Hogeschool Gent
Geraard de Duivelstraat 5 - 9000 Gent
Tel: 09 243 33 33 - E-mail: info@hogent.be
Website: www.hogent.be
Bachelorproef23824/4144/1819/1/16
Studiegids

Bachelorproef

23824/4144/1819/1/16
Academiejaar 2018-19
Komt voor in:
  • Bachelor in het bedrijfsmanagement, trajectschijf 3
    Afstudeerrichting:
    • rechtspraktijk
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 7 studiepunten
Gewicht: 7,00
Totale studietijd: 175,00 uren
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 01.12.2018 (Semester 1) of 15.03.2019 (Semester 2)

Onderwijsorganisatie (studietijd)

Onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten
Begeleid zelfstandig/extern werk175,00 uren
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Men kan dit opleidingsonderdeel enkel mits aparte toelating volgen binnen een creditcontract.
Titularis: Duquet Frank
Andere docenten: Callebaut Elisa, Carre Aurélie, Chamon Benjamin, Coorde Dirk, Defrancq Rozemie, Desterbeck Myriam, De Witte Mieke, Fiers Jan, Holtappels Daniel, Ossieur Stanislas, Remerie Anne, Thion Philippe, Uytterhaegen Annelies, Van den Bossche Tanja, Vandenbussche Fréderic, Vandenbussche Nathalie, Van de Perre Stefanie, Vermeersch An
Taalvak: Nee
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2

Doelstellingen

De bachelorproef vormt samen met de stage het sluitstuk van de opleiding.
De student dient met zijn bachelorproef aan te tonen dat hij de competenties die hem/haar in de opleiding werden bijgebracht geïntegreerd kan toepassen.
De student bewijst dat hij op een verzorgde en overzichtelijke manier een uitgevoerde opdracht kan rapporteren en de resultaten van zijn werk kan presenteren.
De student kan zijn werk verdedigen en kan kritische vragen beantwoorden.

Inhoud

De bachelorproef in Rechtspraktijk neemt de vorm aan van een eindwerk. Het sluit direct aan bij de stage.
In het kader van dit eindwerk zal een juridisch thema onderzocht worden dat onmiddellijk aansluit bij problematiek die aan bod komt op de plaats waar de stage wordt gelopen.
In het eindwerk komt zowel een algemeen theoretisch gedeelte als een praktisch gedeelte aan bod. Het te behandelen thema wordt bepaald in samenspraak met de student, de stagebegeleider en de stagementor.
Het te behandelen thema en de titel van het eindwerk moet worden goedgekeurd door de stagecoördinator. Dit betekent dat het thema dat in het eindwerk zal aan bod komen, moet beantwoorden aan de doelstellingen van de bachelorproef en dat de student door de uitvoering van het eindwerk in staat moet zijn om aan te tonen dat hij de onderstaande eindcompetenties heeft verworven. Het eindwerk vertrekt vanuit een centrale onderzoeksvraag. De uitvoering gebeurt op een systematische wijze, dwz. dat een aantal vooraf gedefinieerde stadia worden doorlopen en uitgewerkt.
De studenten maken daarom bij de start van het eindwerk een overzicht op van te behandelen punten. Op gezette tijdstippen informeren zij de stagebegeleider (vaklector) over de uitwerking en de voortgang van het eindwerk en kunnen zij bij die gelegenheid vragen stellen.
Het eindwerk wordt schriftelijk afgegeven aan de stagementor en aan de stagebegeleider.
Het wordt door de student vervolgens gepresenteerd en mondeling verdedigd.

Volgtijdelijkheid (VT)

binnen trajectschijf 1 al minstens 60 studiepunten afgewerkt hebben EN binnen trajectschijf 2 al minstens 60 studiepunten afgewerkt hebben EN (simultaan te volgen met Europees recht OF geslaagd of gedelibereerd voor Europees recht (incl practicum)) EN (simultaan te volgen met Socialezekerheidsrecht OF geslaagd of gedelibereerd voor Sociaal recht II (incl practicum)) EN (simultaan te volgen met Vermogensplanning en fiscale procedures OF geslaagd of gedelibereerd voor Fiscaal recht III (incl practicum)) EN (simultaan te volgen met Administratief recht: rechtsbescherming OF geslaagd of gedelibereerd voor Administratief recht II (incl practicum)) EN (simultaan te volgen met Bijzondere overeenkomsten OF geslaagd of gedelibereerd voor Burgerlijk recht III (incl practicum)) EN (simultaan te volgen met Beslag- en executierecht OF geslaagd of gedelibereerd voor Gerechtelijk privaatrecht III (incl deontologie en practicum)) EN (simultaan te volgen met Uitdieping ICT OF geslaagd of gedelibereerd voor Voortgezette ICT) EN (simultaan te volgen met Juridisch Frans en Engels III OF (geslaagd of gedelibereerd voor Juridisch Frans II EN geslaagd of gedelibereerd voor Juridisch Engels II)) EN (simultaan te volgen met Seminarie privaat- en publiekrecht II OF geslaagd of gedelibereerd voor Seminarie privaat- en publiek recht II) EN simultaan te volgen met Stage .

