• Dit opleidingsonderdeel wordt individueel onderwezen op wekelijkse basis (1 uur werkcollege).
• Verplichte deelname aan bijkomende onderwijs- en studieactiviteiten zoals workshops en masterclasses.
• Zelfstudie (oefensessies op zelfstandige basis).

"Zang" is het kernonderdeel ("hoofdvak") van de afstudeerrichting "uitvoerende muziek" in het traject "klassieke muziek (zang)”.

Het praktijkhoofdvak is gerelateerd aan tal van andere zowel praktische als theoretische opleidingsonderdelen.
Het praktijkhoofdvak wordt van bij het begin onderbouwd met theoretische én praktische voorbeelden.

Centraal staat de ontwikkeling tot zelfstandig uitvoerend musicus waarbij zowel de technisch-motorische als de cognitief-affectieve aspecten van de praktijk aan bod komen.
Alle mogelijke informatie en expertise wordt hiervoor aangereikt met aandacht voor en voeling met de steeds evoluerende (artistieke) actualiteit.

Het studietraject van de student wordt bepaald door het masterproject van de student.
Dit project wordt door de student zelf, in dialoog met de docent, geformuleerd en samengesteld. Het project dient door de docent te worden goedgekeurd.
Keuze van het programma gebeurt op voorstel van de student waarin hij bewijst dat hij zelfstandig een gefundeerde programmakeuze kan samenstellen die kadert binnen haar/zijn mastervoorstel.

Voldoen aan de volgtijdelijkheidsregels en de toelatingsvoorwaarden voor de masteropleiding.
(zie ook het onderwijs- en examenreglement).

Over de twee masterjaren heen worden volgende competenties verworven:

1. De student is bekwaam om de eigen artistieke visie en het eigen muzikaal aanvoelen uit te drukken door een persoonlijke en artistiek hoogstaande instrumentale muziekvertolking. De student is als solist bekwaam tot artistiek hoogstaande muziekuitvoeringen,
• heeft een grote muzikale sensibiliteit,
• bezit een uitstekend muzikaal voorstellingsvermogen,
• heeft een grondige technische vaardigheid waarin de eigen musiceerstijl en muzikale persoonlijkheid prominent aanwezig zijn,
• kan zelfstandig nieuw repertoire instuderen en onderzoekend, experimenterend en beschouwend, kennis, intuïties en emoties omvormen tot een muzikale uitvoering,
• ontwikkelt een eigen originele en persoonlijke stijl en expressie in zijn muziekuitvoeringen,
• heeft een grondige kennis van de hedendaagse en historische uitvoeringspraktijken die haar/hem in staat stellen muziek op een getrouwe en integere wijze uitvoeren zonder de eigen muzikale stijl te verloochenen,
• beheerst algemene en specifieke beroepsgerichte competenties om zich als zelfstandig musicus te bewijzen,
• bezit een attitude tot het verdiepen en verfijnen van de muzikale expressie.

2. De student heeft de attitude om zich steeds diepgaander als musicus te ontplooien,
• is gemotiveerd om de speeltechniek steeds verder te ontwikkelen en is gedreven om het muzikaal inlevingsvermogen verder te verfijnen, heeft hiervoor geëigende en persoonlijke studiemethoden ontwikkeld en vertoont hierbij een groot doorzettingsvermogen,
• kan omgaan met de stress bij de instrumentstudie en de uitvoering,
• kan zich met een behoorlijke kans op succes voorbereiden op audities,
• toont het vermogen tot reflectie, analyse en evaluatie,
• heeft een open geest en het vermogen tot verwondering en kan zijn/haar ervaringen en bevindingen ten voordele van de ontwikkeling van het eigen muzikaal oeuvre inzetten,
• heeft inzicht en vertrouwen in de eigen mogelijkheden tot de verdere ontplooiing als zelfstandig musicus,
• kan omgaan met en is desgevallend weerbaar tegen kritiek van externen (opdrachtgevers, muziekrecensenten…),
• toont ambitie om te excelleren.

3. De student geeft daadwerkelijk blijk van de wens om als solist muziek uit te voeren,
• vertoont de ambitie om bekendheid te geven aan eigen uitvoeringen, concerten en examenrecitals.

Studievoortganggesprekken en spreekuren met coördinatoren en studiebegeleiders.

Examenrecital met een duur van minimum 40 tot maximum 50 minuten tijdens de examenzittijd.
De repertoirekeuze voor dit recital is vrij, kaderend in het masterproject van de student. De keuze wordt bepaald in dialoog met de docent.
Het examenrecital wordt beoordeeld door een jury die wordt samengesteld door de decaan in overleg met de vakgroepvoorzitter, en die bestaat uit een voorzitter, de docent en minstens één intern jurylid.
Het examen- en studierepertoire dient digitaal te worden geüpload. Het desbetreffende platform en de deadline worden in de loop van het academiejaar gecommuniceerd.
De gevraagde informatie omvat:
(1) Een overzicht van het studierepertoire (over de gehele master-opleiding)
(2) Het examenprogramma (werken, duur, volgorde, eventuele nood aan pianobegeleider)
(3) De partituren (steeds in PDF-formaat, volledig inclusief begeleiding, één PDF per werk met als document-naam: Familienaam Componist_Voornaam Componist_Officiële Titel)
Het gejureerd examenrecital telt voor 100% van de punten.

Partituren in overleg met de docent.

Aankoop partituren, et alia: niet concreet te begroten.