De leerinhoud is thematisch geordend in functie van de geplande producties. Bij de keuze van het auditierepertoire wordt er naar gestreefd de studenten vertrouwd te maken met de verschillende stijlperiodes die mogelijk zijn voor de orkestbezetting, zoals het spelen van orkesttrekken en het spelen van standaard gevraagde concerto’s. Er wordt ruim aandacht besteed aan het hedendaagse repertoire. Ook de Belgische/Vlaamse componisten worden in de programmatie opgenomen. Het repertoire wordt door de docenten, in samenspraak met de coördinator, gekozen en er wordt rekening gehouden met de context waarin de concerten plaatsvinden. Onder bepaalde voorwaarden kunnen ook korte werken van compositiestudenten worden uitgevoerd.

De student zorgt eveneens voor een cv in verschillende talen.

Auditiepraktijk is verplicht voor alle ‘orkestinstrumenten’, uitgezonderd saxofoon en eufonium.

Inhoud van de werksessies:
- het voorspelen [eventueel voor een studentenpubliek] van de ingestudeerde orkesttrekken met inachtneming van de courant geldende criteria en daaraan gekoppelde feedback van de docent(en)
- het voorleggen van een CV volgens de criteria die gelden in ons land en de omringende landen.

Opmerkingen i.v.m. de begeleiding van concerto voor studenten:
- het gepresenteerde concerto dient begeleid te worden op piano;
- de begeleiding dient door de student twee maanden op voorhand aan de begeleider overhandigd; (de student mag zijn eigen begeleiding organiseren en hiervoor beroep doen op student of externe begeleider)
- er wordt een repetitiesessie van 15 minuten met begeleider voorzien per student. Deze sessie sluit redelijk aan bij het examen (bv. voormiddag / namiddag of de dag ervoor, naargelang de organisatiemogelijkheden)
- studenten piano kunnen in het kader van ‘Begeleiden’ ook de begeleiding waarnemen. Hier dienen dezelfde tijdschema’s voor instudering in acht genomen te worden.

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.