Begincompetenties

De student beschikt over de kennis, vaardigheden en attitudes aangebracht in de andere opleidingsonderdelen uit de afstudeerrichting Rechtspraktijk (= alle opleidingsonderdelen van het 1ste en 2de modeltraject).

Bachelorproef kan alleen in het curriculum opgenomen worden samen met de andere opleidingsonderdelen van het derde modeltraject.

Eindcompetenties (tekst)

1. Kan kennis en inzichten uit juridische domeinen kritisch evalueren en combineren.

Indicatoren:

  • Kan zijn theoretische juridische kennis aanwenden binnen het kader van het thema van het eindwerk.
  • Kan het thema van het eindwerk plaatsen binnen het groter juridisch kader.
  • Kan –rekening houdend met het thema van het eindwerk – de juridische en praktische informatie verwerken en systematiseren.
  • Kan de verzamelde gegevens kritisch beoordelen en kan de eigen analyses kritisch evalueren.

2. Kan complexe, gespecialiseerde juridische vaardigheden toepassen, gelieerd aan onderzoeksuitkomsten.

Indicatoren:

  • Beheerst juridische terminologie.
  • Brengt juridische informatie samen, structureert deze en communiceert hier schriftelijk en mondeling over.
  • Herkent, ontleedt, interpreteert en analyseert op basis van wetgeving, rechtspraak en rechtsleer juridische problemen en rechtsfeiten.
  • Kan vertrekkend uit de resultaten van het eindwerk een probleem juridisch analyseren en een correct juridisch eerstelijnsadvies verstrekken.
  • Kan de voorgestelde oplossingen kritisch evalueren.

3. Werkt systematisch en kan relevante gegevens verzamelen en interpreteren en geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om niet-vertrouwde complexe problemen op te lossen.

Indicatoren:

  • Kan de onderzoeksvraag van het eindwerk correct omschrijven en kernbegrippen nader bepalen.
  • Kan de gepaste bronnen raadplegen.
  • Kan gepaste methoden en hulpmiddelen voorstellen voor de uitvoering van het eindwerk.
  • Kan de uitvoering van het eindwerk faseren en erover rapporteren.
  • Kan gegevens inventariseren, analyseren en verwerken om tot een antwoord te komen op de onderzoeksvraag.
  • Neemt de gepaste initiatieven om het eindwerk tot een goed einde te brengen.
  • Kan inhoudelijk correct werken.
  • Kan een onderzoeksrapport opmaken volgens een opgelegde format.
  • Houdt rekening met opmerkingen en verwerkt deze correct.

4. Kan handelen in complexe en gespecialiseerde juridische contexten.

Indicatoren:

  • Kan informatie, ideeën, problemen en oplossingen communiceren, zowel aan specialisten als aan leken.
  • Kan concrete oplossingen uitwerken die juridisch, politiek, maatschappelijk en economisch haalbaar zijn en die binnen een gegeven context (particulier, bedrijf of overheid) als optimaal kunnen beschouwd worden.
  • Handelt binnen de algemeen aanvaarde ethische normen en met besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid.
  • Handelt overeenkomstig zijn beroepsdeontologie.

5. Kan functioneren met volledige autonomie en een ruime mate van initiatief.

Indicatoren:

  • Actualiseert zijn kennis.
  • Is creatief.
  • Ontcijfert gegevens en informatie op een zelfstandige manier.
  • Reageert op een constructieve manier op onverwachte omstandigheden.
  • Geeft blijk van doorzettingsvermogen.
  • Respecteert deadlines.
  • Neemt initiatieven en organiseert.
  • Is assertief.
  • Komt afspraken na.

Onderwijsorganisatie (omschrijving)

Zelfwerkzaamheid van de student.
De projectgever (stagementor) bepaalt de voertaal.
Het eindwerk wordt (in principe) opgesteld in het Nederlands, tenzij anders overeengekomen.

Begeleiding

Persoonlijke begeleiding door de stage(project)begeleider.

Evaluatie (tekst)

  • Eerste examenkans:
    • De evaluatie van het eindwerk gebeurt door de stagebegeleider als projectbegeleider en de co-promotor op basis van onder andere hun vaststellingen en het advies van de stagementor. Het eindwerk wordt beoordeeld op inhoud en vorm en staat op 70% van de punten (op basis van een evaluatieformulier).
    • De mondelinge presentatie/ verdediging wordt geëvalueerd op 30% van de punten (op basis van een evaluatieformulier).
  • Tweede examenkans:
    • Het eindwerk wordt herwerkt, en opnieuw gepresenteerd en mondeling verdedigd.

Andere studiematerialen

Via Chamilo - indien gewenst printen de studenten zelf de documenten

Overige - Kosten verbonden aan eventuele verplaatsingen voor opzoekwerk en opstellen bachelorproef,… zijn ten laste van de student

Studiekosten

Via Chamilo - indien gewenst printen de studenten zelf de documenten

Overige - Kosten verbonden aan eventuele verplaatsingen voor opzoekwerk en opstellen bachelorproef,… zijn ten laste van de student

Trefwoorden

Recht - Bachelorproef - Eindwerk.

IWETO-code: S110 Rechtswetenschappen..