Kan kennis en inzichten uit ZEER BELANGRIJKE hoofdstukken van het administratief recht kritisch evalueren en combineren.

Indicatoren:

• Kent de specifieke terminologie van het administratief recht.
• Kent de bronnen van het administratief recht, met inbegrip van de toepasselijke internationale en in het bijzondere Europese bronnen.
• Kent en heeft inzicht in de voorrechten van de uitvoerbare administratieve beslissingen.
• Kent het begrip openbare dienst.
• Kent en heeft inzicht in de beginselen van de openbare dienst.
• Kent en heeft inzicht in de beheersvormen van de openbare dienst.
• Kent het begrip en de kenmerken van het openbaar ambt.
• Kent en heeft inzicht in het begrip en het statuut van het openbaar en privaat domein van de overheid.
• Kent en heeft inzicht in de principes inzake onteigeningen.
• Kent en heeft inzicht in de kenmerken en de regeling van het administratief contract.
• Kent en heeft inzicht in de basisregeling overheidsopdrachten.
• Kent en heeft inzicht in de basisregels inzake ruimtelijke ordening en milieuhygiënerecht.

Kan complexe gespecialiseerde (administratiefrechtelijkerechtelijke) vaardigheden toepassen.

Indicatoren:

• Kan een gegeven situatie analyseren.
• Kan de verworven kennis en inzichten in het administratief recht gestructureerd toepassen op deze situatie.
• Kan juridische informatie opsporen, inventariseren en toepassen.
• Kan wetboek gebruiken.
• Kan vakliteratuur uitleggen, analyseren, synthetiseren en situeren in ruimer geheel van het recht.
• Kan goed gestructureerde en gemotiveerde standpunten formuleren.
• Kan de actualiteit en de theorie linken.
• Kan nauwkeurig werken.

Kan relevante gegevens verzamelen en interpreteren en geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om niet-vertrouwde complexe problemen op te lossen.

Indicatoren:

• Kan een gegeven situatie analyseren en de relevante gegevens verzamelen en interpreteren.
• Kan de gepaste bronnen raadplegen.
• Begrijpt het bronnenmateriaal.
• Kan de gepaste bronnen vinden.
• Kan deze bronnen correct interpreteren en toepassen.
• Kan juiste oplossingen gemotiveerd formuleren.

Kan handelen in complexe en gespecialiseerde (bijv. bestuurlijke ) contexten.

Indicatoren:

• Kan eenvoudigere problemen correct oplossen.