Hogeschool Gent
Geraard de Duivelstraat 5 - 9000 Gent
Tel: 09 243 33 33 - E-mail: info@hogent.be
Website: www.hogent.be
Partim Project publiekrecht23818/4144/1819/23816/96
Studiegids

Partim Project publiekrecht

23818/4144/1819/23816/96
Academiejaar 2018-19
Komt voor in:
  • Bachelor in het bedrijfsmanagement, trajectschijf 3
    Afstudeerrichting:
    • rechtspraktijk
Dit is een deel van het opleidingsonderdeel Seminarie privaat- en publiekrecht II.
Studieomvang: 4 studiepunten
Gewicht: 4,00
Totale studietijd: 100,00 uren
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.03.2019 (Semester 2)

Onderwijsorganisatie (studietijd)

Onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten
Begeleid zelfstandig/extern werk48,00 uren
Zelfstudie52,00 uren
Dit deel van het opleidingsonderdeel 'Seminarie privaat- en publiekrecht II' wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Tweede examenkans: 
  • wel mogelijk.
  • indien in eerste examenkans niet geslaagd voor opleidingsonderdeel 'Seminarie privaat- en publiekrecht II', moet dit deel enkel herkanst worden indien niet geslaagd.
Titularis: Callebaut Elisa
Andere docenten: Fiers Jan, Goethals Isabelle, Heirewegh Guido
Taalvak: Nee
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 2

Doelstellingen

Seminarie I vormt een geheel met Seminarie II.
Tijdens het Project publiekrecht leert de student de tot hiertoe verworven kennis van het publiekrecht toe te passen op praktijkgevallen (in Seminarie I leert de student de tot hiertoe verworven kennis van het privaatrecht toe te passen op praktijkgevallen).
Hiertoe dient hij soepel, realistisch en praktisch de theorie op de praktijk te implementeren en omgekeerd.

De student leert te functioneren in een groep, hij voert onder leiding en verantwoordelijkheid van de voorzitter opdrachten uit, en ontwikkelt sociale vaardigheden. Hij/zij past daarbij de reeds in de opleiding verworven competenties toe in een groepsomgeving.

Inhoud

Verdere uitdieping van de rechtsmethodologie en van een aantal geziene en niet geziene items uit het publiekrecht. Persoonlijk werk: raadplegen van bronnen, zoeken en verwerken van informatie in het Nederlands, Frans en het Engels.

Eindcompetenties (tekst)

Heeft diepgaande kennis van en inzicht in het publiekrecht en kent de verhouding tussen de verschillende takken van het publiekrecht.

Indicatoren:

  • Heeft kennis van en inzicht in het toepassingsgebied, de basisbeginselen en elementaire begrippen van het publiekrecht (i.h.b. het sociaal recht, het fiscaal recht en het administratief recht).
  • Is voldoende vertrouwd met de structuur van het publiekrecht om bij de afwikkeling van een concrete casus de keuze voor een optimaal juridisch instrumentarium binnen één of meerdere takken van het publiekrecht te beargumenteren en te onderbouwen.

Kan informatie uit de verschillende takken van het publiekrecht verwerven en verwerken.

Indicatoren:

  • Heeft inzicht in de structuur van de basiswetgeving van het publiekrecht.
  • Kan de rechtsbronnen (i.h.b. wetgeving en rechtspraak) en publiekrechtelijke documenten efficiënt opzoeken en kan hun onderlinge verhouding duiden.
  • Kan op een doelmatige en gestructureerde manier uit een rechtsbron of publiekrechtelijk document de relevante informatie analyseren en interpreteren.
  • Kan de actualiteit van de geraadpleegde rechtsbronnen of publiekrechtelijke documenten beoordelen en de inhoud ervan plaatsen in het ruimere geheel van het publiekrecht.
  • Verwijst op een correcte wijze naar de gebruikte rechtsbronnen.

De student kan gegevens uit de verschillende takken van het publiekrecht interpreteren en evalueren en op basis daarvan een inhoudelijk correct advies formuleren.

Indicatoren:

  • Kan relevante rechtsfeiten detecteren en kwalificeren in een complexe casus waarin de verschillende takken van het publiekrecht samenkomen.
  • Kan adequate rechtsvragen formuleren over een complexe casus.
  • Kan uit verschillende juridische opties tot een beredeneerd advies komen in functie van de specifieke belangen van een denkbeeldige procespartij.
  • Kan uit verschillende juridische opties tot een beredeneerd advies komen waarin het standpunt van een denkbeeldige tegenpartij juridisch wordt ondergraven.

Kan een publiekrechtelijk dossier opmaken en verdedigen voor een fictief rechtscollege.

Indicatoren:

  • Kan de inhoud van een juridisch dossier efficiënt structureren in het licht van de toepasselijke publiekrechtelijke procedure.
  • Kan een formeel en deontologisch correct advies formuleren, rekening houdend met de geldende procesrechtelijke regels.
  • Kan een juridisch advies op een heldere, gestructureerde wijze communiceren en kan inhoudelijke vragen overtuigend beantwoorden.

Kan functioneren met volledige autonomie en een ruime mate van initiatief.

Indicatoren:

  • Toont een grote inzet, toewijding en werkkracht.
  • Voelt zich verantwoordelijk voor de eigen taken en resultaten.
  • Verbetert fouten in het werk zodat een perfect resultaat wordt afgeleverd.
  • Voert op een efficiënte manier uit wat gevraagd wordt.
  • Benoemt mogelijk oorzaken van een probleem.Begint uit zichzelf, wacht niet af.
  • Gaat te werk in logische stappen en in functie van de prioriteiten.
  • Geeft aan langs welke weg doelen moeten worden gerealiseerd.
  • Kan de prioriteiten voor de (eigen) taken bepalen en uitvoeren.
  • Kan een takenlijst opstellen.
  • Kan systematisch werken: de (eigen) taken op een systematische en consequente manier afwerken binnen de gegeven tijd.
  • Kan in groep functioneren/respecteert groepsafspraken.

Kan medeverantwoordelijkheid opnemen voor het bepalen van de collectieve resultaten.

Indicatoren:

  • Respecteert deadlines bij het afwerken van de eigen taken.
  • Kan samenwerken met anderen.
  • Aanvaardt de taakverdeling, die bij aanvang van de opdracht werd afgesproken.
  • Voelt zich verantwoordelijk voor de eigen taken en resultaten omdat dit een invloed heeft op het groepsresultaat.

Onderwijsorganisatie (omschrijving)

Begeleid zelfstandig/extern werk (groepswerken; contact- en coachingmomenten met lector).
Zelfstudie.

Begeleiding

Op regelmatig af te spreken tijdstippen worden contacten voorzien tussen de studenten en de lector. De lector treedt daarbij als mentor op. De lector formuleert de opdracht, hij treedt op als klankbord bij de uitwerking ervan, hij evalueert het werk en stuurt. De studenten kunnen voor individuele moeilijkheden tevens de lector persoonlijk contacteren.

Evaluatie (tekst)

  • Eerste examenkans:
    • niet-periode gebonden evaluatie: 100% permanente evaluatie
    • periode gebonden evaluatie: /
  • Tweede examenkans:
    • nieuwe individuele opdracht met mondeling examen met betrekking tot deze opdracht