• Inzicht verwerven in de invloed van het recht van de Europese Unie op het Belgisch recht.
• Kennisname met het materieel recht van de Europese Unie: een beter inzicht verwerven in de interne markt, door studie van de verdragteksten en arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
• Kennisname van de verschillende instellingen van de EG/EU en de besluitvormingsprocedures.
• Inzicht verwerven in de rechtsbescherming: de verschillende procedures voor het Hof van Justitie van de Europese Unie en de rol van de nationale rechter in de handhaving van het recht van de Europese Unie.
• Leren opzoeken, analyseren en toepassen van wetteksten en rechtspraak.

Doorheen dit alles een kritische belangstelling ontwikkelen voor de juridische realiteit van het Europese integratieproces en zijn invloed op de Belgische rechtsorde.

• Inleiding, de eigenheid van het recht van de Europese Unie.
• Historiek van de Europese integratie.
• Institutioneel recht, instellingen: Commissie, Raad, EP, besluitvorming, Hof van Justitie van de Europese Unie, Rekenkamer, ECB, Economisch en Sociaal Comité, Comité van de Regio's, ECB, EIB, ombudsman.
• Materieel recht van de Europese Unie: marktintegratie, het vrij verkeer van goederen, het vrij verkeer van personen: werknemers, vestiging, studenten, het vrij verkeer van diensten, van kapitaal en betalingen, het Europees mededingingsrecht.
• Rechtsbescherming: procedures voor het Hof van Justitie van de Europese Unie, rechtstreekse procedures en prejudiciële procedure, rol van de nationale rechter: directe toepassing en voorrang.

• Reflecteren over functioneren in projecten en in teamverband
• Ondernemen van acties om competenties bij te sturen en te verdiepen
• Reflecteren over zijn competentie- en talentontwikkeling tijdens de stage en formuleren van doelstellingen om een groei te realiseren

Heeft diepgaande kennis en inzicht in het Europees recht.

Indicatoren:

• Heeft kennis en inzicht in het belang van het recht van de Europese Unie voor het Belgisch recht.
• Heeft kennis en inzicht van de oorsprong, de historiek van de Europese integratie, de instellingen en de besluitvorming.
• Heeft kennis en inzicht van de verschillende elementen van het vrij verkeer goederen, personen, diensten en kapitaal en van het Europees mededingingsrecht.
• Kan de verschillende procedures voor het Hof van Justitie van de Europese Unie opsommen en heeft inzicht in de rol van de nationale rechter in de rechtsbescherming.

Kan informatie m.b.t. het Europees recht verwerven en verwerken.

Indicatoren:

• Heeft inzicht in de structuur van de Europese Verdragen.
• Kan de rechtsbronnen van het Europees recht, in het bijzonder rechtspraak, opzoeken en analyseren.

Kan het Europees recht toepassen in een specifieke beroepscontext.

Indicatoren:

• Kan relevante rechtsfeiten detecteren en kwalificeren in een casus.
• Kan adequate rechtsvragen formuleren over een casus.
• Kan uit verschillende juridische opties tot een beredeneerd eerstelijnsadvies komen.
• Kan een eerstelijnsadvies duidelijk en juridisch correct uiteenzetten.

Partim Project Europese instellingen

1. De student is, binnen het kader van het partim, in staat een actieve rol op te nemen in een internationale beroepscontext.

Indicatoren:

• De student ontwikkelt internationale competenties binnen de Europese Unie doordat hij/zij:
  • de Europese politieke en gerechtelijke instellingen vanuit een ervaring leert kennen.
  • zich bewust wordt van de Europese historische en politieke ontwikkelingen.
  • begrip leert op te brengen voor de verschillende politieke standpunten in het kader van de Europese eenwording.
• De student kan zelfstandig of in team vraagstukken van Europees recht analyseren.
• De student legt vlot contacten met Europese instellingen en medeburgers .

2. De student verwerft interculturele competenties, nl. door gepast en effectief te interageren met mensen die verschillen (affectief, cognitief en gedragsmatig).

Indicatoren:

• De student wordt zich bewust van culturele verschillen tussen de lidstaten van de Europese Unie.
• De student ervaart de culturele verschillen door middel van contacten met anderstaligen en kan hierop gepast reageren.
• De student kan afstand nemen van negatieve reacties op het 'anders zijn' van de andere partijen en kan een constructieve dialoog aangaan vanuit een positie van zelfrespect en respect voor de cultuur en de identiteit van de anderen.
• De student realiseert voor deze competentie een duidelijke groei.

1. De student kan reflecteren over zijn competentie- en talentontwikkeling en deze sturen, en hierbij de link leggen naar de stage.

Indicatoren:

• de student kan reflecteren over de ontwikkeling van zijn competenties en talenten
• de student kan deze reflectie toetsen aan zijn functioneren in projecten en aan de wijze waarop hij door teamgenoten wordt beoordeeld
• de student kan groei-acties formuleren en integreren in projectwerking binnen zijn opleiding
• de student kan zijn competentie- en talentontwikkeling doortrekken naar de stage en groei-acties voor de stage formuleren

• Eerste examenkans:
  
  • Niet-periode gebonden evaluatie: 100% portfolio met mondelinge toelichting
  • Periode gebonden evaluatie: /
• Tweede examenskans:
  • 100% herwerking portfolio met mondelinge toelichting