Professionaliseren
Vakkennis m.b.t. het eigen onderwijsvak beheersen. 4.2 T
Basisconcepten uit de vakdidactiek hanteren. 4.2 T

Krachtige leeromgeving
De beginsituatie van de leeromgeving en de lerende in kaart brengen voor het onderwijsvak. 9.1 W&I
Leerplandoelstellingen selecteren. 9.2 T
Eindtermen/ontwikkelingsdoelen en leerplandoelstellingen linken. 9.2 T
Relevante doelstellingen concreet en operationeel formuleren. 9.2 T
Passende leerinhouden selecteren op beginsituatie en doelstellingen. 9.4 W&I

Dit opleidingsonderdeel kent zowel een coherente verticale als horizontale afstemming ten aanzien van andere opleidingsonderdelen. 

Verticale afstemming via leerresultaatlijnen-model:

Modeltraject 2:
Onderwijsvak Nederlands 3
Onderwijsvak Nederlands 4
Praktijk 2: vakleraar Nederlands worden
Modeltraject 3:

Onderwijsvak Nederlands 5
Praktijk 3: beginnende leraar zijn

Horizontale afstemming:

Onderwijsvak Nederlands 1
Er staan als leraar
(Be)grijp onderwijs
Algemene didactiek 1
De leraar @ 21E
Psychologie
Algemene didactiek 2
Praktijk 1: exploreren
Praktijk 1: assisteren
Individueel ontwikkelingstraject 1

Het opleidingsonderdeel is opgebouwd uit volgende onderdelen:

Vakinhoud:
Grammatica: woordleer, stamtijden
Taalzorg: taalcorrectie en gepast formuleren, deel 2
Schooltaalwoorden, deel 2
Literatuur: literair overzicht van een periode in de Nederlandse literatuur: Rederijkers en renaissance en de Gouden Eeuw en een overzicht van belangrijke literaire werken; Lyriek: technische poëtica en een overzicht van belangrijke werken; kennismaking met de hoogtepunten uit de lyriek van de middeleeuwen tot de 19de eeuw.
Referentiële teksten: behandelt het schrijven van niet-fictionele teksten, deel 2, non-fictieteksten in verband met de didactiek en de poëzie Nederlands
Cultuur: door recente artikelen over de Nederlandse taal en cultuur in vaktijdschriften te lezen en te bespreken de kennis ervan verbreden en verdiepen; eventueel ook een tentoonstelling bezoeken
Spreken: oefenen van uitspraak en correct spreken in o.m. presentaties en voorlezen
Luisteren: lezingen en diverse programma’s beluisteren
Schrijven: gedichten vergelijken en aanpassen met digitale media
Lezen: eigen lectuur en voorlezen aan kinderen
Spelling: dictee en herhaling van de spelling als zelfstudie

Vakdidactiek en methodiek:
Vakdidactische uitgangspunten
Opbouw van een lesvoorbereiding met aandacht aan structuur, beginfase, formulering van doelstellingen: theorie en toepassing: leren opstellen van lesvoorbereidingen volgens de geldende afspraken
Oriëntatie van de begrippen technische vaardigheid, deelvaardigheid en totaalvaardigheid in het vak Nederlands, voor de vier vaardigheden en lezen en schrijven in het bijzonder

Aandacht voor strategieën: OVUR-strategie, spellingstrategie, leesstrategie
Bestuderen van de aspecten die voor een stijgende moeilijkheid van opdrachten en leerinhouden zorgen
ICT: websites ontdekken en bespreken
Spellingdidactiek: spellingstrategieën
Lesopbouw met de OVUR-strategie
Principes van een grammaticales en lessen taalbeschouwing
Maken van lesverslagen
Principes voor het maken van een goed bordschema
Reflectie op een les

microteaching
Zelf geven van enkele lessen
Kort de opbouw van het leerplan Nederlands van de eerste graad van het middelbaar onderwijs, A-stroom van het Gemeenschaps- en het Vrij Onderwijs bekijken
Het didactisch model van Van Gelder: leerinhouden in het vak
Eindtermen, ontwikkelingsdoelen, vakoverschrijdende eindtermen (VOET)

Grammatica's, Woordenlijst der Nederlandse taal, diverse woordenboeken en taaladviesboeken, websites terzake en digitale naslagwerken raadplegen, waaronder de naslagwerken en websites aangeboden door BYB van Hogent

Dit opleidingsonderdeel ondersteunt de leerresultaten die een vertaling zijn van de niveaudescriptoren leidend tot de graad van bachelor in het hoger professioneel onderwijs uit de Codex Hoger Onderwijs.

OLR
04 Autonoom een eigen levenslang ervaringsleren nastreven
09 Vakinhoudelijke en didactische expertise integreren om op maat leerkansen voor alle leerlingen te creëren
dOLR
04.2 Eigen vakspecifieke en didactische expertise continu vernieuwen
09.1 Relevante kenmerken van de leerlingen/leerlingengroep/leeromgeving achterhalen die een invloed hebben
op de kwaliteit van leren en onderwijzen
09.2 Doelstellingen op maat afstemmen rekening houdend met de beginsituatie,
eindtermen/ontwikkelingsdoelen, het leerplan, leerlijnen en het pedagogisch project
09.4 Leerinhouden en –strategieën vertalen naar stimulerende leeractiviteiten, op basis van de gekozen doelstellingen

Dit opleidingsonderdeel ondersteunt, gelinkt aan haar inhoudelijke eigenheid, de mogelijkheid tot implementatie van internationale gastsprekers en/of bezoeken in internationale context.

Werkvormen
Hoorcollege met interactieve en activerende elementen
Werkcollege: interactievorm onderwijsgesprek - begeleide oefeningen - begeleid zelfstandig werk - begeleid groepswerk - opdracht gestuurd onderwijs - microteaching
Portfolio

Blended learning
Studiedag

Eerste examenkans
Periodegebonden evaluatie
• Schriftelijk examen (70%)
• Mondeling examen (20 %)
Niet-periodegebonden evaluatie
• Geïntegreerde evaluatie (10%): paper, portfolio, presentatie en observatie van functioneren van de student

De werkvorm en het gewicht van elke opdracht staan geëxpliciteerd in elke opdrachtenfiche. In het geval van een groepsopdracht is inhalen niet mogelijk.
Op het mondeling examen en bij de schriftelijke opdrachten wordt niet alleen de strikte vakinhoud of opdracht geëvalueerd. Als de student blijk geeft van onvoldoende taalvaardigheid op het gebied van de uitspraak, woordkeuze, spelling, interpunctie of zinsbouw, kan tot 20% van het maximale puntentotaal afgetrokken worden.

Tweede examenkans
Periodegebonden evaluatie
• Schriftelijk examen (70%)
• Mondeling examen (20 %)
• Geïntegreerde evaluatie (10%): paper, portfolio, presentatie en observatie van functioneren van de student

Op het mondeling examen en bij de schriftelijke opdrachten wordt niet alleen de strikte vakinhoud of opdracht geëvalueerd. Als de student blijk geeft van onvoldoende taalvaardigheid op het gebied van de uitspraak, woordkeuze, spelling, interpunctie of zinsbouw, kan tot 20% van het maximale puntentotaal afgetrokken worden.