school en de samenleving
08.1 Leerlingen begeleiden in het functioneel en met kritische zin aanwenden van multimedia, ICT en andere leermiddelen
08.2 Authentieke ervaringen hanteren als context voor het leerproces
08.3 Een klaslokaal, een schoolgebouw inrichten als een aangepaste, uitdagende en veilige speel-, leer- en leefomgeving
09.2 Doelstellingen op maat afstemmen rekening houdend met de beginsituatie,
eindtermen/ontwikkelingsdoelen, het leerplan, leerlijnen en het pedagogisch project
09.3 Een coherente samenhang nastreven in het onderwijsaanbod zowel vakspecifiek als vakoverschrijdend
09.4 Leerinhouden en –strategieën vertalen naar stimulerende leeractiviteiten, op basis van de gekozen doelstellingen
09.5 Passende evaluatie en/of assessment organiseren bij het onderwijsleerproces
10.1 Relevante en actuele juridische, deontologische en administratieve taken behorend tot het leraarschap correct uitvoeren
10.2 Samen met het schoolteam en de schoolleiding bijdragen aan de concretisering van het schoolbeleid
11.1 De fysieke en geestelijke gezondheid van leerlingen bevorderen
11.3 In het kader van het schoolzorgbeleid systematisch en in multidisciplinair overleg leerlingengegevens verzamelen en er adequaat mee omgaan
11.5 Ontplooiing en emancipatie bevorderen rekening houdend met de specifieke leer- en leefsituatie van het individu

Dit opleidingsonderdeel ondersteunt, gelinkt aan haar inhoudelijke eigenheid, de mogelijkheid tot implementatie van internationale gastsprekers en/of bezoeken in internationale context. De opleiding faciliteert het opnemen van interprofessionele stages.
Supervisie en intervisie
Stage

Wat betreft de organisatie van de stage dient men de richtlijnen voor Praktijk 3 in het derde modeltraject te lezen en op te volgen, ter beschikking via de elektronische leeromgeving.

Eerste examenkans

Niet-periodegebonden evaluatie
Geïntegreerde evaluatie (100 %): portfolio, observatie van functioneren van de student en gesprek op basis van functioneren van de student

Indien de student ongewettigd afwezig is op de stage, de supervisie of de intervisie wordt de student op Afwezig (A) geplaatst voor de evaluatie van het opleidingsonderdeel.

Wat betreft de evaluatie van dit opleidingsonderdeel dient men de richtlijnen voor Praktijk 3 in het derde modeltraject te lezen en op te volgen, ter beschikking via de elektronische leeromgeving.

Tweede examenkans

Er is geen tweede examenkans mogelijk voor dit opleidingsonderdeel.