Individuele begeleiding tijdens werkcolleges.
De studenten wenden zich tot de docenten naargelang hun discipline:
- Gitaar: Petra Vermote, Danny Scheerlinck
- Klavecimbel: Jan De Vlieger
- Orgel: Jan De Vlieger
- Accordeon: N.N.

Algemeen betreft dit opleidingsonderdeel de studie van het prima vista harmoniseren van basopgaven en melodieën op het instrument en het oefenen van typische praktische vaardigheden vereist voor de beroepspraktijk.

BEGELEIDINGSPRAKTIJK voor orgel, klavecimbel
• Melodie/lied: De student harmoniseert een opgegeven melodie. Het harmonisch geraamte moet theoretisch correct zijn, de uiteindelijke realisatie wordt bij voorkeur creatief opgevat. De student maakt een zelfstandige begeleiding, terwijl de docent de melodie meespeelt (pianisten/klavecinisten). De student speelt en zingt de melodie mee (organisten). Organisten leren ook koraalmelodieën harmoniseren, en maken kennis met opgaven in oude modi.
• Lezen: strijkkwartetten (romantisch repertoire) (pianisten)
• Lezen: koraal in oude sleutels (organisten/klavecinisten)
• Basso Continuo: Er komen becijferde koraalmelodieën, recitatieven en toepassingen uit kamermuziek of koor- en orkestpartituren aan bod.
• Transpositie: transponerende instrumenten uit het orkest op de juiste toonhoogte spelen
• Analyse: 3 pianowerken (of fragmenten eruit) van verschillende stijlperiodes aan het klavier verklaren (harmonisch geraamte). Voor de pianisten is dit in het eerste semester een werk uit de klassiek en in de tweede semester een werk uit de barok en de romantiek. De organisten en klavecinisten spelen in elke semester 1 analyse.
• Repertoire van begeleidingen (zie ook melodie/lied): per semester maakt de student 5 liedbegeleidingen. Deze liedbegeleidingen worden verzorgd ingediend. De jury kiest een aantal begeleidingen uit de bundel op het examen.

NB: eventueel afwijkende organisatie wordt bij aanvang van het academiejaar meegedeeld.


BEGELEIDINGSPRAKTIJK VOOR  BLOKFLUIT
Het detailprogramma zal bij aanvang van het academiejaar gecommuniceerd worden.

BEGELEIDINGSPRAKTIJK VOOR GITAAR
1/Praktische harmonie kwintakkoorden, sextakkoorden, kwartsextakkoorden, dominantseptiemakkoorden en omkeringen, nevenseptiemen, met modulaties : harmoniseren van opgegeven bassen en sopranen
2/akkoordbegeleiding: stijloefeningen. Eenvoudige melodische improvisatie op basis van standards (optioneel)
3/ 4 creatieve begeleidingen van een melodiestem of zangstem waarbij de harmonisatie zelf wordt gemaakt gebaseerd op de leerstof, met aandacht voor stijl (2 verschillende stijlen)
4/Basso Continuo : realisatie becijferde bas : kwint, sext, kwartsext en septiem (in grondligging en omkeringen), met modulaties
5/ 4 begeleidingen van een melodiestem of zangstem : transcriptie van klavierbegeleiding naar gitaarbegeleiding

Wijze van examineren :
A/ realiseren opgegeven sopraan, gebaseerd op de leerstof voor BP Ma2 B/ realiseren opgegeven bas, gebaseerd op de leerstof voor BP Ma2
C/ uitvoeren van een Basso Continuo, gebaseerd op de leerstof voor Ma2; de melodie wordt gespeeld door de docent.
D/ uitvoeren van de opgegeven begeleiding genoteerd in akkoordsymbolen van een standard, waarbij de melodie wordt gespeeld door de docent, gebaseerd op de leerstof voor Ma2.
E/ uitvoeren van de in de lessen tijdens het academiejaar voorbereide transcripties (4) en begeleidingen (4). De begeleidingen worden op het examen uitgevoerd met live solostem (instrumentaal of vocaal), door de student zelf tijdig aangesproken en geëngageerd.

Studievoortgangsgesprekken